Naar inhoud springen

Heggenroos

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door PAvdK (overleg | bijdragen) op 22 nov 2019 om 16:15. (Externe links)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Heggenroos
Heggenroos
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Rosales
Familie:Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht:Rosa (Roos)
soort
Rosa corymbifera
Borkh. (1790)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Heggenroos op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De heggenroos (Rosa corymbifera) is een struik, die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als een soort die in Nederland vrij zeldzaam en stabiel of toegenomen is. De soort komt van nature voor in West-Europa. Heukels' Flora van Nederland beschouwt deze soort als een synoniem voor de hondsroos. De heggenroos onderscheidt zich echter van de hondsroos door de grotere bloemen en de behaarde onderzijde van de bladeren. Het aantal chromosomen is 2n = 35.

De grote, losse, rechtopgaande struik wordt 1,5 - 3 m hoog en heeft meestal boogvormige, overhangende, niet beklierde takken met brede haakvormig gekromde stekels, die langer zijn dan de breedte van de basis. De van onderen behaarde, niet met klieren bezette, donkergroene, geurloze bladeren hebben een enkel gezaagde bladrand. Ze zijn oneven geveerd met 5 of 7 blaadjes. De 2 - 4 cm lange blaadjes zijn rond-eirond tot elliptisch met afgeronde voet en een stompe top. De onderzijde van de blaadjes is geheel of alleen op de nerven behaard. De steunblaadjes zijn smal, behaard en al dan niet beklierd. De meestal niet met klieren bezette bladsteel en bladspil zijn pluimig behaard en hebben vaak kleine stekels.

De heggenroos bloeit in juni met 4 - 5 cm grote, bleekroze tot witte bloemen, die met 1 -3 bij elkaar zitten. De 0,3 – 2 cm lange bloemsteel is meestal onbehaard en meestal niet met klieren bezet. De behaarde, niet beklierde of aan de rand beklierde kelkbladen zijn na de bloei teruggeslagen en vallen vroeg af. De al dan niet behaarde stijlen staan vrij.

De meestal niet met klieren bezette rozenbottel is 1 - 2,5 cm lang, 1 - 1,8 cm breed, elliptisch en oranjerood. De rozenbottel is een vlezige bloembodem met daarin de nootjesachtige vruchten. De meestal niet beklierde, 0,5 - 2 cm lange rozenbottelsteel is al dan niet behaard. Het stijlkanaal is 0,4 – 0,9 mm groot.

Voorkomen

De heggenroos komt voor op droge, meestal kalkhoudende grond in duinen, bosranden, hagen en struwelen. De heggenroos is een kensoort van de doornstruwelen.

Gebruik

De heggenroos wordt als onderstam voor de veredelde rozen gebruikt.

Zie de categorie Rosa corymbifera van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.