IT-infrastructuur

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De IT-infrastructuur is de fysieke verkeersinfrastructuur ten behoeve van het transport van digitale data, met als hoger doel informatie te delen of aan te bieden en te consumeren.

Betekenis[bewerken | brontekst bewerken]

Binnen de ICT wordt de term "IT-infrastructuur" gebruikt voor de verzameling voorzieningen die nodig is voor het transport van digitale signalen die gegevens bevatten. Hieronder vallen alle fysieke en technische middelen die het (foto)elektrische signaal (als gegevensdrager), verplaatsen, verdelen en routeren.
IT-infrastructuur is een deelverzameling van ICT-infrastructuur. Deze laatste omvat (naast transporteren) ook het aanmaken, weergeven, wijzigen, opslaan, verwerken, beveiligen en beheren van data.

Componenten[bewerken | brontekst bewerken]

De fysieke IT-infrastructuur wordt opgebouwd uit een combinatie van transportmedia en netwerkcomponenten.

Transportmedia[bewerken | brontekst bewerken]

Transportmedia vallen (al naargelang het signaaltype) in drie hoofdgroepen uiteen:

Netwerkcomponenten[bewerken | brontekst bewerken]

Netwerkcomponenten vallen in drie hoofdgroepen uiteen:

Al deze technische middelen zijn werkzaam op laag 1-3 van het OSI Datacommunicatie referentiemodel, t.w. de Fysieke-, Datalink- en Netwerklaag.

Netwerktopologie[bewerken | brontekst bewerken]

Ook is de fysieke netwerktopologie van belang, die de verbindingen tussen Netwerkcomponenten onderling beschrijft. De route die de data aflegt wordt naast de topologie van de fysieke verbindingen, ook bepaald door routeringsalgoritmen in de intelligente actieve netwerkcomponenten. Gezamenlijk zijn deze bepalend voor de uiteindelijke route die de informatie aflegt over de IT-infrastructuur.

Fysieke netwerktopologieën[bewerken | brontekst bewerken]

Routeringsalgoritmen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]