Italiaanse transavantgarde

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Francesco Clemente met een zelfportret (1991)

Italiaanse transavangarde (Transavantguardia Italiana) is de benaming die wordt gebruikt voor het Italiaanse neo-expressionisme, een beweging die in de late jaren 1970 en begin jaren 1980 veel ophef veroorzaakte in Italië en in de rest van West-Europa, met vergelijkbare kunststromingen als de Nieuwe Wilden en Figuration Libre.

De term transavantguardia werd bedacht door de Italiaanse kunstcriticus, Achille Bonito Oliva, en betekent 'voorbij de avant-garde' of de 'avant-garde, letterlijk'. Deze kunst wilde afrekenen met de intellectualistische, dikwijls half-kunstfilosofische conceptuele kunst, de herinvoering van emotie en vooral van vreugde in de beeldende kunst (vooral de schilderkunst en de beeldhouwkunst). De kunstenaars bedienden zich opnieuw van figuratie en symboliek. De belangrijkste transavantgarde kunstenaars zijn Sandro Chia, Francesco Clemente, Enzo Cucchi, Nicola de Maria, Mimmo Paladino, Remo Salvadori en Ernesto Tatafiore. Kunstenaars buiten Italië die hier nauw bij aansluiten zijn bijvoorbeeld de Vlaamse Belgen Hugo Debaere, Philippe Tonnard en Jean Bilquin.

Een andere term is nouveaux fauves, waarmee men in de Franssprekende wereld vooral verwees naar de West-Duitse en Oostenrijkse neo-expressionisten. In Nederland en Vlaanderen gebruikte men voor de groep Italiaanse kunstenaars ook wel de term 'Jonge Italianen'. In Duitsland werd de stijlrichting door de kunstcriticus Wolfgang Max Faust getypeerd als: Arte Cifra (kunst met tekens en symbolen).