Fundamentele kunst

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tony Smith: Playground(3/3) (1962), Beverly Hills

Fundamentele kunst is een kunststroming van de hedendaagse kunst en de schilderkunst van de 20e eeuw. Kunstenaars van de fundamentele kunst onderzoeken basisprincipes als vorm, kleur, formaat en schildertechniek.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het zoeken naar de essentie van de vorm en het zoeken naar de betekenis van het schilderen of het tekenen zelf is het beginsel van de fundamentele kunst, die als kunststijl zeer verwant was aan de minimal art.

In 1965 werd de aandacht gevestigd op deze kunststijl in New York, waar Frank Stella zich ontpopte tot de belangrijkste beoefenaar ervan. In Duitsland wordt werk vanuit deze mentaliteit ook Analytische Malerei genoemd. In Frankrijk werd de stijl Nouvelle Peinture genoemd (vertegenwoordiger: Claude Viallat) en in Italië werd zij Nuova Pittura genoemd (vertegenwoordiger: Giorgio Griffa).

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Binnen de fundamentele schilderkunst staat het proces van het schilderen voorop. Basisbeginselen als lijn, structuur, kleur, medium, ondergrond, textuur, materialen en werkwijze worden diepgaand onderzocht. Vaak ontstaan werken in reeksen met minimale onderlinge verschillen. De fundamentele schilderkunst is wat betreft mentaliteit verwant aan de minimal art en ontstond in dezelfde periode: de late jaren 60. Een groot aantal werken die behoren tot de fundamentele schilderkunst hebben een monochroom karakter. De fundamentele schilderkunst omvat geen bepaalde groep kunstenaars die gezamenlijk exposeert, maar is de verzamelnaam voor schilderijen die aan de genoemde karakteristieken voldoen.

De fundamentele kunst is verwant aan de geometrische abstractie (de hard edge) en aan de optische abstractie van de op-art, maar haar radicale vereenvoudiging brengt een meer cerebrale reactie teweeg, een minder emotionele.

De beeldtaal van deze kunstenaars is koel, abstract en vaak geometriserend. De schilders willen tussen de kijker en de werkelijkheid het raadsel van het betekenen plaatsen.

Tentoonstellingen[bewerken | brontekst bewerken]

In 1975 was er in het Stedelijk Museum te Amsterdam een tentoonstelling met de titel 'Fundamentele Schilderkunst'. De tentoonstelling was zo genoemd op voorstel van Edy de Wilde en toonde het werk van achttien kunstenaars. Er was een begeleidende catalogus, met teksten van De Wilde, en Dini Rippel, de tentoonstelling vond plaats van 25 april - 22 juni. De deelnemende kunstenaars waren: Jaap Berghuis, Jake Berthot, Louis Cane, Alan Charlton, Raimund Girke, Richard Jackson, Robert Mangold, Brice Marden, Agnes Martin, Tomas Rajlich, Edda Renouf, Gerhard Richter, Stephen Rosenthal, Robert Ryman, Kees Smits, Marthe Wery, Jerry Zeniuk, en Rob van Koningsbruggen.

Kunstschilders fundamentele kunst[bewerken | brontekst bewerken]

Belangrijke kunstschilders van de fundamentele kunst en de minimal-art zijn:

Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

België[bewerken | brontekst bewerken]

Beeldhouwers fundamentele kunst[bewerken | brontekst bewerken]

Bekende beeldhouwers binnen de fundamentele kunst zijn:

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]