Naar inhoud springen

Krzysztof Penderecki

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Krzysztof Penderecki
Krzysztof Penderecki
Krzysztof Penderecki
Algemene informatie
Volledige naam Krzysztof Penderecki
Geboren 23 november 1933
Geboorteplaats DębicaBewerken op Wikidata
Overleden 29 maart 2020
Overlijdensplaats KrakauBewerken op Wikidata
Land Vlag van Polen Polen
Werk
Genre(s) Klassiek
Beroep Componist, muziekpedagoog, dirigent
Invloed(en) Artur Malawski, Stanislaw Skolyszewski, Franciszek Skolyszewski
Officiële website
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) Last.fm-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Handtekening
Handtekening
Portaal  Portaalicoon   Muziek
(en) Interview met Krzysztof Penderecki Turning history into avant-garde

Krzysztof Eugeniusz Penderecki (Dębica, 23 november 1933Krakau, 29 maart 2020[1]) was een Pools componist, dirigent en muziekpedagoog. Zijn werken staan als postserieel bekend en hij is vooral bekend geworden door zijn dissonante klankcomposities. Hij werd gezien als een van de toonaangevende componisten van de Poolse avant-garde, soms werd hij ook laat-moderne klassieker genoemd. Op latere leeftijd heeft hij zich ook van andere stijlen bediend.

Penderecki was een van de weinige eigentijdse componisten van de avant-garde die brede bekendheid hebben gekregen. Een mijlpaal was de in 1961 voltooide Trauermusik für die Opfer von Hiroshima (Threnos), voor 52 strijkinstrumenten en gedeeltelijk in grafische notatie, die zich in het vervolg tot een standaard voor vele avantgardistische composities ontwikkeld heeft. De werken van Penderecki zijn gebruikt in enkele internationaal bekende films, waarbij vooral regisseurs van horror een liefde bleken te hebben voor de grootschalige, onheilspellende orkestklanken die kenmerkend zijn voor zijn vroege oeuvre.

Door zijn vader kwam hij al vroeg met muziek in aanraking. Hij kreeg als kind viool- en pianoles. Later studeerde hij compositie aan de Staatshogeschool voor Muziek in Krakau bij Artur Malawski en Stanislaw Skolyszewski, alsook privé bij Franciszek Skolyszewski. Tegelijkertijd studeerde hij aan de universiteit van Krakau ook filosofie, kunst- en literatuurgeschiedenis.

In 1958 voltooide hij zijn studie en werd hij docent voor compositie aan de Muziekacademie Krakau; van 1972 tot 1987 was hij er tevens directeur. Van 1966 tot en met 1968 was hij eveneens docent aan de Folkwang Hochschule in Essen, Duitsland. Hij heeft talrijke onderscheidingen en prijzen op zijn naam staan. Halverwege de jaren zeventig werd Penderetsky professor aan de Yale School of Music.[2]

In 2006 kreeg hij een eredoctoraat van de Universiteit van Münster.

Penderecki overleed op 29 maart 2020 op 86-jarige leeftijd, na een lange ziekte.[3]

Oeuvre van Krzysztof Penderecki gerangschikt op jaar van compositie

Werken voor orkest

[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor strijkorkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1959: Uitvloeisels (Emanationen) voor twee strijkorkesten
  • 1960-1961: Threnos (Threnodie) - Den Opfern von Hiroshima voor 52 strijkers
  • 1961: Polymorphia voor 48 strijkers
  • 1962: Kanon voor strijkorkest
  • 1963: Drei Stücke im alten Stil, naar muziek van de film Die Handschrift von Saragossa, voor strijkorkest
  • 1973: Intermezzo voor 24 strijkers
  • 1992: Sinfonietta per archi
  • 1996-1997: Serenade voor strijkorkest: Passacaglia (1996), Larghetto (1997);
  • 1994: Agnus Dei uit het Pools Requiem (1980/84) voor strijkorkest
  • 1998: De profundis uit de "Seven Gates of Jerusalem" voor strijkorkest
  • 2005: Pools Requiem: Chaconne, een toevoeging aan het Pools Requiem.

Werken voor soloinstrumenten en orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1961: Fonogrammi voor fluit en kamerorkest
  • 1964: Capriccio voor hobo en elf strijkers
  • 1964: Sonata voor cello en orkest
  • 1966-1967: Concerto voor violine grande en orkest
  • 1967: Capriccio voor viool en orkest
  • 1971: Partita voor concerterend klavecimbel, elektrische gitaar, basgitaar, harp, contrabas en orkest
  • 1973: Celloconcert; een bewerking van het Concerto voor violine grande;
  • 1976-1977: Concerto voor viool en orkest
  • 1982: Concerto voor cello en orkest nr. 2
  • 1983: Concerto voor altviool (cello/klarinet) en orkest
  • 1987: Lied van de Cherubijnen
  • 1992: Concerto voor fluit (klarinet) en kamerorkest
  • 1992-1995: Metamorphosen, concert voor viool en orkest nr. 2
  • 1994: Sinfonietta nr. 2 voor klarinet en strijkers
  • 2000: Muziek voor blokfluiten, marimbafoon en strijkers
  • 2000-1901: Concerto Grosso voor drie celli en orkest
  • 2001-2002: Concert voor piano en orkest
  • 2008: Winterreise, concert voor hoorn en orkest

Andere werken

[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor harmonieorkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1967 Pittsburgh Ouverture, voor symfonisch blaasorkest
  • 1994 Entrata voor 4 hoorns, 3 trompetten, 3 trombones, tuba en pauken
  • 1995 Burleske Suite aus "Ubu Rex" voor groot harmonieorkest
  • 1998 Luzerner Fanfare voor 8 trompetten en slagwerk
  • 2008 Danziger Fanfare, voor 4 trompetten, 4 hoorns, 4 trombones, tuba, pauken en 3 slagwerkers

Werken voor jazzensemble

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1971: Actions voor Jazzensemble

Muziektheater

[bewerken | brontekst bewerken]
Voltooid in titel aktes première libretto
1968-1969 Diabły z Loudun (Die Teufel von Loudun);
(The Devils of Loudun)
3 aktes 20 juni 1969, Hamburg, Staatsoper Van de componist zelf, naar "The Devils of Loudun" van Aldous Huxley,
in de dramatisering van John Whiting
1976-1978 Raj utracony (Paradise Lost);
Sacra Rappresentazione
2 aktes 29 november 1978, Chicago, Lyric Opera Christopher Fry, op tekst van John Milton
1984-1986 Czarna maska (Die schwarze Maske) 1 akte 15 augustus 1986, Salzburg, Salzburger Festspiele Harry Kupfer en Krzysztof Penderecki, naar een toneelstuk van Gerhart Hauptmann
1990-1991 Król Ubu (Ubu Rex) 2 aktes 6 juli 1991, München, Bayerische Staatsoper Jerzy Jarocki en Krzysztof Penderecki,
naar het toneelstuk «Ubu le Roi» van Alfred Jarry

Koor a capella

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1962: Stabat Mater uit de Lukas Passion voor 3 gemengde koren (SATB) a capella
  • 1965: Miserere uit de Lukas Passion voor jongerenkoor ad libitum en 3 gemengde koren (ATB) a capella
  • 1965: In Pulverem Mortis uit de Lukas Passion voor 3 gemengde koren (SATB) a capella
  • 1972: Ecloga VIII (Vergili "Bucolica") voor 6 mannenstemmen (AATBBB) a capella
  • 1981: Agnus Dei uit het Pools Requiem voor gemengd koor (SSAATTBB) a capella
  • 1986: Ize cheruvimi (Song of Cherubim/ Cherubinischer Lobgesang) – Oudkerkslavisch met Engelse transcriptie voor gemengd koor (SSAATTBB) a capella
  • 1987: Veni creator (Hrabanus Maurus) voor gemengd koor (SSAATTBB) a capella
  • 1992: Benedicamus Domino (Organum und Psalm 117) voor 5-stemmig mannenkoor (TTTBB) a capella (lat.)
  • 1993: Benedictus voor gemengd koor (SATB) a capella
  • ????: De profundis (Psalm 129, 1-3) uit Seven Gates of Jerusalem (1996) voor 3 gemengde koren (SATB) a capella

Zang en instrumentaal ensemble of orkest

[bewerken | brontekst bewerken]

Koor en orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1958: Uit de psalmen van David voor gemengd koor (SATB) en instrumenten - Psalm 28, Psalm 30, Psalm 43 en Psalm 143;
  • 1959-1961: Dimensionen der Zeit und Stille voor 40-stemmig gemengd koor, slagwerkgroepen en strijkers
  • 1964: Cantata in honorem Almae Matris Universitatis Iagellonicae sescentos abhinc annos fundatae voor 2 gemengde koren en orkest
  • 1970-1973: Canticum Canticorum Salomonis voor 16-stemmig gemengd koor, kamerorkest en een danspaar (ad lib.)
  • 1997: Hymne an den heiligen Daniel (Slawa swjatamu dlinnju knazju moskowskamu) voor gemengd koor (SATB) en orkest
  • 1997: Hymne an den heiligen Adalbert voor gemengd koor (SATB) en orkest

Solostemmen, koor en instrumentaal ensemble of orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1965-1966: Passio et mors Domini nostri Jesu Christi (secundum Lucam/ Lukas-Passion) voor sopraan, bariton, bas, spreker, jongerenkoor, 3 gemengde koren (SATB) en orkest; première: 30 maart 1966 in de Dom te Münster;
  • 1967: Dies Irae - Oratorium ter nagedachtenis van de slachtoffers van Auschwitz, oratorium voor sopraan, tenor, bas, gemengd koor (SATB) en orkest:
    • I Lamentatio
    • II Apocalypsis
    • III Apotheosis
  • 1970: Kosmogonia voor solostemmen (sopraan, tenor, bas), gemengd koor en orkest; opdrachtwerk van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan (bild: uittreksel vanuit de schetsen);
  • 1969-1970: Utrenja I (Grablegung Christi) voor soli (sopraan, alt, tenor, bas, basso profondo), 2 gemengde koren en orkest
  • 1970-1971: Utrenja II (Auferstehung) voor soli (sopraan, alt, tenor, bas, basso profondo), jongenskoor, 2 gemengde koren en orkest
  • 1973-1974: Magnificat voor bas-solo, vocaalensemble (7 mannenstemmen), 2 gemengde koren (te 24st. ), jongenskoor en orkest:
    • I magnificat
    • II fuga
    • III et misericordia eius...
    • IV fecit potentiam
    • V passacaglia
    • IV sicut locutus est
    • VII gloria;
  • 1979: Vorspiel, Visionen und Finale uit "Paradise Lost" voor 6 solisten, groot gemengd koor en orkest
  • 1979-1980: Te Deum voor 4 solostemmen (sopraan-, mezzosopraan-, tenor-, bassolo), 2 gemengde koren en orkest
  • 1980: Lacrimosa uit het Pools Requiem voor sopraansolo, gemengd koor en orkest
  • 1980-1984: Pools Requiem voor vier solisten (SATB), gemengd koor en orkest (gerevideerd 1993)
  • 1988: Twee scènes en finale uit de opera "Die schwarze Maske" voor sopraan, mezzosopraan, gemengd koor en orkest
  • 1995: Agnus Dei voor vier soli, gemengd koor en orkest vanuit het "Requiem der Versöhnung" ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog
  • 1994 (?): Sanctus uit het Pools Requiem voor alt- en tenorsolo, gemengd koor en orkest;
  • 1996: Seven Gates of Jerusalem voor 5 solostemmen (SSATB), spreker, 3 gemengde koren en orkest, opdrachtwerk van de Stad Jeruzalem, het Jerusalem Symphony Orchestra en het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks ter gelegenheid van de 3000-jaar viering van Jerusalem (bild: uittreksel uit de partituur):
    • I Magnus Dominus et laudabilis nimis
    • II Si oblitus fuero tui, Jerusalem
    • III De profundis
    • IV Si oblitus fuero tui
    • Jerusalem
    • V Lauda, Jerusalem, Dominum (Psalm 147)
    • VI Ezechiel 37, 1-10
    • VII Haec dicit Dominus: Ecce ego do coram vobis viam vitae, et viam mortis
  • 1997-1998: Credo voor 5 solostemmen (sopraan, mezzosopraan, alt, tenor, bas), kinderkoor, gemengd koor en orkest
  • 1953: Sonate voor viool en piano
  • 1956: 3 miniature voor klarinet en piano;
  • 1959: Miniature voor viool en piano;
  • 1960: Strijkkwartet nr. 1 voor 2 violen, altviool en cello
  • 1968: Capriccio per Siegfried Palm voor cello solo
  • 1968: Strijkkwartet nr. 2 voor 2 violen, altviool en cello
  • 1980: Capriccio voor tuba solo
  • 1984: Cadenza voor altviool solo
  • 1985-1986: Per Slava voor cello solo
  • 1987: Prélude voor soloklarinet in bes
  • 1988: Der unterbrochene Gedanke voor 2 violen, altviool en cello
  • 1990-1991: Strijktrio voor viool, altviool en cello
  • 1993: Kwartet voor klarinet, viool, altviool en cello
  • 1994: Divertimento voor cello solo;
  • 1999: Sonate voor viool en piano nr. 2;
  • 2000: Sextet voor viool, altviool, cello, klarinet, hoorn en piano
  • 2008: Strijkkwartet nr. 3 voor 2 violen, altviool en cello 'Leaves of an unwritten diary'

Werken voor geluidsband

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1961: Psalmus voor geluidsband
  • 1972: Ekechejria - muziek voor de Olympische Spelen 1972 voor geluidsband - première 26 augustus 1972 in München voor de openingsceremonie van de XX. Olympische Spelen
  • ????: Brigade of Death voor geluidsband

Belangrijke onderscheidingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Penderecki is eredoctor en ereprofessor van talrijke universiteiten:

Verder is hij erelid van de volgende academies en muziekgezelschappen:

  • Możliwość regeneracji sztuki jest dla mnie pewnikiem, Ruch Muzyczny 39:2-3 N1-2 1995
  • R. Welten: Bartók, Penderecki en Lutosławski : de klank van slapeloosheid, Mens en Melodie 50:406-15 Jul-Aug 1995
  • Wim de Ruiter: Compositie-Technieken in de twintigste eeuw partituur-voorbeelden, Haarlem, Netherlands: De Toorts, 1993, 2 delen, 400 p., ISBN 978-9060206737
  • Ruth Renée Reif: Orchestermitglieder seit 1924, in: Die Stuttgarter Philharmoniker, ein historisches Porträt - Herausgegeben von der Gessellschaft der Freunde der Stuttgarter Philharmonica, Tübingen: Silberburg-Verlag, 1999. ISBN 3-87407-319-X
  • Colin Larkin: The encyclopedia of popular music, Third edition, New York: Macmillan, 1998, 8 vols., 6653 p., ISBN 978-1561592371
  • Arthur Kaptainis: Montreal: Montreal Symphony : Penderecki, Violin Concerto No. 2, American Record Guide 59:59 N3 1996
  • J. Pawlak-Mihai: Rumunska premiera Requiem Pendereckiego, Ruch Muzyczny 40:25 N1 1996
  • Bernard Jacobson: A Polish Renaissance (20th Century Composers), London: Phaidon Press LImited, 1996, 240 p., ISBN 978-0714832517
  • Stanisław Kosz: Penderecki w WOSPR, Ruch Muzyczny 40:19 N3 1996
  • R. Schulz: Ein wahrer Koloss auf dröhnenden Füßen, Neue Musikzeitung 45:50 Feb-Mar 1996
  • Penderecki Clarinet Concerto premièred in Colorado, Clarinet: 23:11 N1 1995
  • B. Krarup: Krzysztof Penderecki, Dmt—Dansk Musik Tidsskrift 70:116+ N4 1995-1996
  • Wolfgang Suppan: Die "Pittsburgh Ouverture" (1967) von Krzysztof Penderecki, Musikerziehung 48:168-76 N4 1995
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Wolfgang Suppan: Das neue Lexikon des Blasmusikwesens, 3. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1988, ISBN 3-923058-04-7
  • Wolfgang Suppan: Lexikon des Blasmusikwesens, 2. ergänzte und erweiterte Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Fritz Schulz, 1976
  • C. Baier: Krzysztof Penderecki'. "Die Teufel von Loudun", Österreichische Musikzeitschrift 50:48-9 N1 1995
  • Opera Pendereckiego i Stachowskiego w Ankarze, Ruch Muzyczny 38:5 N8 1994
  • Jozef Kanski: Poland: Penderecki in perspective, Opera (England) 45:352-4 Mar 1994
  • Jozef Kanski: Tydzien z Pendereckim, Ruch Muzyczny 38:3 N1 1994
  • Malgorzata Gąsiorowska: Dni Krzysztofa Pendereckiego w Krakowie : suplement, Ruch Muzyczny 38:1-2 N5 1994
  • P. Orski: Dni Krzysztofa Pendereckiego w Krakowie, 10-12 grudnia 1993 : odrobina luksusu, Ruch Muzyczny 38:1+ N2 1994
  • Lutz Lesle: "Ich brauche dieses Orchester wie meine Musik" : Geburtstagsgespräch mit Krzysztof Penderecki, Das Orchester, 42:27-8 N4 1994
  • M. Guillot: Musique et metissage, Revue d'Esthetique N24:136+ 1993
  • C. Aare: Solitar och kosmopolit, Tonfallet N9:22-3 1993
  • V. Barras: Genève / Zürich: Nouveaux concertos de K. Penderecki et Daniel Schnyder, Dissonanz/dissonance N35:20 Feb 1993
  • G. Atterfors: Perspektiv paa Penderecki, Musikrevy 48:41-3 N5 1993
  • Oskar Kolberg: Penderecki med nytt verk, Ballade 17:28-9 N4 1993
  • Leopold Brauneiss: Kontinuität und Wandel im Werk Krzysztof Pendereckis, Österreichische Musikzeitschrift 48:530-34+ Oct-Nov 1993
  • Sztokholm zapowiada festiwal Pendereckiego, Ruch Muzyczny 37:5 N8 1993
  • M. Tetaz-Gramegna: En creation a Lausanne, un "Concerto pour flute" de Penderecki : des clusters a l'accord parfait, Revue Musicale de Suisse Romande 46:45-7 N1 1993
  • Brian Morton, Pamela Collins, Brian Ferneyhough: Contemporary composers, Chicago: St. James Press, 1992, 1019 p., ISBN 1-55862-085-0
  • Martine Cadieu: A l'ecoute des compositeurs : (Entretiens, 1961-1974), Minerve, 1992, 284 p., ISBN 978-2869310575
  • Jacques-Emmanuel Fousnaquer, Claude Glayman, Christian Leble: Musiciens de notre temps depuis 1945, Paris: Editions Plume, 1992, 542 p., ISBN 2-908034-32-8
  • Wolfram Schwinger: Penderecki. Begegnungen, Lebensdaten, Werkkommentare. Deutsche Verlags-Anstalt, Stuttgart, 1979, ISBN 3-42101-832-4
  • Brockhaus Riemann Musiklexikon, 1979, ISBN 3-7957-8303-8.
[bewerken | brontekst bewerken]