Marine Etablissement Amsterdam

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Poortgebouw
De 17e-eeuwse toegangspoort tot het marineterrein aan de Kattenburgerstraat 7.
Locatie
Adres Kattenburgerstraat 7Bewerken op Wikidata
Coördinaten 52° 22′ NB, 4° 55′ OL
Status en tijdlijn
Oorspr. functie Marinewerf
Erkenning
Monumentstatus Rijksmonument
Monumentnummer 2206
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde
's Lands Zeemagazijn

Het Marine Etablissement Amsterdam is een terrein met gebouwen in Amsterdam. Het complex is eigendom van de Koninklijke Marine. Het ligt op het stadseiland Kattenburg. Het terrein wordt begrensd door aan de westkant het Oosterdok, aan de zuidoostkant de Kattenburgerstraat en aan de noordkant de Dijksgracht.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Op 28 september 1655 werd hier op een in het IJ aangeplempt eiland de eerste steen gelegd voor 's Lands Zeemagazijn – waarin sinds 1973 het Nederlands Scheepvaartmuseum is gehuisvest. Al snel werd naast het pakhuis een grote scheepswerf gevestigd waar schepen werden gebouwd voor de Admiraliteit van Amsterdam. In 1791 brandde de werf vrijwel geheel af, waarna hij binnen twee jaar werd herbouwd. Toen de Admiraliteit in 1795 werd opgeheven, werd het terrein eigendom van de marine.

Vanaf 1795 werden steeds grotere schepen gebouwd, vanaf 1867 werd overgegaan op de bouw van ijzeren schepen. Schepen die hier zijn gebouwd zijn onder andere de Hollandia van Cornelis Tromp en de kanonneerboot van Jan van Speijk.

Omdat de steeds groter wordende marineschepen de sluizen en bruggen op hun weg van en naar zee niet meer konden passeren werd 's Rijks Werf verplaatst naar Den Helder. In 1915 werd de werf in Amsterdam gesloten en ging het complex verder als opleidingscentrum en goederenopslag, onder de naam Marine Etablissement Amsterdam.

Tussen 1940 en 1945 was het complex in gebruik bij de Duitse bezetter. Vanaf 1962 werd het westelijke deel van het complex gesloopt voor de bouw van de IJtunnel. Een deel van het dok werd gedempt en er verschenen nieuwe panden ter vervanging van de oude bebouwing. Van de oorspronkelijke gebouwen zijn er nog twee over.

Inmiddels werden er ook eenheden van de Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht en Koninklijke Marechaussee gevestigd. In 2001 is op het terrein een depot gebouwd voor het Nederlands Scheepvaartmuseum naar ontwerp van Liesbeth van der Pol. Tot 2005 was het Strategisch Verbindingsinlichtingen Centrum op het terrein gevestigd.

Sinds 2005 is er het Facilitair Steunpunt Amsterdam voor de gehele krijgsmacht gevestigd. Ayaan Hirsi Ali was begin 2005 enige tijd op het Marine Etablissement gehuisvest toen zij wegens doodsbedreigingen moest onderduiken.

Nieuwe bestemmingen[bewerken | brontekst bewerken]

Als gevolg van bezuinigingen zette het Nederlandse ministerie van Defensie in 2011 het Marine Etablissement te koop.[1] Defensie en de gemeente Amsterdam gingen samen onderzoeken hoe het complex in de toekomst voor beide partijen op de beste manier kan worden gebruikt.

In mei 2013 werd bekendgemaakt dat de Marine het complex stap voor stap gaat verlaten en dat het een openbare functie voor de stad gaat krijgen.[2]

Nederland was gedurende de eerste helft van 2016 voorzitter van de Europese Unie, in dat halfjaar werd het complex gebruikt voor vergaderingen van de EU.[3]

Als eerste werd begin januari 2015 het zuidelijk gedeelte van het Marineterrein, de zogenaamde Voorwerf, met het Poortgebouw aan de Kattenburgerstraat (nummer 7) opengesteld.

In januari 2016 werd een tweede gedeelte voor het publiek opengesteld, inclusief de 'blauwe poort'. In de loop van enkele jaren trekt Defensie zich tot 2018 stapsgewijs grotendeels terug van het terrein. De Marechaussee en de Nationale Reserve zullen er wel blijven.

Op 2 juli 2018 zou Defensie de resterende gebouwen overdragen aan het Rijksvastgoedbedrijf. Vanaf dat moment zouden deze gebouwen tijdelijk gebruikt gaan worden voor niet-militaire functies. Het hek, dat nu nog het publieke en militaire deel van elkaar scheidt, zou in de loop van de opvolgende maanden verdwijnen.

Defensie is niet op de afgesproken datum vertrokken. Kort voor de deadline kwam de wens om toch een deel van het terrein te blijven gebruiken vanwege strategische heroverwegingen. Men wil toch een steunpunt in het centrum van Amsterdam behouden. Overleg tussen Amsterdam en Defensie moet uitwijzen hoe de ontwikkelingen verder zullen gaan.[4]

Uiteindelijk heeft Defensie besloten om op een deel van het eiland te blijven. Op deze manier is blijvende aanwezigheid van Defensie in de hoofdstad te verenigen met de huidige plannen. Dat heeft minister Ank Bijleveld-Schouten de Kamer per brief gemeld.[5]


Galerij[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Alan Lemmers Van werf tot facilitair complex: 350 jaar marinegeschiedenis op Kattenburg (2005) ISBN 90-71957-39-X

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Marine Etablissement Amsterdam van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.