Nachtegaal

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door MatthijsWiki (overleg | bijdragen) op 5 mrt 2020 om 14:38. (Wijzigingen door 83.162.194.213 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Dick Bos)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Nachtegaal
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012)
Nachtegaal
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Muscicapidae (Vliegenvangers)
Onderfamilie:Saxicolinae
Geslacht:Luscinia
Soort
Luscinia megarhynchos
(Brehm, 1831)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Nachtegaal op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels
Nachtegaal zang 1
Nachtegaal zang 2
Nachtegaal zang 3
Een zingende nachtegaal

De nachtegaal (in dichterlijke taal ook filomeel; Luscinia megarhynchos) is een zangvogel uit de onderfamilie Saxicolinae, vroeger ingedeeld bij de familie Turdidae (lijsters) maar nu onderdeel van de familie Muscicapidae. De naam is afgeleid van het Germaanse "galan": (galmend) zingen.

Kenmerken

De bovenzijde is egaal bruin van kleur, terwijl de stuit en de bovenzijde van de staart roodbruin zijn. De onderzijde is lichtgrijs. Het oog is opvallend groot en zwart en de poten zijn licht van kleur. Zijn zang is verklinkend, veelzijdig, erg karakteristiek en vaak 's nachts hoorbaar. De lichaamslengte bedraagt 16,5 cm.

Leefwijze

Verder is het een vogel die zich onopvallend ophoudt in dicht struikgewas, vaak met brandnetels, van waaruit hij ook zingt. Het voedsel bestaat uit wormen, insecten, larven, poppen en eieren.

Voortplanting

Het legsel bestaat uit 4 tot 5 olijfbruine eieren in een nest, dicht bij de grond, in de dichte ondergroei.

Naam

Vroeger droeg de nachtegaal de wetenschappelijke naam Daulias luscinia.[2]

Verspreiding en leefgebied

De nachtegaal is een trekvogel die alleen van april tot oktober in West-, Zuid- en Midden-Europa en tot in Midden-Azië onder de 50ste breedtegraad voorkomt om te broeden. Hij overwintert in Zuidelijk Afrika.

De soort telt drie ondersoorten:

  • L. m. megarhynchos: van westelijk en centraal Europa tot centraal Turkije en zuidelijk naar Jordanië.
  • L. m. africana: oostelijk Turkije, de Kaukasus en noordelijk en zuidwestelijk Iran.
  • L. m. golzii: van oostelijk Iran tot Kazachstan, zuidwestelijk Mongolië en noordwestelijk China.

Voorkomen in Nederland en Vlaanderen

Nachtegalen zijn nog steeds vrij talrijke broedvogels in Nederland. Vooral in de duinstreek en op de Waddeneilanden zijn er nachtegalen. Ook Flevoland werd vlot gekoloniseerd. In Oost- en Zuid-Nederland ging het echter minder goed met de nachtegaal. Sinds de jaren 1970 is sprake van een sterke achteruitgang.[3] Dit is de reden dat de nachtegaal in 2004 als kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst is gezet. De soort staat ook als kwetsbaar op de Vlaamse rode lijst. Volgens SOVON is de trend (landelijk gezien) tussen 1990 en 2007 niet geheel duidelijk.[4]

Symbolen

In de volksvertellingen kondigt de nachtegaal de lente aan. Het is de vogel van mei, maar hij is eveneens en vooral het symbool van de liefde, die al eeuwenlang dichters en componisten heeft beziggehouden. Zijn zang bestaat uit herhaalde motiefjes en een crescendo.

Trivia

In de traditionele muziek uit de omgeving van de stad Nice speelt de nachtegaal een belangrijke rol.[5] Tsjaikovski heeft het thema van deze muziek gebruikt in zijn Humoresque opus 10-2. Guido Gezelle - Vlaams dichter - heeft aan de nachtegaal een klankdicht gewijd. Hij tracht daarin het gezang van de vogel tot klinken te brengen.

Zie ook

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Luscinia megarhynchos op Wikimedia Commons.
Zoek nachtegaal op in het WikiWoordenboek.