Natuur en milieu
Het onderwerp natuur en milieu is in de tweede helft van de twintigste eeuw volop in de belangstelling komen te staan. Onder natuur wordt in dit verband allereerst de levende natuur, dus flora en fauna, verstaan, hoewel het onderwerp niet losgezien kan worden van het fysieke milieu op de planeet aarde. Om deze reden is er een sterke aandacht gegroeid voor het Systeem Aarde, de beschouwing van de planeet als een geïntegreerd systeem, waarin de mens en zijn leefomgeving nauw met elkaar verbonden zijn.
Ontwikkeling van de belangstelling
[bewerken | brontekst bewerken]In de eerste helft van de twintigste eeuw ontwikkelden techniek en economie zich in hoog tempo. Slechts weinigen waren zich ervan bewust dat dit ten koste van de levende natuur kon gaan, laat staan van de kwaliteit van het milieu van de mens. De PvdA-politicus Marinus van der Goes van Naters was in Nederland een van de weinigen. Een halve eeuw eerder hadden de natuurvorsers Eli Heimans en Jac. P. Thijsse zich al wel ingezet voor de levende natuur, bijvoorbeeld het behoud van het Naardermeer en de daarin levende vogelsoorten. Het meer dreigde tot vuilstortplaats van Amsterdam te worden omgevormd.
In de jaren zestig kwam de vraag in brede lagen van de Nederlandse bevolking op of de economisch-technische groei ongecontroleerd kon blijven doorgaan. Ook internationaal brak, onder meer met het rapport 'Grenzen aan de groei' van de club van Rome in 1972, het besef door dat de hulpbronnen van de aarde eindig zijn. Het rapport bevatte een analyse van vijf factoren:
- omvang van de bevolking,
- voedselproductie,
- industriële productie,
- voorraad natuurlijke hulpbronnen en
- milieuvervuiling.
De conclusies waren wat betreft de fossiele brandstoffen alarmerend: zonder maatregelen zouden binnen vijftig à honderd jaar de op dat moment in de aardkorst geïnventariseerde voorraden verbruikt zijn.
De hierop volgende oliecrisis in 1973 versterkte het schokeffect van dit rapport. De NASA publiceerde in dezelfde periode observaties van een satelliet van het ozongat boven de zuidpool (hoewel dit gat al in 1956 door Gordon Dobson ontdekt was).
De publicaties door biologen van lijsten van bedreigde diersoorten, statistieken over oprukkende woestijnen, berichten over ontbossing en bedreiging van het tropisch regenwoud, maar ook alarmerende berichten over de effecten van pesticiden, deden langzaam bij de bevolking en regeringen in het westen het besef groeien dat de mensheid zich intensiever bezig moest gaan houden met milieubeheer.
Over de oorzaken van de problematiek van natuur en milieu en over de aanpak ervan zijn de meningen verdeeld.[bron?] Sommigen vinden dat de enige mogelijkheid om de natuur- en milieukwaliteit kan behouden het indammen van de welvaart is. Anderen vinden dat armoede en de bevolkingsgroei de belangrijkste oorzaken zijn. Weer anderen verwijzen naar het kapitalisme of de macht van de multinationals. Een aantal mensen, onder wie de controversiële wetenschapper Bjorn Lömborg, en politici van sommige partijen zeggen dat het helemaal niet zo slecht gesteld is met het milieu en dat er helemaal niet zo veel gedaan hoeft te worden.
Externe link
[bewerken | brontekst bewerken]- Compendium voor de Leefomgeving (feiten en cijfers over milieu en natuur)
- Ozon: het gat in de ozonlaag door de jaren heen op knmi.nl