Ninia

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ninia
Ninia atrata
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Colubroidea
Familie:Colubridae (Toornslangachtigen)
Onderfamilie:Dipsadinae
Geslacht
Ninia
Baird & Girard, 1853
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Ninia op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Ninia is een geslacht van slangen uit de familie toornslangachtigen (Colubridae) en de onderfamilie Dipsadinae.[1]

Naam en indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Spencer Fullerton Baird en Charles Frédéric Girard in 1853. Er zijn elf soorten, inclusief de pas in 2017 beschreven soort Ninia teresitae. De slangen werden eerder aan andere geslachten toegekend, zoals Coluber en Streptophorus.

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De lichaamslengte bedraagt ongeveer veertig tot 50 centimeter inclusief staart. De slangen hebben zeventien tot 21 rijen schubben op het midden van de rug, die sterk gekield zijn en voorzien van lengtegroeven. De nasaalschub kan zowel enkelvoudig of gepaard zijn, de subcaudaalschubben (aan de onderzijde van de staart) zijn gepaard.[2] De lichaamskleur van een aantal soorten is geheel zwart, met een vlek aan de achterzijde van de kop en in de nek, deze kan zowel wit (Ninia hudsoni) of rood (Ninia atrata) zijn.

Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]

De slangen leven op of in de bodem in de strooisellaag en hebben een deels gravende levenswijze. Op het menu staan voornamelijk regenwormen, slakken en naaktslakken en andere kleine dieren zoals insecten en hun larven. De vrouwtjes zetten eeiren af.[2]

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

De soorten komen voor in delen van Midden- en Zuid-Amerika en leven in de landen Mexico, Belize, Guatemala, Honduras, El Salvador, Nicaragua, Costa Rica, Panama, Colombia, Ecuador, Trinidad en Venezuela.[1] De habitat bestaat uit tropische en subtropische bossen, zowel in laaglanden als bergstreken, en droge tropische en subtropische bossen. Ook in door de mens aangepaste streken zoals plantages, landelijke tuinen en weilanden kunnen de dieren worden aangetroffen.

Beschermingsstatus[bewerken | brontekst bewerken]

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan tien soorten een beschermingsstatus toegewezen. Zeven soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC), twee soorten als 'gevoelig' (Near Threatened of NT) en een als 'onzeker' (Data Deficient of DD)..[3]

Soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.

Naam Auteur Verspreidingsgebied Beschermingsstatus
Ninia atrata Hallowell, 1845 Panama, Colombia, Ecuador, Venezuela, Trinidad
Ninia celata McCranie & Wilson, 1995 Costa Rica, Panama
Ninia diademata Baird & Girard, 1853 Mexico, Belize, Guatemala, Honduras, Guatemala
Ninia espinali McCranie & Wilson, 1995 Honduras, El Salvador
Ninia franciscoi Angarita-Sierra, 2014 Trinidad
Ninia hudsoni Parker, 1940 Guyana, Ecuador, Peru, Brazilië, Colombia
Ninia maculata Peters, 1861 Guatemala, Honduras, Nicaragua, Costa Rica, Panama, mogelijk in El Salvador
Ninia pavimentata Bocourt, 1883 Guatemala, Honduras
Ninia psephota Cope, 1875 Panama, Costa Rica
Ninia sebae Duméril, Bibron & Duméril, 1854 Mexico, Belize, Guatemala, Honduras, El Salvador, Nicaragua, Costa Rica, Panama
Ninia teresitae Angarita-Sierra & Lynch, 2017 Colombia, Ecuador Niet geëvalueerd

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]