Naar inhoud springen

Pantserkrokodil

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door XXBlackburnXx (overleg | bijdragen) op 5 jan 2019 om 14:16. (Wijzigingen door 24.132.68.191 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Wimpus)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Pantserkrokodil
IUCN-status: Kritiek[1] (2014)
Pantserkrokodil
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Crocodilia (Krokodilachtigen)
Superfamilie:Crocodyloidea
Familie:Crocodylidae (Echte krokodillen)
Onderfamilie:Crocodylinae
Geslacht:Mecistops
Soort
Mecistops cataphractus
Cuvier, 1825
Verspreiding
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Pantserkrokodil op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De pantserkrokodil (Mecistops cataphractus) is een krokodilachtige uit de familie echte krokodillen (Crocodylidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Georges Cuvier in 1825.[2] Tot recentelijk behoorde de soort tot het geslacht Crocodylus, zodat niet alle literatuur de huidige wetenschappelijke naam gebruikt. De soortaanduiding cataphractus is afgeleid van het Oudgriekse κατάφρακτος (kataphraktos) en betekent vrij vertaald 'bepantserd'.

Verspreiding en habitat

De pantserkrokodil komt voor in westelijk Afrika, van een brede kuststrook in Senegal tot een klein deel van zeer noordwestelijk Angola, en ook in het grootste deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek en Congo-Kinshasa in Centraal-Afrika. Het aantal in het wild levende exemplaren wordt geschat op 50.000. Deze soort is sterk aan water gebonden en komt alleen aan land om te zonnen en eieren te leggen. Zoals veel soorten krokodilachtigen leven ze in groepen in meren, rivierarmen en -mondingen, maar alleen in diepere zoete wateren met weinig vegetatie.

Uiterlijke kenmerken

Het reptiel wordt tot vier meter lang, maar de meeste exemplaren worden niet langer dan 3 meter en daarmee is het een vrij kleine soort. De naam is te danken aan de hoornplaten op de buik, terwijl verreweg de meeste reptielen hier gladde schubben hebben, ook de meeste krokodilachtigen. De kleur is meestal donkerbruin of -grijs tot zwart.[3]

Het aantal tanden varieert van 64 tot 70,5 (soms 4) rijen voortanden (premaxillair) en 13 of 14 rijen tanden (maxillair) in de bovenkaak en 15 of 16 rijen kiezen (mandibulair) in de onderkaak.[4] De snuit is aangepast op het voedsel dat voornamelijk uit vis bestaat: deze is zeer dun en lang en lijkt enigszins op die van de gaviaal (Gavialis gangeticus), maar deze laatste heeft nog veel smallere en langere kaken.

Levenswijze

Er is niet veel bekend over de levenswijze van de pantserkrokodil, de vrouwtjes lijken de nesten niet zo fel te verdedigen als andere soorten, maar als de jongen uitkomen graaft ze wel het nest uit. Pasgeboren krokodillen maken een kuiken-achtig piepgeluid, wat door de moeder, die meestal in de buurt blijft, wordt gehoord. Het voedsel bestaat uit kleinere zoogdieren zoals ratten, amfibieën en kreeftachtigen, maar vis maakt het grootste deel van het menu uit.

Bronvermelding