Pegasusbrug

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pegasusbrug
De nieuwe Pegagusbrug in geopende toestand
Algemene gegevens
Locatie Bénouville
Overspant Kanaal van Caen
Bouw
Ingebruikname 1935/1994
Architectuur
Type rolbasculebrug
Portaal  Portaalicoon   Verkeer & Vervoer

De Pegasusbrug is een erenaam gegeven door de Britse genie sinds 26 juni 1944 aan de rolhefbrug van het Scherzer-type (1934) over het Kanaal van Caen nabij het dorp Bénouville in departement Calvados, Normandië, Frankrijk. De brug, vóór die laatste datum uitsluitend bekend als Caenkanaal- of Bénouville-brug, was één van de belangrijke in te nemen doelen middels een coup-de-main door een eenheid van de de Britse 6e Luchtlandingsdivisie tijdens Operation Tonga voorafgaand aan de Landingen in Normandië op D-Day, 6 juni 1944. Hoewel deze bruggenactie zeer regelmatig en volkomen onjuist Operation Deadstick wordt genoemd, was dat in feite slechts de militaire codenaam van een gespecialiseerde landingsoefening met zes Horsa-zweefvliegtuigen bij nacht uitgevoerd zonder landingslichten op Holmes Clump op een klein veld. De kanaalbrug verkreeg de naam Pegasus, omdat de Britse luchtlandingstroepen het vliegende paard Pegasus als schouderembleem hadden.

Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

De brug enkele dagen na de verovering; zie de Horsa zweefvliegtuigen onder de bomen

De aanval op de kanaalbrug werd geleid door majoor John Howard. Hij had twee opdrachten: de kanaalbrug veroveren en de brug over de Orne die 360 meter verderop lag bij (Bas de) Ranville. Zijn eenheid zou op D-Day als eerste met de Duitsers in gevecht zijn. Het codebericht aan bij Ranville gelande parachutisten voor succesvolle verovering van beide bruggen zou luiden als Ham and Jam.

Voor de verovering van de twee bruggen beschikte Howard over zes pelotons van het 2e Bataljon Ox en Bucks en 30 geniesoldaten van het 249ste compagnie Royal Engineers. In totaal namen aan de aanval 181 manschappen deel inclusief de piloten. De troepen waren verdeeld over zes gesleepte Horsa zweefvliegtuigen. Het eerste steeg op 5 juni 1944 om 22.56 uur (Britse Dubbele Zomertijd = 21:56 Duits-Normandische tijd) op en het laatste om 23.01 uur. Om 00.07 uur 6 juni 1944 (Britse tijd) vloog het eerste toestel al boven de kust van Frankrijk. Op 1800 meter werden de sleepkabels losgegooid. Het eerste vliegtuig landde op 42 meter van de brug. Drie andere vliegtuigen landden daar zeer dichtbij. De bruggen moesten worden veroverd en daarna verdedigd tot aflossing zou arriveren.

De inname van het geheel duurde nog geen kwartier. Verwacht werd dat de tegenstand zou bestaan uit vijftig man van het Duitse bruggengarnizoen, maar daarvan was slechts een 18 man aanwezig bij beiode bruggen waarvan de meesten in slaap lagen. Er waren onder hen enige Polen in dwangdienst (maar eufemistisch Hilfsfreiwillige of Hifi's genoemd) alsook enige Italiaanse dwangarbeiders die in de verbunkerde manschapsverblijven sliepen. Een kleine bunker aan de weg bij de brug werd onschadelijk gemaakt met fosfor- en handgranaten. Terwijl een dozijn mannen van het eerste peloton over de brug rende, werden zij onder vuur genomen met een mitrailleur. Pelotonscommandant Den Brotheridge sneuvelde, toen hij net de brug over was. Hij wordt gezien als de eerste geallieerde dode tijdens een gevecht op D-day, maar eerder per parachute boven Frankrijk gedropte SAS-agenten sneuvelden al vroeger die nacht. Twee bejaarde Franse burgerwachten werden nabij de kanaalbrug gedood door Brits vuur. De eigenaar van het toenmalige café Picot die buiten stond, werd neergeschoten door een daar schuilende Duitser.

Nadat de Britten de brug veroverd hadde,n vonden ze wel bedrading voor het opblazen van de brug, er waren echter geen explosieven in de houders geplaatst. Gedurende de eerste nacht en de dag daarop waren er diverse kleinere aanvallen door Duitsers die werden afgeslagen. Rond 01.30 's nachts (Britse tijd) op D-Day werd bijvoorbeeld een gepantserd halfrupsvoertuig bewapend met een kanon door sergeant Charles Thornton met een PIAT-antitankwapen in brand geschoten. Waarschijnlijk was het een Duits Demag-type, maar volgens een after battle-rapport van het Glider Pilot Regiment had het een Franse half-track betroffen. Dat is onwaarschijnlijk: het voertuig voerde een sjabloon van een palmboom op een portier, zoals gezien is bij daglicht op D-Day-ochtend door een Britse ooggetuige, en het moet dus behoord hebben tot de 21e Pantserdivisie die voorheen in Noord-Afrika aanwezig was, maar nu nabij Caen gelegerd. Het wrak van deze halfrups versperde op een vierkruising effectief de toegangsweg vanuit Caen door Bénouville heen naar zowel de beide bruggen als naar de Kanaalkust.

Omstreeks 01.00 uur (Britse tijd) voegden mannen van de 5e Parachutebrigade zich bij de troep van majoor Howard en na de middag van D-Day kwamen hier Commando's van de 1e Special Service Brigade van brigadegeneraal Simon the Lord Lovat langs. Het café Gondrée nabij de kanaalbrug op de westelijke oever was in deze periode de locatie waar gewonden werden verzorgd . Tijdens de bruggenactie (coup-de-main) vielen twee Britse doden en vijf gewonden.

De mannen uit twee Horsa’s van drie die moesten landen bij de Ornebrug bij Ranville, veroverden tegelijkertijd bijna zonder slag of stoot die brug. De Duitsers waren hier gevlucht, één werd gedood. Hierna was werd het codebericht Ham and Jam verzonden om aan te geven dat de operatie geslaagd was.

Ter ere van de Britse luchtlandingstroepen werd de brug over het kanaal van Caen vanaf 26 juni 1944 door britse genie en met toestemming van generaal Richard Gale, bevelhebber der 6e Luchtlandingsdivisie de Pegasusbrug genoemd. De Ornebrug werd lang na de oorlog omgedoopt tot Horsabrug naar een voorstel van het Nederlandse echtpaar van Asperen. Die naam is veel minder bekend geworden.

Museum[bewerken | brontekst bewerken]

De oude Pegasusbrug
De brug na 1994

Het Musée Mémorial Pegasus, een museum om de gebeurtenissen van 1944 te herdenken, werd in de onmiddellijke nabijheid van de Pegasusbrug opgetrokken. Het meest prominente item van het museum is de authentieke rolhefbrug zelf. In 1994 is de originele brug in zijn geheel vervangen door een modernere brug. Deze nieuwe brug heeft het uiterlijk van en werkt volgens hetzelfde principe als de oude brug. De oude brug was te smal en was niet stevig genoeg voor zwaar verkeer. De Franse overheid wilde de brug slopen, maar Britse veteranen wisten hem voor het symbolische bedrag van een pond te kopen. De brug lag zes jaar lang in het open veld, terwijl er geld werd ingezameld om hem in gereedheid te kunnen brengen als museaal object. In het museum worden zaken tentoongesteld die betrekking hebben op de Brits-Canadese luchtlandingsoperatie van D-Day. Zo zijn er onder meer uniformen en medailles te zien van mannen die er aan deelnamen. Het museum schenkt ook aandacht aan het systeem van de baileybrug. Een onderdeel van een dergelijke brug ligt op de museumgronden. Er zijn zowel wrakstukken als een replica van een Horsa-zweefvliegtuig te zien.

De originele brug in het museum

Aan de brug staan meerdere monumenten waaronder een buste van majoor John Howard.

Media[bewerken | brontekst bewerken]

De activiteiten rond de Pegasusbrug op D-day zijn verfilmd in de film The Longest Day. De rol van Majoor Howard wordt daarin gespeeld door Richard Todd die in 1944 zelf bij de Pegasusbrug vocht. Hij was officier van het 7e Parachutebataljon dat zowel de kanaalbrug, Bénouville alsook Le Port verdedigde op D-Day.

In computerspellen als Call of Duty en Battlefield 1942 komt deze aanval voor.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Stephen Ambrose, Pegasus Bridge (1985)
  • Denis Edwards, "'The Devil's Own Luck"
  • Norbert Hugedé, "Le commando du pont Pégase" (met voorzichtigheid te gebruiken)

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Pegasus Bridge van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.