Naar inhoud springen

Schijnspurrie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Tfa1964 (overleg | bijdragen) op 9 aug 2019 om 13:00.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Schijnspurrie
Rode schijnspurrie (Spergularia rubra)
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'Nieuwe' tweezaadlobbigen
Orde:Caryophyllales
Familie:Caryophyllaceae (Anjerfamilie)
Geslacht
Spergularia
(Pers.) J. Presl & C. Presl (1819)
Typesoort
Arenaria rubra L.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Schijnspurrie op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Schijnspurrie (Spergularia) is een geslacht van planten uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae). De wetenschappelijke naam werd in 1805 als Arenaria subg. Spergularia gepubliceerd door Christiaan Hendrik Persoon.[1] In 1819 waardeerden de broers Jan Svatopluk en Karel Bořivoj Presl het ondergeslacht op tot een geslacht.[2] De naam is een nomen conservandum ten opzichte van Tissa Adans. en Buda Adans., beide gepubliceerd in 1763.[3]

Schijnspurries komen voor op zandige of zilte plaatsen, zoals kwelders.

Kenmerken

Het betreft kruidachtige, één- of tweejarige planten, waarvan de lijnvormige bladen vliezige steunblaadjes hebben. De bloemen hebben vijf kelk- en vijf kroonbladen; de kroonbladen zijn hooguit iets korter dan de kelkbladen of langer. Het aantal meeldraden bedraagt tien. Het verschil met het nauwverwante geslacht spurrie (Spergula) is dat bij dat laatste de bladen in schijnkransen staan, en bij schijnspurrie paarsgewijs tegenoverstaand zijn. Het vruchtbeginsel van spurriesoorten draagt vijf stijlen, dat van schijnspurriesoorten drie.

Soorten

In België, Luxemburg en Nederland kunnen de volgende soorten worden aangetroffen:[4][5]

Zilte schijnspurrie groeit op zilte bodems hoog op de kwelder op plaatsen die maar zelden overstromen. Gerande schijnspurrie groeit lager, waar de bodem veel vaker onder water komt te staan, maar de bloem heeft een slimme methode om geen last van het zoute water te hebben: als de plant onder water is, sluiten de bloemblaadjes. Ze houden een luchtbel vast, zodat stamper en meeldraden droog blijven.