Amerikaanse staffordshireterriër: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Revert
UsagiM (overleg | bijdragen)
Kleine typefout: hondenras is één woord.
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 41: Regel 41:


Amerikaanse staffordshireterriërs zijn bij uitstek geschikt als gezinshond.
Amerikaanse staffordshireterriërs zijn bij uitstek geschikt als gezinshond.
Ze zijn vriendelijk, betrouwbaar en erg aanhankelijk naar mensen. Wanneer hun enthousiasme enigszins ingeperkt kan worden, zijn ze vaak goed in de omgang met kinderen, maar er zijn ook meldingen van bijtincidenten. Laat daarom nooit uw hond en jonge kind samen zonder toezicht; dit geldt voor alle honden rassen en kruisingen.
Ze zijn vriendelijk, betrouwbaar en erg aanhankelijk naar mensen. Wanneer hun enthousiasme enigszins ingeperkt kan worden, zijn ze vaak goed in de omgang met kinderen, maar er zijn ook meldingen van bijtincidenten. Laat daarom nooit uw hond en jonge kind samen zonder toezicht; dit geldt voor alle hondenrassen en kruisingen.
Vaak zijn Amerikaanse staffordshireterriërs allemansvrienden die graag in het middelpunt van de belangstelling staan.
Vaak zijn Amerikaanse staffordshireterriërs allemansvrienden die graag in het middelpunt van de belangstelling staan.



Versie van 13 sep 2014 22:31

Amerikaanse staffordshireterriër
Hondenras
Amerikaanse staffordshireterriër
Basisinformatie
Oorsprong USA
Classificatie FCI Groep 3 Sectie 3 #286
Zie ook de lijst van FCI-nummers
Lijst van hondenrassen

De Amerikaanse staffordshireterriër (Engels: American Staffordshire Terrier, kortweg "Amstaff") is een hondenras.

Dit ras is ontstaan uit de buldog en de terriër.

Geschiedenis

De Amerikaanse staffordshireterriër is de Amerikaanse versie en een verre neef van de staffordshire-bulterriër en een achterneef van de Amerikaanse pitbullterriër.

Staffordshire-bulterriër

Hoewel de bulterriër vanouds gebruikt werd als een (niet raszuivere) huishond en erfbewaker, is de geschiedenis van de bulterriër niet los te denken van hondengevechten (hond tegen hond, hond tegen beer, hond tegen stier = bull). In Engeland waren vooral de hond-stiergevechten zeer in trek bij een zeker publiek. Begin 19e eeuw daalde de belangstelling hiervoor; in 1835 werden de gevechten definitief verboden (Human Ethics Act). Vanaf nu werden er weddenschappen op hond-hond- en hond-ratgevechten afgesloten.

De 'oude' buldogs bleken te langzaam en te zwaar voor de hondengevechten: zij waren meer geschikt voor het vechten tegen stieren. Hun uiterlijk week sterk af van de huidige rashond: aanzienlijk groter, minder gedrongen, en een stuk zwaarder.

Fokkers begonnen na 1835 met systematisch kruisen op bouw en mentaliteit waardoor de nakomelingen "geschikt" werden voor de "vechtkuil" (Eng. 'pit' = kuil) en de pitbullterriër ontstond. Deze honden zijn kleiner, slanker en sneller dan de oude buldogs en konden in een meer flitsende actie vechten.

Het is lastig traceerbaar welke rassen indertijd voor het kruisen werden gebruikt. Er is onder andere sprake van terriërs. Er heerst veel spraakverwarring over de benaming "terriër": indertijd werden ook veel jachthonden van onbekende herkomst onder de noemer "terriër" gerangschikt. Wel is het zo goed als zeker dat de English White Terrier, de Black and Tan Terrier uit de streken rond Manchester en de bekende foxterriër bijdroegen aan de hond die uiteindelijk de naam staffordshire-bulterriër zou krijgen.

In 1860 kruiste een fokker uit Birmingham opnieuw een staffordshire-bulterriër met de English White Terrier, vervolgens met de pointer en de dalmatische hond. Dit resulteerde in een wit hondenras dat "White Bull Terrier" werd genoemd. Dit ras staat dan weer aan het begin van de huidige bulterriër. Vervolgens werd dit ras opnieuw gekruist met een staffordshire-bulterriër om zo een nieuwe kleur in te fokken.

Amerikaanse staffordshireterriër

Amerikaanse staffordshireterriër

Begin 19de eeuw (dus vóór 1835, voordat de oude bulldogs "kleiner" werden gefokt) kwamen met Engelse en Ierse kolonisten bulterriërs mee naar Amerika. Hier werden zij hoofdzakelijk gebruikt als jachthond, boerderijhond en waakhond, soms ook wel als vechthond. Er werd met deze honden verder gefokt waarbij het doel van de fokkerij niet was, zoals bij de staffordshire-bulterriër, een vechthond fokken, maar een "familiehond met een hoge tolerantie tegenover kinderen". De nakomelingen hiervan ontwikkelden zich dan ook qua type en karakter in een andere richting dan de Engelse variant, de staffordshire-bulterriër. Uiteindelijk werden in 1898 de eerste exemplaren van een nieuw ras gepresenteerd. Het nieuwe ras was geenszins uniform van type en kreeg in de loop van de tijden verschillende rasnamen: "Pit-Dog", "Half and Half", "American Pit-Bull Terrier", "Pit Bull Terrier", "Yankee Terrier" en ten slotte "American Staffordshire Terrier" (Amerikaanse staffordshireterriër).

De Amerikaanse staffordshireterriër heeft een lange en ingewikkelde geschiedenis doorlopen om te komen waar hij nu staat. Van twee dingen is men zeker: in 1935 werd de staffordshire-bulterriër officieel erkend door de Britse kennel club en in 1936 werd de Amerikaanse staffordshireterriër officieel erkend door de Amerikaanse kennel club. De eerste Amerikaanse staffordshireterriër die officieel werd ingeschreven in het stamboek was Pete, die opviel door zijn zachte aard en kalme houding. Hij maakte naam als acteur in de komische filmserie Our Gang die in de jaren 30 van de 20e eeuw veel succes had.

Karakter

Amerikaanse staffordshireterriër

De Amerikaanse staffordshireterriër is een opgewekte, atletische hond die van nature erg gehoorzaam is ("will to please") maar ook koppig en eigenwillig kan zijn. Hij is intelligent, alert en leert snel. Hij pikt subtiele uitingen van het menselijk gedrag op en maakt daar gebruik van. Hierdoor kan hij goede gewoonten leren, maar dit betekent ook dat een argeloze eigenaar zijn hond en passant verkeerde zaken kan leren. Het is daarom zaak hem een duidelijke, consequente en positieve opvoeding te geven.

Amerikaanse staffordshireterriërs zijn bij uitstek geschikt als gezinshond. Ze zijn vriendelijk, betrouwbaar en erg aanhankelijk naar mensen. Wanneer hun enthousiasme enigszins ingeperkt kan worden, zijn ze vaak goed in de omgang met kinderen, maar er zijn ook meldingen van bijtincidenten. Laat daarom nooit uw hond en jonge kind samen zonder toezicht; dit geldt voor alle hondenrassen en kruisingen. Vaak zijn Amerikaanse staffordshireterriërs allemansvrienden die graag in het middelpunt van de belangstelling staan.

Amerikaanse staffordshireterriërs hebben een relatief grote kans agressie naar andere honden te ontwikkelen wanneer zij volwassen worden. Dit geldt met name voor honden van hetzelfde geslacht en is een overblijfsel van zijn oorspronkelijke gebruiksdoel. Ook een goede socialisatie en opvoeding zorgen niet voor een hond-sociale Amerikaanse staffordshireterriër; karakter valt niet aan te passen. Gedrag echter wel. Leer uw pup daarom van jongs af aan alleen met uw toestemming met andere honden om te mogen gaan en betrouwbaar terug te komen wanneer u roept. Houd goed in de gaten dat spel erg snel om kan slaan in een krachtmeting. Let hierbij op subtiele signalen en grijp vroegtijdig in, zodat uw hond en zijn speelmaatje geen negatieve ervaringen opdoen.

De Amerikaanse staffordshireterriër is niet geschikt voor mensen met weinig hondenervaring en mensen die van hun hond verwachten dat hij zich sociaal op zal stellen naar soortgenoten.

Uiterlijk

De Amerikaanse staffordshireterriër wekt de indruk krachtig te zijn in verhouding tot de grootte van zijn lichaam. Alle delen van het lichaam zijn in verhouding: stevig gespierd, atletisch en gracieus. Hij is 'stocky': dat wil zeggen vierkant, geblokt, gezet - nooit afgetraind, niet langbenig of 'racy' (neiging naar windhondachtige) in zijn omlijning.

  • Hoofd: Van gemiddelde lengte, schedel diep en breed, zeer goed ontwikkelde wangspieren (bakken), oren hoog aangezet maar toch ook ver genoeg uit elkaar. Oren - gecoupeerd of -bij voorkeur- ongecoupeerd. (Honden geboren na 1 oktober 2001 mogen niet meer gecoupeerd zijn) Ongecoupeerde oren moeten klein zijn en 'half prick' of 'rose' gedragen worden. Oren die vanaf de basis hangen moeten achtergesteld worden. Ogen - zo donker mogelijk; rond, laag en diep in de schedel, en ver van elkaar geplaatst. Geen roze oogleden (oogranden). Snuit - gemiddelde lengte, ronde bovenzijde, steil naar beneden vallend onder de ogen. Kaken duidelijk afgetekend. Onderkaak sterk en met grote bijtkracht. Lippen goed sluitend en gelijkmatig, niet los of te groot. Boventanden moet juist voor de ondertanden neerkomen (schaargebit). Neus beslist zwart.
  • Nek: Zwaar, licht gebogen, taps toelopend vanaf de schouders tot de achterkant van de schedel. Geen losse huid, gemiddelde lengte.
  • Schouders: Sterk en gespierd met ruime hellende schouderbladen.
  • Rug: Tamelijk kort, licht hellend vanaf de schoft naar de romp, aan het eind van de romp schuin aflopend naar de staartaanzet. Lendenen iets invallend.
  • Lichaam: Zware goed gewelfde ribben, dicht naast elkaar geplaatst. Borst diep en breed waardoor de voorbenen ver uit elkaar staan.
  • Staart: Kort in verhouding tot de grootte, laag aangezet, uitlopend tot een fijne punt. Nooit gecoupeerd.
  • Benen: Voorbenen: recht, verticaal met dikke ronde beenderen, rechte polsen. Geen doorgezakte polsen. Achterbenen: goed gespierd, goed gehoekt, binnen noch buitenwaarts gedraaid. Voeten van middelmatige grootte, goed gewelfd en compact. Gangwerk veerkrachtig maar zonder deinen, slingeren of telgang.
  • Vacht: Korte dicht bij elkaar geplaatste, glanzende stevige stijve haren.
  • Kleur: Elke kleur, geheel, gedeeltelijk of gevlekt is toegestaan; geheel wit, meer dan 80% wit, black and tan en leverkleur mogen niet aangemoedigd worden.
  • Schofthoogte: Grootte en gewicht moeten in verhouding zijn. Een schouderhoogte van 46 tot 48,5 cm voor reuen en 43 tot 46 cm voor teven wordt geprefereerd.
  • Fouten: Te 'vermijden' fouten zijn, vleeskleurige neus, lichte ogen of rose oogleden, te lange of slecht gedragen staart, onder-voor of boven-voor beet.
  • Gecoupeerde oren wet Samenvatting: het couperen van de oren van gewervelde dieren is verboden in Nederland sinds 1 oktober 1996 en in België voor honden geboren vanaf 1 oktober 2001. Dit geldt, tenzij het om een noodzakelijke medische ingreep gaat. Dan hebt u bevestigende papieren van uw dierenarts nodig. Honden met gecoupeerde oren afkomstig uit een land waar deze ingreep wel nog is toegestaan, mogen geïmporteerd worden. Deze honden mogen echter niet deelnemen aan keuringen, wedstrijden en shows. Dergelijke honden mogen ook niet in België worden verhandeld.

Externe links

Zie de categorie American Staffordshire Terrier van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.