Viervector: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Madyno (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Zijbalk speciale relativiteitstheorie}}
{{Zijbalk speciale relativiteitstheorie}}
Een '''viervector''' is een elementair wiskundig object in de (speciale) [[relativiteitstheorie]]. Het is een uitbreiding van het begrip [[Vector (wiskunde)|vector]] in de [[klassieke natuurkunde]]. Net zoals een gewone natuurkundige vector een natuurkundige grootheid is die onafhankelijk van het [[coördinatenstelsel]] betekenis heeft, en afhankelijk van het coördinatenstelsel wordt gegeven door drie coördinaten, zo is een viervector een natuurkundige grootheid die ook onafhankelijk van het coördinatenstelsel betekenis heeft, en afhankelijk van het [[inertiaalstelsel]] wordt gegeven door een [[scalair|scalar]] en een vector, die bij elkaar gerepresenteerd worden door vier [[coördinaat|coördinaten]].
Een '''viervector''' is een elementair wiskundig object in de (speciale) [[relativiteitstheorie]]. Het is een uitbreiding van het begrip [[Vector (wiskunde)|vector]] in de [[klassieke natuurkunde]]. Net zoals een gewone natuurkundige vector een natuurkundige grootheid is die onafhankelijk van het [[coördinatenstelsel]] betekenis heeft, en afhankelijk van het coördinatenstelsel wordt gegeven door drie coördinaten, zo is een viervector een natuurkundige grootheid die ook onafhankelijk van het coördinatenstelsel betekenis heeft, en afhankelijk van het [[inertiaalstelsel]] wordt gegeven door een [[scalair|scalar]] en een vector, die bij elkaar gerepresenteerd worden door vier [[Coördinaat|coördinaten]].


==Inleiding==
==Inleiding==
Het basisidee van de [[speciale relativiteitstheorie]] is het op gelijke voet behandelen van [[ruimte (natuurkunde)|ruimte]] en [[tijd]]. Dit volgt uit het inzicht dat ruimte en tijd geen afzonderlijke grootheden zijn, maar tezamen één geheel vormen, [[ruimtetijd]] genaamd. Dit inzicht is een noodzakelijk gevolg van de experimentele waarneming dat de [[lichtsnelheid]] dezelfde waarde heeft, voor alle waarnemers die met constante snelheid ten opzichte van elkaar bewegen (''[[inertiaalstelsel]]s'').
Het basisidee van de [[speciale relativiteitstheorie]] is het op gelijke voet behandelen van [[Ruimte (natuurkunde)|ruimte]] en [[tijd]]. Dit volgt uit het inzicht dat ruimte en tijd geen afzonderlijke grootheden zijn, maar tezamen één geheel vormen, [[ruimtetijd]] genaamd. Dit inzicht is een noodzakelijk gevolg van de experimentele waarneming dat de [[lichtsnelheid]] dezelfde waarde heeft, voor alle waarnemers die met constante snelheid ten opzichte van elkaar bewegen (inertiaalstelsels).


In de klassieke mechanica treedt een soortgelijk fenomeen op. Het is duidelijk dat men een systeem kan beschrijven in verschillende coördinatenstelsels. Er is dus geen absolute betekenis te geven aan wat men de x-, y- en z-coördinaat noemt. In de mechanica wordt vaak gebruikgemaakt van [[Vector (wiskunde)|vectoren]]: veel grootheden, zoals snelheid, positie, kracht, e.d. die op natuurlijke wijze drie componenten hebben. Afzonderlijk hebben de componenten geen fysische betekenis, aangezien een andere keuze van assenstelsel de waardes van de componenten van de vector zal veranderen. Als geheel is een vector wel zinvol, en is dus eigenlijk mede gedefinieerd door hoe de componenten veranderen onder een verandering van assenstelsel.
In de klassieke mechanica treedt een soortgelijk fenomeen op. Het is duidelijk dat men een systeem kan beschrijven in verschillende coördinatenstelsels. Er is dus geen absolute betekenis te geven aan wat men de <math>x</math>-, <math>y</math>- en <math>z</math>-coördinaat noemt. In de mechanica wordt vaak gebruikgemaakt van vectoren: veel grootheden, zoals snelheid, positie, kracht, e.d., die op natuurlijke wijze drie componenten hebben. Afzonderlijk hebben de componenten geen fysische betekenis, aangezien een andere keuze van assenstelsel de waardes van de componenten van de vector zal veranderen. Als geheel is een vector wel zinvol, en is dus eigenlijk mede gedefinieerd door hoe de componenten veranderen onder een verandering van assenstelsel.


Het begrip viervector generaliseert dit begrip, ruwweg door aan vectoren ook een tijd-component toe te voegen. Het eenvoudigste voorbeeld is de aanduiding van een plaats. In de klassieke mechanica gebeurt dit door drie coördinaten <math>x,y</math> en <math>z</math> op te geven. Dat beschrijft een bepaalde positie in de ruimte, zonder een tijdstip te specifiëren. Een ''positie-viervector'' (ruimtetijdpositie) ziet er als volgt uit:
Het begrip viervector generaliseert dit begrip, ruwweg door aan vectoren ook een tijd-component toe te voegen. Het eenvoudigste voorbeeld is de aanduiding van een plaats. In de klassieke mechanica gebeurt dit door drie coördinaten <math>x,y</math> en <math>z</math> op te geven. Dat beschrijft een bepaalde positie in de ruimte, zonder een tijdstip te specifiëren. Een ''positie-viervector'' (ruimtetijdpositie) ziet er als volgt uit:
:<math>(ct, x, y, z)</math>
:<math>(ct, x, y, z)</math>

en bepaalt dus een positie <math>(x,y,z)</math> op een welbepaald tijdstip <math>t</math>. Anders uitgedrukt: deze vector beschrijft de positie van een [[gebeurtenis (relativiteit)|gebeurtenis]] in de ruimtetijd. In de uitdrukking hierboven is <math>c</math> de [[lichtsnelheid]], die als factor garandeert dat de verschillende componenten van de viervector alle dezelfde eenheid lengte hebben. Het is voor een bondige notatie gebruikelijk een vector <math>(x,y,z)</math> te schrijven als <math>x^i</math>, met <math>i=1,2,3</math>. Analoog noteert men een positie-viervector als
en bepaalt dus een positie <math>(x,y,z)</math> op een welbepaald tijdstip <math>t</math>. Anders uitgedrukt: deze vector beschrijft de positie van een [[Gebeurtenis (relativiteit)|gebeurtenis]] in de ruimtetijd. In de uitdrukking hierboven is <math>c</math> de lichtsnelheid, die als factor garandeert dat de verschillende componenten van de viervector alle dezelfde eenheid lengte hebben. Het is voor een bondige notatie gebruikelijk een vector <math>(x,y,z)</math> te schrijven als <math>x^i</math>, met <math>i=1,2,3</math>. Analoog noteert men een positie-viervector als
:<math>\vec{X}^\mu = (X^0, X^1, X^2, X^3)</math>
:<math>\vec{X}^\mu = (X^0, X^1, X^2, X^3)</math>


Regel 15: Regel 16:


Ook noteert men
Ook noteert men
:<math> \vec{X}=\left(ct, x, y, z \right) </math>
:<math>\vec{X} = (ct, x, y, z)</math>


Op gelijksoortige wijze kan men het verschil tussen twee posities in de ruimtetijd weergeven als volgt:
Op gelijksoortige wijze kan men het verschil tussen twee posities in de ruimtetijd weergeven als volgt:


:<math> \Delta \vec{X} = \left(\Delta ct, \Delta x, \Delta y, \Delta z \right) </math>
:<math>\Delta \vec{X} = (\Delta ct, \Delta x, \Delta y, \Delta z)</math>


===Minkowskitensor===
===Minkowskitensor===
De ''minkowskitensor'' <math>\eta_{\mu \nu}</math> = diag (1,-1,-1,-1) is de [[metrische tensor]] voor de speciale relativiteitstheorie. Deze definieert een [[symmetrische bilineaire vorm]] voor viervectoren:
De ''minkowskitensor'' <math>\eta_{\mu \nu} = \mathrm{diag}(1,-1,-1,-1)</math> is de [[metrische tensor]] voor de [[speciale relativiteitstheorie]]. Deze definieert een [[symmetrische bilineaire vorm]] voor viervectoren:


:<math>
:<math>
Regel 40: Regel 41:
</math>
</math>


Soms wordt een andere [[tekenconventie]] gebruikt waarbij de matrix <math>\eta_{\mu \nu}</math> tegengestelde tekens op de diagonaal heeft: <math>(-1,1,1,1)</math>
Soms wordt een andere [[tekenconventie]] gebruikt waarbij de [[Matrix (wiskunde)|matrix]] <math>\eta_{\mu \nu}</math> tegengestelde tekens op de diagonaal heeft: <math>(-1,1,1,1)</math>


===Lorentztransformaties===
===Lorentztransformaties===
{{Zie hoofdartikel|Lorentztransformatie}}
{{Zie hoofdartikel|Lorentztransformatie}}
In de speciale relativiteitstheorie worden de [[galileitransformatie]]s vervangen door [[lorentztransformatie]]s. Deze beschrijven hoe coördinaten veranderen als men van [[inertiaalstelsel]] verandert, dat wil zeggen overstapt naar een stelsel dat met een constante snelheid ten opzichte van het eerste beweegt. Als deze snelheid in de (positieve of negatieve) ''x''-richting is, dan geldt:
In de speciale relativiteitstheorie worden de [[galileitransformatie]]s vervangen door [[lorentztransformatie]]s. Deze beschrijven hoe coördinaten veranderen als men van inertiaalstelsel verandert, dat wil zeggen overstapt naar een stelsel dat met een constante snelheid ten opzichte van het eerste beweegt. Als deze snelheid in de (positieve of negatieve) <math>x</math>-richting is, dan geldt:
:<math>\begin{cases}
:<math>\begin{cases}
ct' &= \gamma \left( ct - \frac vc x\right) \\
ct' &= \gamma \left( ct - \frac{v}{c} x\right) \\
x' &= \gamma \left( x - v t \right)= \gamma \left( x - \frac vc ct \right)\\
x' & = \gamma (x-vt)= \gamma \left( x - \frac{v}{c} ct\right)\\
y' &= y \\
y' & = y \\
z' &= z
z' & = z
\end{cases}</math>
\end{cases}</math>


met <math>\gamma = \frac{1}{\sqrt{1 - { \frac{v^2}{c^2}}}}</math> de [[lorentzfactor]].
met <math>\gamma = \frac{1}{\sqrt{1 - \frac{v^2}{c^2}}}</math> de [[lorentzfactor]].
Men kan dit ook in [[Matrix (wiskunde)|matrix]]vorm schrijven:
Men kan dit ook als matrix schrijven:
:<math>
:<math>
\begin{bmatrix}
\begin{bmatrix}
Regel 60: Regel 61:
=
=
\begin{bmatrix}
\begin{bmatrix}
\gamma&-\beta \gamma&0&0\\
\gamma & -\beta \gamma& 0 & 0 \\
-\beta \gamma&\gamma&0&0\\
-\beta \gamma & \gamma & 0 & 0 \\
0&0&1&0\\
0 & 0 & 1 & 0 \\
0&0&0&1\\
0 & 0 & 0 & 1 \\
\end{bmatrix}
\end{bmatrix}
\begin{bmatrix}
\begin{bmatrix}
Regel 71: Regel 72:
met <math>\beta = \frac{v}{c}</math> en <math>\gamma = \frac{1}{\sqrt{1-\beta^2}}</math>
met <math>\beta = \frac{v}{c}</math> en <math>\gamma = \frac{1}{\sqrt{1-\beta^2}}</math>



Als de relatieve snelheid '''''v''''' van de stelsels in een willekeurige richting is dan krijgen we, in [[blokmatrix]]notatie:
Als de relatieve snelheid <math>\vec{v} = (v_x,v_y,v_x)</math> van de stelsels in een willekeurige richting is, krijgt men in [[blokmatrix]]notatie:
:<math>
:<math>
\begin{bmatrix}
\begin{bmatrix}
c t' \\
c t' \\
\mathbf{r'}
\vec{r}'
\end{bmatrix}
\end{bmatrix}
=
=
\begin{bmatrix}
\begin{bmatrix}
\gamma & - \gamma \boldsymbol{\beta}^\mathrm{T} \\
\gamma & - \gamma \vec{\beta}^\mathrm{T} \\
-\gamma\boldsymbol{\beta} & \mathbf{I} + (\gamma-1) \boldsymbol{\beta}\boldsymbol{\beta}^\mathrm{T}/\beta^2 \\
-\gamma\vec{\beta} & \mathbf{I} + (\gamma-1) \vec{\beta}\vec{\beta}^\mathrm{T}/\beta^2 \\
\end{bmatrix}
\end{bmatrix}
\begin{bmatrix}
\begin{bmatrix}
c t \\
c t \\
\mathbf{r}
\vec{r}
\end{bmatrix}\,
\end{bmatrix}\,
</math>
</math>


waarbij '''I''' de 3×3 [[eenheidsmatrix]] is, '''''β''''' = '''''v'''''/c, en T [[getransponeerde matrix|transponering]] aangeeft.
waarbij <math>\mathbf{I}</math> de 3×3-[[eenheidsmatrix]] is en <math>\vec{\beta}=\vec{v}/c</math>; T geeft [[Getransponeerde matrix|transponering]] aan.


Deze [[symmetrische matrix]] is van toepassing bij een verandering van inertiaalstelsel zonder rotatie, en met gelijkblijvende oorsprong, ook voor alle andere typen viervectoren.
Deze [[symmetrische matrix]] is van toepassing bij een verandering van inertiaalstelsel zonder rotatie, en met gelijkblijvende oorsprong, ook voor alle andere typen viervectoren.
Regel 95: Regel 97:
In [[einsteinnotatie]] met onderscheid tussen ''covariante'' viervectoren (zoals de vierpositie) en ''contravariante'' viervectoren, zoals hierboven al toegepast, geldt voor een met contravariante viervector <math>U^\mu</math> geassocieerde ''covariante'' vector <math>U_\nu</math>:
In [[einsteinnotatie]] met onderscheid tussen ''covariante'' viervectoren (zoals de vierpositie) en ''contravariante'' viervectoren, zoals hierboven al toegepast, geldt voor een met contravariante viervector <math>U^\mu</math> geassocieerde ''covariante'' vector <math>U_\nu</math>:
:<math> U_\nu = \eta_{\mu\nu} U^\mu</math>
:<math> U_\nu = \eta_{\mu\nu} U^\mu</math>

en omgekeerd:
en omgekeerd:
:<math> U^\mu = \eta^{\mu\nu} U_\nu</math>
:<math> U^\mu = \eta^{\mu\nu} U_\nu</math>
hierbij is <math>\eta^{\mu\nu}</math> de [[inverse matrix|inverse]] van minkowskitensor <math>\eta_{\mu\nu}</math>, die dezelfde elementen heeft, de matrix is weer diag(1,-1,-1,-1).


hierbij is <math>\eta^{\mu\nu}</math> de [[inverse matrix|inverse]] van minkowskitensor <math>\eta_{\mu\nu}</math>, die dezelfde elementen heeft, de matrix is weer <math>\mathrm{diag}(1,-1,-1,-1)</math>.
De [[lorentzinvariantie]] houdt zoals gezegd in dat <math>\eta_{\mu \nu} U^{\mu} U^{\nu} = U^{\mu} U_{\mu}</math> niet van het inertiaalstelsel afhangt.

De [[lorentzinvariantie]] houdt in dat <math>\eta_{\mu \nu} U^{\mu} U^{\nu} = U^{\mu} U_{\mu}</math> niet van het inertiaalstelsel afhangt.


==Voorbeelden==
==Voorbeelden==
===Positie-viervector===
===Positie-viervector===
De al genoemde positie-viervector/ruimtetijdpositie is van de vorm <math>\begin{bmatrix} c t \\ \mathbf{r} \end{bmatrix}</math>. Voor een object krijgt men als functie van de [[eigentijd]] <math> \tau \, </math> dus <math>\begin{bmatrix} c t(\tau) \\ \mathbf{r}(\tau) \end{bmatrix} </math>.
De al genoemde positie-viervector/ruimtetijdpositie is van de vorm <math>\begin{bmatrix} c t \\ \vec{r} \end{bmatrix}</math>. Voor een object krijgt men als functie van de [[eigentijd]] <math>\tau</math> dus <math>\begin{bmatrix} c t(\tau) \\ \vec{r}(\tau) \end{bmatrix} </math>.


Onder [[ruimtetijdinterval]] wordt verstaan <math>c^2 (\Delta t)^2 - ||\Delta \mathbf r||^2</math>, dat niet van het inertiaalstelsel afhangt.
Onder [[ruimtetijdinterval]] wordt verstaan <math>c^2 (\Delta t)^2 - ||\Delta \vec{r}||^2</math>, wat niet van het inertiaalstelsel afhangt.


===Viersnelheid===
===Viersnelheid===
De viersnelheid '''V''' van een object is de afgeleide van de ruimtetijdpositie als functie van de eigentijd, <math>\gamma \begin{bmatrix} c \\ \mathbf{v} \end{bmatrix} </math>, met <math> \mathbf{v} </math> de gewone [[snelheid]].
De viersnelheid <math>\mathbf{V}</math> van een object is de afgeleide van de ruimtetijdpositie als functie van de eigentijd, <math>\mathbf{V}\gamma \begin{bmatrix} c \\ \vec{v} \end{bmatrix}</math>, met <math>\vec{v}</math> de gewone [[snelheid]].


Er geldt <math>g_{\mu \nu} \mathbf V^{\mu} \mathbf V^{\nu} = \mathbf V^{\mu} \mathbf V_{\nu} = c^2</math>.
Er geldt <math>g_{\mu \nu} \mathbf{V}^\mu \mathbf{V}^{\nu} = \mathbf{V}^\mu \mathbf{V}_\nu = c^2</math>.


===Vierimpuls===
===Vierimpuls===
Het vierimpuls is de viervector corresponderend met het [[Impuls (natuurkunde)|impuls]]. Het is de [[rustmassa]] m<sub>0</sub> maal de viersnelheid:
Het vierimpuls is de viervector corresponderend met het [[Impuls (natuurkunde)|impuls]]. Het is de [[rustmassa]] m<sub>0</sub> maal de viersnelheid:
:<math>\mathbf{P} = m_0 \mathbf{V}= m_0 \gamma \begin{bmatrix} c \\ \mathbf{v} \end{bmatrix} = \begin{bmatrix} E/c \\ \mathbf{p} \end{bmatrix} </math>
:<math>\mathbf{P} = m_0 \mathbf{V}= m_0 \gamma \begin{bmatrix} c \\ \vec{v} \end{bmatrix} = \begin{bmatrix} E/c \\ \vec{p} \end{bmatrix}</math>


<math>\mathbf{p} = m_0 \gamma \mathbf{v} </math> is hierbij de [[relativistische impuls]].
<math>\vec{p} = m_0 \gamma \vec{v}</math> is hierbij de [[relativistische impuls]].


Er geldt <math>\eta_{\mu \nu} \mathbf P^{\mu} \mathbf P^{\nu} = \mathbf P^{\mu} \mathbf P_{\nu} = m_0^2 c^2 = E^2/c^2 - || \mathbf{p}||^2</math> ([[energie]]-impulsrelatie).
Er geldt <math>\eta_{\mu \nu} \mathbf{P}^\mu \mathbf{P}^\nu = \mathbf{P}^\mu \mathbf{P}_\nu = m_0^2 c^2 = E^2/c^2 - ||\vec{p}||^2</math> ([[energie]]-impulsrelatie).


===Vierkracht===
===Vierkracht===
De vierkracht is de viervector corresponderend met [[kracht]]. Het is de afgeleide naar de eigentijd van het viermomentum:
De vierkracht is de viervector corresponderend met [[kracht]]. Het is de afgeleide naar de eigentijd van de vierimpuls:


:<math>\vec{F} = {d\vec{P} \over d\tau}</math>
:<math>\mathbf{F} = \frac{\mathrm{d}\mathbf{P}}{\mathrm{d}\tau}</math>


We kunnen nu de veralgemening van de [[wetten van Newton|tweede wet van Newton]] opschrijven in de vorm van viervectoren:
De generalisatie van de [[Wetten van Newton|tweede wet van Newton]] kan met viervectoren geschreven worden als:


:<math>\vec{F} = m\vec{A} = \left(\gamma {d\gamma \over dt} mc,\gamma\vec f\right)</math>
:<math>\mathbf{F} = m\mathbf{A} = \left(\gamma\frac{\mathrm{d}\gamma}{\mathrm{d}t} mc,\gamma\vec{f}\right)</math>
met
met
:<math>\vec f=m\left({d\gamma \over dt} \vec v+\gamma{d \vec{v} \over dt} \right)</math>
:<math>\vec{f} = m\left(\frac{\mathrm{d}\gamma}{\mathrm{d}t} \vec{v} + \gamma\frac{\mathrm{d}\vec{v}}{\mathrm{d}t} \right)</math>


==Zie ook==
==Zie ook==
Regel 135: Regel 139:
* [[Vierpotentiaal]] (de viervector geassocieerd aan de elektrische en magnetische potentiaal)
* [[Vierpotentiaal]] (de viervector geassocieerd aan de elektrische en magnetische potentiaal)
* [[Viergradiënt]]
* [[Viergradiënt]]
* [[Speciale relativiteitstheorie]]
* [[Tensoren in de algemene relativiteitstheorie]]
* [[Tensoren in de algemene relativiteitstheorie]]


== Referenties ==
== Referenties ==
*Charles W. Misner, [[Kip Thorne|Kip S. Thorne]] & [[John Wheeler|John A. Wheeler]], ''Gravitation'', ISBN 0716703440
* Charles W. Misner, [[Kip Thorne|Kip S. Thorne]] & [[John Wheeler|John A. Wheeler]], ''Gravitation'', ISBN 0716703440
*Rindler, W. ''Introduction to Special Relativity (2nd edn.)'' (1991) Clarendon Press Oxford ISBN 0-19-853952-5
* Rindler, W. ''Introduction to Special Relativity (2nd edn.)'' (1991) Clarendon Press Oxford ISBN 0-19-853952-5
*R. d'Inverno, ''Introducing Einstein's Relativity'', Oxford University Press, ISBN 0198596863
* R. d'Inverno, ''Introducing Einstein's Relativity'', Oxford University Press, ISBN 0198596863


[[Categorie:Relativiteit]]
[[Categorie:Relativiteit]]

Versie van 13 jan 2022 20:40

Speciale relativiteitstheorie
(de massa-energierelatie)
Experimenten
Wetenschappers

Een viervector is een elementair wiskundig object in de (speciale) relativiteitstheorie. Het is een uitbreiding van het begrip vector in de klassieke natuurkunde. Net zoals een gewone natuurkundige vector een natuurkundige grootheid is die onafhankelijk van het coördinatenstelsel betekenis heeft, en afhankelijk van het coördinatenstelsel wordt gegeven door drie coördinaten, zo is een viervector een natuurkundige grootheid die ook onafhankelijk van het coördinatenstelsel betekenis heeft, en afhankelijk van het inertiaalstelsel wordt gegeven door een scalar en een vector, die bij elkaar gerepresenteerd worden door vier coördinaten.

Inleiding

Het basisidee van de speciale relativiteitstheorie is het op gelijke voet behandelen van ruimte en tijd. Dit volgt uit het inzicht dat ruimte en tijd geen afzonderlijke grootheden zijn, maar tezamen één geheel vormen, ruimtetijd genaamd. Dit inzicht is een noodzakelijk gevolg van de experimentele waarneming dat de lichtsnelheid dezelfde waarde heeft, voor alle waarnemers die met constante snelheid ten opzichte van elkaar bewegen (inertiaalstelsels).

In de klassieke mechanica treedt een soortgelijk fenomeen op. Het is duidelijk dat men een systeem kan beschrijven in verschillende coördinatenstelsels. Er is dus geen absolute betekenis te geven aan wat men de -, - en -coördinaat noemt. In de mechanica wordt vaak gebruikgemaakt van vectoren: veel grootheden, zoals snelheid, positie, kracht, e.d., die op natuurlijke wijze drie componenten hebben. Afzonderlijk hebben de componenten geen fysische betekenis, aangezien een andere keuze van assenstelsel de waardes van de componenten van de vector zal veranderen. Als geheel is een vector wel zinvol, en is dus eigenlijk mede gedefinieerd door hoe de componenten veranderen onder een verandering van assenstelsel.

Het begrip viervector generaliseert dit begrip, ruwweg door aan vectoren ook een tijd-component toe te voegen. Het eenvoudigste voorbeeld is de aanduiding van een plaats. In de klassieke mechanica gebeurt dit door drie coördinaten en op te geven. Dat beschrijft een bepaalde positie in de ruimte, zonder een tijdstip te specifiëren. Een positie-viervector (ruimtetijdpositie) ziet er als volgt uit:

en bepaalt dus een positie op een welbepaald tijdstip . Anders uitgedrukt: deze vector beschrijft de positie van een gebeurtenis in de ruimtetijd. In de uitdrukking hierboven is de lichtsnelheid, die als factor garandeert dat de verschillende componenten van de viervector alle dezelfde eenheid lengte hebben. Het is voor een bondige notatie gebruikelijk een vector te schrijven als , met . Analoog noteert men een positie-viervector als

met

Ook noteert men

Op gelijksoortige wijze kan men het verschil tussen twee posities in de ruimtetijd weergeven als volgt:

Minkowskitensor

De minkowskitensor is de metrische tensor voor de speciale relativiteitstheorie. Deze definieert een symmetrische bilineaire vorm voor viervectoren:

met bijbehorende kwadratische vorm:

Soms wordt een andere tekenconventie gebruikt waarbij de matrix tegengestelde tekens op de diagonaal heeft:

Lorentztransformaties

Zie Lorentztransformatie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In de speciale relativiteitstheorie worden de galileitransformaties vervangen door lorentztransformaties. Deze beschrijven hoe coördinaten veranderen als men van inertiaalstelsel verandert, dat wil zeggen overstapt naar een stelsel dat met een constante snelheid ten opzichte van het eerste beweegt. Als deze snelheid in de (positieve of negatieve) -richting is, dan geldt:

met de lorentzfactor. Men kan dit ook als matrix schrijven:

met en


Als de relatieve snelheid van de stelsels in een willekeurige richting is, krijgt men in blokmatrixnotatie:

waarbij de 3×3-eenheidsmatrix is en ; T geeft transponering aan.

Deze symmetrische matrix is van toepassing bij een verandering van inertiaalstelsel zonder rotatie, en met gelijkblijvende oorsprong, ook voor alle andere typen viervectoren.

Einsteinnotatie

In einsteinnotatie met onderscheid tussen covariante viervectoren (zoals de vierpositie) en contravariante viervectoren, zoals hierboven al toegepast, geldt voor een met contravariante viervector geassocieerde covariante vector :

en omgekeerd:

hierbij is de inverse van minkowskitensor , die dezelfde elementen heeft, de matrix is weer .

De lorentzinvariantie houdt in dat niet van het inertiaalstelsel afhangt.

Voorbeelden

Positie-viervector

De al genoemde positie-viervector/ruimtetijdpositie is van de vorm . Voor een object krijgt men als functie van de eigentijd dus .

Onder ruimtetijdinterval wordt verstaan , wat niet van het inertiaalstelsel afhangt.

Viersnelheid

De viersnelheid van een object is de afgeleide van de ruimtetijdpositie als functie van de eigentijd, , met de gewone snelheid.

Er geldt .

Vierimpuls

Het vierimpuls is de viervector corresponderend met het impuls. Het is de rustmassa m0 maal de viersnelheid:

is hierbij de relativistische impuls.

Er geldt (energie-impulsrelatie).

Vierkracht

De vierkracht is de viervector corresponderend met kracht. Het is de afgeleide naar de eigentijd van de vierimpuls:

De generalisatie van de tweede wet van Newton kan met viervectoren geschreven worden als:

met

Zie ook

Referenties