Tenochtitlan
Tenōchtitlan | |||||
---|---|---|---|---|---|
| |||||
| |||||
Kaart | |||||
Algemene gegevens | |||||
Oppervlakte | Circa 12 km² | ||||
Bevolking | Circa 200.000 (1519) | ||||
Talen | Nahuatl | ||||
Religie(s) | Azteekse religie | ||||
Regering | |||||
Staatshoofd | Hueyi tlahtoani |
Tenochtitlan ([tɛ.nɔtɕ.tɪ.tɬaːn]?; Spaans: Tenochtitlán) was een Azteekse altepetl (stadstaat) en de hoofdstad van de Azteekse Driebond. De stad werd in 1325 gesticht op een eiland in het Texcocomeer in het tegenwoordige Mexico. Aan het begin van de 16e eeuw was Tenochtitlan met zo'n 200.000 inwoners een van de grootste steden ter wereld. De stad werd in 1521 door de Spanjaarden onder leiding van Hernan Cortés veroverd en grotendeels verwoest. Op de ruïnes werd de Mexicaanse hoofdstad Mexico-Stad gesticht.
Etymologie
De naam Tenochtitlán komt uit het Nahuatl. Het is een samenstelling van de woorden tetl (rots), nochtli (opuntiacactus) en tlan (suffix voor een locatie).
Geschiedenis
Stichting
Volgens de Azteekse legende werd Tenochtitlan gesticht door de Mexica, een Indiaanse stam oorspronkelijk uit de mythische grotten van Aztlan in Noord-Mexico. De naam Azteken betekent letterlijk mensen uit Aztlan. Vanwege zware droogte emigreerden de Mexica naar de vallei van Mexico, begeleid door een idool van de god Huitzilopochtli.
In de vallei waren de meest vruchtbare gebieden bezet door andere stammen. Volgens een profetie moesten de Mexica zich vestigen op de plaats waar zij een arend op een cactus met een slang zagen vechten. Deze scène is ook afgebeeld op het wapenschild van Mexico. In 1325 zou deze profetie zijn uitgekomen en werd de stad gesticht op een moerassig eiland in het Texcocomeer. In 1358 werd ten noorden van Tenochtitlan de stad Tlatelolco gesticht, dat zich politiek verbond met Tenochtitlan maar toch een zekere zelfstandigheid wist te bewaren.
Ontwikkeling
In de beginjaren was Tenochtitlan slechts een huttendorp en moesten ze belasting betalen aan de Tepaneekse stad Azcapotzalco. Onder leiding van hueyi tlahtoani Itzcoatl (1428-1440) verwierf de stad haar onafhankelijkheid van de Tepaneken, en onder zijn opvolger Motecuhzoma I (1440-1469) werd een bondgenootschap gesloten met de steden Texcoco en Tlacopan. Tenochtitlan werd de hoofdstad van deze Azteekse Driebond, dat ook wel het Azteekse Rijk wordt genoemd. De belastingen die uit de onderworpen provincies binnenkwamen werden in een verhouding 5:3:1 verdeeld.
Na de verovering van buurstad Tlatelolco in 1474 werd Tenochtitlan dé economische grootmacht van de Vallei van Mexico. De markt van Tlatelolco werd dagelijks door zo'n 60.000 mensen bezocht.
Verovering
In 1519 arriveerde de Spaanse conquistador Hernando Cortés in Tenochtitlan en pleegde hij een staatsgreep, waarbij hueyi tlahtoani Motecuhzoma II om het leven kwam. Cortés werd gedwongen te vluchten en keerde terug met een leger van 700 Spanjaarden en 70.000 geallieerde Indianen, waarop Tenochtitlan werd belegerd. Het aquaduct werd vernietigd en de stad werd gedecimeerd door de pokkenepidemie die de Spanjaarden hadden meegebracht. In augustus 1521 werd Tenochtitlan door Cortés veroverd.
Op de ruïnes van Tenochtitlan werd Mexico-Stad gebouwd, dat de hoofdstad van Nieuw-Spanje werd. Dat een aantal gebouwen, die toen werden gebouwd, inmiddels met een trapje naar beneden moet worden betreden heeft te maken met het inklinken van de drassige bodem waarop de Spanjaarden de stenen gebouwen plaatsten.
Indeling
Tenochtitlan was via drie dammen verbonden met het vasteland. Vers water stroomde van de heuvel Chapultepec naar de stad middels een aquaduct. In het centrum van de stad bevond zich de 27 meter hoge Templo Mayor, een piramide gewijd aan de goden Huitzilopochtli en Tlaloc. Rond de tempel bevonden zich ook scholen, het priesterkwartier, een speelveld voor het Azteekse balspel en twee tzompantli's, rekken waarop de schedels van de mensenoffers werden verzameld.
Landbouw werd bedreven door chinampa's in het meer aan te leggen en op te hogen tot terpen. Tussen deze "drijvende tuinen" werd het water van het meer hervormd tot een netwerk van kanalen, waarlangs maïs en andere groenten verbouwd werden. De waterstand werd beheerst middels een ingewikkeld systeem van dijken en sluizen. Op deze wijze schiepen de Azteken een bijzonder en rijk landbouwgebied. Een beeld van hoe dit eruitgezien moet hebben is te vinden in de wijk Xochimilco.
Opgravingen
In 1978 kwamen tijdens een verbouwing op het centrale plein van Mexico-Stad de resten tevoorschijn van de Templo Mayor. Deze zijn tegenwoordig toegankelijk voor het publiek; losse vondsten zijn deels te zien in het museum ernaast.
Bronnen
|