Naar inhoud springen

Thalictrum tuberosum

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RobotE (overleg | bijdragen) op 25 okt 2019 om 23:20. (Robotgeholpen doorverwijzing: Wortelknol - Koppeling(en) gewijzigd naar Wortel (plant)#Wortelknol)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Thalictrum tuberosum
Thalictrum tuberosum
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Angiospermae (Bedektzadigen)
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Orde:Ranunculales
Familie:Ranunculaceae (Ranonkelfamilie)
Geslacht:Thalictrum
Soort
Thalictrum tuberosum
L. (1753)
Thalictrum tuberosum, habitus
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Thalictrum tuberosum op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Thalictrum tuberosum is een overblijvende plant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae) die endemisch is voor de Pyreneeën en de aangrenzende gebergtes.

Naamgeving en etymologie

  • Frans: Pigamon tubéreux
  • Catalaans: Talictre tuberós, Ruda de prat

De botanische naam Thalictrum is afgeleid van het oudgriekse thaliktron, een naam gegeven door de oud-Griekse arts en botanicus Pedanius Dioscorides (ca. 40-90 n.Chr.) aan een plant met gedeelde bladeren. De soortaanduiding tuberosum is afgeleid van het Latijnse tuber (knol, gezwel) naar de wortelknollen.

Kenmerken

T. tuberosum is een tot 40 cm hoge overblijvende, kruidachtige plant met een onvertakte, onbehaarde, gestreepte stengel en een basaal bladrozet van dubbel- tot drievoudig geveerde blaadjes met omgekeerd eironde, getande bladlobjes. De plant heeft wortelknollen.

De bloemen staan in een eindstandige, armbloemige pluim. Ze staan rechtop en zijn radiaal symmetrisch, met een voor een ruit opvallend grote, roomwitte kroonblaadjes en een tiental gele meeldraden. De vruchtjes zijn groot, met een kort snaveltje.

De plant bloeit van juni tot juli.

Habitat en verspreiding

T. tuberosum groeit op droge, rotsachtige plaatsen tot 2.000 m hoogte. Hij is endemisch voor de Pyreneeën en de voorgebergtes zowel aan de Franse als aan de Spaanse zijde.