Witrugspecht
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Witrugspecht IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2020) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een mannelijke witrugspecht in de Chiemgauer Alpen, Duitsland | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Dendrocopos leucotos (Bechstein, 1802) | |||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||
Verspreidingsgebied van de witrugspecht ■ permanent leefgebied (donkerblauw)
overwinteringsgebied (lichtblauw kader)
| |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
Witrugspecht op ![]() | |||||||||||||||
|
De witrugspecht (Dendrocopos leucotos) is een vogel uit de familie Picidae.
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
Hij heeft een geheel zwarte bovenrug en schouders, maar de onderrug en stuit zijn zuiver wit. De onderstaartdekveren zijn vuurrood. Hij is 25,5 cm lang.
Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]
Het voedsel bestaat uit grote insecten en larven, die het dier met grote behendigheid onder boomschors en uit rottend hout vandaan haalt.
Voortplanting[bewerken | brontekst bewerken]
Het legsel bestaat meestal uit drie tot vijf witte eieren, die worden gelegd in een boomholte van een rottende loofboom.
Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]
Deze soort komt in gebieden voor in vochtige bossen met veel rottend hout in het zuiden van Scandinavië en Oost-Europa tot aan het Russische Verre Oosten, Japan en Taiwan en telt twaalf ondersoorten:[2]
- D. l. leucotos: van centraal en noordelijk Europa via centraal Rusland tot zuidoostelijk Siberië en noordoostelijk China.
- D. l. uralensis: van het westelijk Oeralgebergte tot het Baikalmeer.
- D. l. lilfordi: van zuidelijk Europa tot de Kaukasus.
- D. l. tangi: het westelijke deel van Centraal-China.
- D. l. subcirris: Hokkaido.
- D. l. stejnegeri: noordelijk Honshu.
- D. l. namiyei: zuidelijk Honshu, Kyushu en Shikoku.
- D. l. takahashii: Ullung-do (nabij Zuid-Korea).
- D. l. owstoni: de noordelijke Riukiu-eilanden.
- D. l. quelpartensis: Jeju-do (nabij Zuid-Korea).
- D. l. fohkiensis: zuidoostelijk China.
- D. l. insularis: Taiwan.
Bronnen, noten en/of referenties |