Naar inhoud springen

Zwartvleugellori

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Der Belsj (overleg | bijdragen) op 30 jan 2016 om 14:41.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Zwartvleugellori
IUCN-status: Kwetsbaar[1] (2013)
Zwartvleugellori
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Psittaciformes (Papegaaiachtigen)
Familie:Psittaculidae (Papegaaien van de Oude Wereld)
Onderfamilie:Loriinae (Lori's)
Geslacht:Eos
Soort
Eos cyanogenia
Bonaparte, 1850
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Zwartvleugellori op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De zwartvleugellori (Eos cyanogenia) is een vogel uit de familie Psittaculidae (papegaaien van de Oude Wereld). Het is een kwetsbare, endemische vogelsoort op de eilanden ten noorden van Nieuw-Guinea.

Kenmerken

De vogel is 10 cm lang. Het is een overwegend helder rood gekleurde kleine lori, met een lange staart. De lori heeft een paarse vlek op de oorstreek, is zwart op de rug. De onderkant van de vleugel is ook rood, met een zwarte eindrand.[2]

Verspreiding en leefgebied

De vogel komt voor op eilanden in de Geelvinkbaai ten noorden van Nieuw-Guinea, op Biak, Supiori en de veel kleinere eilanden Numfor, Manim en Mios Num. Het leefgebied bestaat uit bos in laagland, boven de 200 m is de vogel minder algemeen. De vogels overnachten in zwermen in kokospalmplantages langs de kust.[2]

Status

De zwartvleugellori heeft een beperkt verspreidingsgebied en daardoor is de kans op uitsterven aanwezig. De grootte van de populatie werd in 2013 door BirdLife International geschat op 2.5 tot 10 duizend individuen en de populatie-aantallen nemen af door vangsten voor de kooivogelhandel en door ontbossing waarbij natuurlijk bos wordt omgezet in gebied voor agrarisch gebruik. Om deze redenen staat deze soort als kwetsbaar op de Rode Lijst van de IUCN. Er gelden beperkingen voor de handel in deze parkiet, want de soort staat in de Bijlage II van het CITES-verdrag.[1]