Daciet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Daciet
Indeling der stollingsgesteenten
% SiO2 uitvloeings-
gesteente
gang-
gesteente
diepte-
gesteente
felsisch >~70 ryoliet granofier graniet
~70-63 daciet granodioriet
intermediair 63-52 andesiet dioriet
mafisch 52-45 basalt doleriet gabbro
ultramafisch <45 komatiiet peridotiet

Het stollingsgesteente daciet is een felsisch uitvloeiingsgesteente met tussen 63 en 68% silica.

Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Daciet is een uitvloeiingsgesteente dat in samenstelling ingedeeld wordt tussen het felsischere ryoliet en het mafischere andesiet. Het gesteente is gevormd uit minder viskeus magma dan ryoliet.

De mineralen die doorgaans in dacieten gevonden worden zijn plagioklaas, biotiet, de amfibool hoornblende en de pyroxenen augiet en/of enstatiet. Kwarts komt voor in kleine kristallen in de grondmassa of als grotere fenocrysten.

Naam[bewerken | brontekst bewerken]

Het gesteente daciet is genoemd naar Dacia, de Romeinse provincie tussen de Donau en de Karpaten (deel van het huidige Roemenië), waar het voor het eerst beschreven werd.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Dacieten komen voor in die gebieden waar, door de geologische geschiedenis heen, tamelijk zuur vulkanisme is ontstaan. Voorbeelden zijn de Cabo de Gata (nabij Almería, Spanje), Argyll en andere delen van Schotland, de Andes, Martinique, Nevada, Griekenland (bijvoorbeeld het schiereiland Methana) en andere gebieden.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Dacite van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.