Bèta-alanine

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
β-alanine
Structuurformule en molecuulmodel
Structuurformule van β-alanine
Zwitterion van β-alanine met links de positief geladen ammoniumgroep, rechts de negatief geladen carboxylaatgroep
Algemeen
Molecuulformule C3H7NO2
IUPAC-naam 3-Aminopropaanzuur
Andere namen β-alanine
3-aminopropionzuur
Molmassa 89,093 g/mol
SMILES
O=C(O)CCN
CAS-nummer 107-95-9
PubChem 239
Wikidata Q310919
Beschrijving witte, bipyramidale kristallen
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen
EG-Index-nummer 203-536-5
LD50 (ratten) (oraal) 1000 mg/kg
Fysische eigenschappen
Dichtheid (19°C) 1,437 g/cm³
Smeltpunt (ontleed) 207 °C
Oplosbaarheid in water 545 g/L
Goed oplosbaar in methanol
Slecht oplosbaar in diëthylether, aceton
log(Pow) −3,05
Evenwichtsconstante(n) pKz1 = 3,63
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

β-alanine (of bèta-alanine) is een natuurlijk voorkomend β-aminozuur, dit is een aminozuur waarin de aminogroep op de β-positie ten opzichte van de carboxylaatgroep is geplaatst (n.l., twee atomen verwijderd, zie figuur 1). De IUPACnaam voor β-alanine is 3-aminopropaanzuur. In tegenstelling tot het veel meer voorkomende α-alanine heeft β-alanine geen chirale centra, en dus ook geen stereoïsomeren.

Biosynthese en Industriële synthese[bewerken | brontekst bewerken]

Figuur 1: Vergelijking tussen β-alanine (rechts) met het gebruikelijke (en chirale) aminozuur, L-α-alanine (links)

De biosynthese van dit aminozuur is een onderdeel van de degradatie van dihydrouracil en carnosine. Industrieel wordt β-alanine bereid uit ammonia en β-propiolactone.[1]

Biochemische functie[bewerken | brontekst bewerken]

β-alanine komt niet voor in enig bekend groter proteïne of enzym. Wel is het een component van de natuurlijk voorkomende peptiden carnosine en anserine, het vormt ook een onderdeel van pantotheenzuur (vitamin B5), dat zelf een onderdeel is van co-enzym A. Normaal gesproken wordt β-alanine gemetaboliseerd tot azijnzuur.

β-alanine is de beperkende factor in de vorming van carnosine: de hoeveelheid carnosine wordt beperkt door de beschikbaarheid van β-alanine, niet die van histidine.[2] Het gebruik van β-alanine als voedingssupplement leidt aantoonbaar tot een hogere concentratie carnosine in spieren, vermindert vermoeidheid bij sporters en vergroot in zijn algemeenheid de door spieren verrichte arbeid.[3][4] Carnosine als voedingssuplement gebruiken is minder effectief dan β-alanine alleen, omdat carnosine in het maag-darmkanaal wordt afgebroken in zijn componenten, histidine en β-alanine. Puur op gewicht is slechts 40% van de dosis beschikbaar als β-alanine.[2]

Hoewel veel minder effectief is β-alanine toch de agonist die direct in activiteit volgt op glycine zelf voor de strychnine-gevoelige glycinereceptor (GlyR) (De agonist volgorde is: glycine ≫ β-alanine > taurine ≫ alanine, L-serine > proline).[5]

Doping[bewerken | brontekst bewerken]

Bewijs bestaat dat β-alanine als voedingssuplement tot betere sportprestaties kan leiden, maar er is ook bezorgdheid over de veiligheid van de verbinding.[6][7][8][9]

Inname van β-alanine kan aanleiding geven tot paresthesie wat beschreven wordt als een prikkend gevoel. Het effect is afhankelijk van de dosis.[9]

Metabolisme[bewerken | brontekst bewerken]

Biogene bronnen van β-alanine omvatten het katabolisme van de pyrimidinederivaten cytosine en uracil. Het lot van gevormd β-alanine is divers: