Gebruiker:Chescargot/Schaakmetafoor

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit artikel is in bewerking voor de Schrijfwedstrijd.
Wil je een grotere wijziging in dit artikel doorvoeren, dan is het misschien beter deze eerst op de overlegpagina voor te stellen. Voor uitleg hierover zie hier.
Het landschap door Alice's ogen in Through the Looking-Glass

Een schaakmetafoor is een beschrijving waarbij de karakteristieken van het schaakspel als referentie genomen worden in de beschrijving van een situatie, idee of strategie in een andere context. In taalgebruik en literatuur is het veelal een vorm van beeldspraak. In brede zin kunnen schaakmetaforen verwijzen naar wijsheden die uit het schaakspel opgemaakt worden voor toepassing in het leven. Het schaakspel wordt dan ook wel eens als model gebruikt bij discussies betreffende, bijvoorbeeld, denkmethoden en handelwijze in het zakenleven. Ook kan het schaakspel dienen als alternatief didactische leermiddel in het onderwijs, voor de ontwikkeling van onder meer sociale en cognitieve vaardigheden.

Alles is met schaken te vergelijken. Schaken is met niets te vergelijken.

Jan Hein Donner, Nederlands schaakgrootmeester

Hoe groot of belangrijk schakers het schaakspel soms ook willen maken, het is slechts een spel dat volgens schaakgrootmeester en filosoof Jonathan Rowson uitgegroeid is tot metafoor voor menselijke botsingen, tot een spiegel van de geest en tot de verzinnebeelding van alles wat moeilijk en ondoorgrondelijk is. Het is, aldus Rowson, niet de zin van het leven, maar het simuleert wel de omstandigheden voor een zinvol leven.[1]

Het wekt de suggestie dat hoe beter men in het schaakspel is, hoe succesvoller men is in het leven; vergelijkbaar met het idee dat schaakspelers bijzonder intelligent zijn en dat ze een fenomenaal geheugen hebben. Dit zijn echter misconcepties. Ongeacht de kennis van het schaakspel, wanneer men het houten - of digitale - schaakbord achter zich laat en naar het grote schaakbord van het leven overstapt, is het de levenswijsheid die de mens op de voeten houdt en dienen schaakmetaforen slechts als houvast.

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

Het schaakspel is een complex bordspel met een lange geschiedenis, en de stukken en zetten worden vaak gebruikt als symbolen om verschillende aspecten van het leven, besluitvorming, strategie en conflictbeheersing te beschrijven. Ter illustratie, veelvoorkomende schaakmetaforen zijn:

  1. Strategie en Planning: In verschillende contexten wordt het "meerdere zetten vooruit denken" benadrukt als belangrijk voor het plannen en overwegen van de gevolgen van iemands acties.
  2. Tactieken: "Pionnen in het spel" of "je stukken goed spelen" kan individuen of groepen beschrijven die een situatie handig en vindingrijk aanpakken.
  3. Opoffering: Het concept van een offer in schaken kan worden toegepast op situaties in het echte leven, waarbij de bereidheid wordt gesymboliseerd om op korte termijn iets waardevols op te geven voor een groter voordeel op de lange termijn.
  4. Machtsdynamiek (power dynamics): Het beschrijven van een situatie als een schaakbord verwijst vaak naar complexe interacties tussen verschillende partijen, elk met hun eigen doelstellingen en sterke punten.
  5. Eindspel: Het aanduiden van een situatie als het eindspel suggereert dat kritische beslissingen of de laatste fasen naderen.
  6. Koning en Dame: De rollen van de koning en koningin in schaken kunnen metaforisch worden gebruikt om leiderschap, autoriteit en invloed in verschillende contexten te bespreken.
  7. Patstelling: Een situatie waarin geen vooruitgang kan worden geboekt, wordt vaak vergeleken met een patstelling bij het schaken, waarbij geen van beide spelers een wettelijke zet kan doen.

Deze metaforen zijn te vinden in literatuur, zakelijke discussies, sportcommentaar en zelfs alledaagse gesprekken. Ze maken gebruik van de rijke symboliek en complexiteit van het spel om genuanceerde ideeën of strategieën in andere domeinen over te brengen.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Sissa

chaturanga


Jacobus de Cessolis


Het is een duidelijk en elementair gegeven dat het leven, de voorspoed en het geluk van ons allemaal afhangt van onze kennis van de regels van een spel dat oneindig veel ingewikkelder is dan het schaakspel. Het is een spel dat al sinds mensenheugenis wordt gespeeld, en elke man of vrouw is een van de twee spelers in zijn of haar eigen spel. Het schaakbord is de wereld, de stukken zijn de fenomenen van het heelal, de regels van het spel zijn wat wij de natuurwetten noemen. De speler aan de andere kant van het bord kunnen wij niet zien.

Taal, literatuur, theater en film[bewerken | brontekst bewerken]

Schaakmetaforen in de Nederlandse taal[bewerken | brontekst bewerken]

In 1996 werd op initiatief van Stichting Bevordering Schaaksport Nederland een onderscheiding voor de ‘schaakmetafoor van het jaar’ in het leven geroepen. Deze zou jaarlijks uitgereikt worden aan degene die ‘het beste in overdrachtelijke zin gebruik heeft gemaakt van het schaakspel of een onderdeel daarvan’. De eerste ontvanger hiervan was Erik Jan Nederkoorn, exvoorzitter van de raad van bestuur van Fokker, die zei: "Voor de Duitsers was Fokker gewoon een stuk uit een schaakspel. Wij denken dat Fokker het hele bord is."[3] Hij ontving de onderscheiding tijdens de opening van het derde Donner memorial.

De oorspronkelijke intentie deze onderscheiding jaarlijks uit te reiken bleek te ver gegrepen. De prijs werd pas in 2010 tijdens het Tata Steel schaaktoernooi op initiatief van tijdschrift Matten voor de tweede keer uitgereikt, ditmaal aan Joyce Roodnat die in haar column in het NRC/Handelsblad de volgende vergelijking maakte: "Een stel dunne eiken staat dicht op elkaar, als een geschrokken kudde. In weiden en ruige gebiedjes spelen verspreide bomen een vertraagd schaakspel."[4]

Literatuur en film[bewerken | brontekst bewerken]

Alice in Spiegelland[bewerken | brontekst bewerken]

Passages in Lewis Carroll's kinderboeken Alice's Adventures in Wonderland en Through the Looking-Glass worden in wetenschap en literatuur veelvuldig geciteerd als filosofische alforismes. Omdat het verhaal in Through the looking-glass zich in een denkbeeldige schaakwereld afspeelt, is het doorspekt met schaakmetaforen.

Schaaknovelle[bewerken | brontekst bewerken]

Stefan Zweigs Schaaknovelle (1942), vertelt het verhaal van iemand die een langdurige en eenzame gevangenschap overleefd door zich te verliezen in het schaakspel. Hoewel dit verhaal fictief is, is de beschrijving herkenbaar. Het echte verhaal van de gijzeling in de Colombiaanse oerwoud beschrijven de gegijzelden vergelijkbare sentimenten: schaken was voor hen een manier om even niet te denken aan de nare situatie waarin zij zich bevonden. De gegijzelden voelden zich vrij tijdens het schaken: de geest was bezig, men voelde zich tijdens het spel niet als gevangene.[5]

Het zevende zegel[bewerken | brontekst bewerken]

De film Het zevende zegel van .., verhaalt van een middeleeuwse ridder een potje schaak met de duivel. De pest waart rond, en de ridder gaat dood, maar door de dood met een potje schaak uit te dagen krijgt hij uitstel en ontdekt hij antwoorden op de levensvragen waar hij mee worstelt.

De stad is een schaakbord[bewerken | brontekst bewerken]

John Brunners De stad is een schaakbord (The squares of the city)

Endgame[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook: En:Endgame (play)

Toneelstuk uit 1958 van Samuel Beckett, een schaakliefhebber.

Schaken als model[bewerken | brontekst bewerken]

Het schaakspel representeert niet de werkelijkheid, het is slechts een analogie, of model, dat gebruikt kan worden om verschillende facetten van de werkelijkheid, zoals bijvoorbeeld het dagelijkse leven, zakenleven, of oorlogsvoering, beter te begrijpen.[6] Het is aan de gebruiker van het model om de bevindingen voor beter begrip in perspectief van de werkelijkheid te plaatsen.[7]

(Het leven)

verwijzing naar onderwijs

zin en onzin vh schaken

Oorlogsvoering[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel de vermeende ontstaansgeschiedenis van het spel op militair terrein gezocht wordt, wordt het niet langer algemeen als een oorlogsspel beschouwd.[bron?] Toch propageerde de Nederlandse majoor der infanterie Harm Quax het schaakspel als zinvol model en oefening van oorlogsvoering, zelfs al erkende hij dat laatstgenoemde in werkelijkheid veel complexer is. Volgens hem dragen begrip van de theorie en grondbeginselen van het schaken dusdanig bij aan begrip van, en gevoel voor oorlogvoering, dat het de moeite zou lonen officieren in militaire opleidingen het schaken te leren.[6]

Zakenleven[bewerken | brontekst bewerken]

Het schaakspel kan als een instructief model voor het zakenleven gebruikt worden:  bij het schaken strijden spelers voor de winst op het bord, een afgebakend speelveld.  De winnende strategie is van degene die erin slaagt met zijn stukken zijn tegenstander uit te manoeuvreren en te overweldigen. (Smirnov)

Goede schakers houden een overzicht over het bord en zoeken naar kenmerken die de intenties van hun tegenstander verraden, maar ze zoeken ook naar hun eigen kansen. Ze zijn bereid een stuk of positie te offeren, om elders voordeel te behalen. De drijfveer is immer: de partijwinst. Tijd (tempi) is een specifieke factor op het schaakbord, waar spelers rekening mee houden in het spel. Afhankelijk van de stelling kan snel gehandeld worden, of worden er juist langzame manoeuvres uitgevoerd. Tijd in absolute zin is een schaars goed: weinig denktijd voor eenvoudige zetten, zodat meer tijd besteed kan worden aan complexere situaties.

Op een vergelijkbare manier worden bedrijven geleidt en zaken gedaan. De zakenman screent de concurrentie om hun intenties te identificeren en om in te spelen op veranderingen in de markt.  Strategische besluiten worden genomen om risico's te beperken, zich te positioneren en zich te focussen op de grootste kansen. Idealiter worden alle beslissingen genomen met het langetermijndoel voor ogen, (hoewel opportunisme - evenals in het schaken - ook veelvuldig voorkomt.)

De analogie tussen schaken en het zakenleven is echter beperkt.:

  • Bij schaken moeten de spelers zich aan duidelijke en vastgelegde regels houden. In het bedrijfsleven veranderen de regels voortdurend en zakenmensen zoeken constant naar mogelijkheden om het spel te veranderen en de normen te in hun voordeel te veranderen. Er zijn talloze voorbeelden van industrieën die snel evolueerden en de traditionele spelers achter zich lieten met de intrede van nieuwe technologie, regelgeving of marktfactoren.
  • Het schaakspel is een nulsomspel met slechts één winnaar en één verliezer.  In het bedrijfsleven kunnen er veel winnaars en verliezers zijn.  In sommige bedrijfstakken werken concurrenten samen om de marktkansen te vergroten of werken ze samen aan bepaalde projecten om aan de vraag te voldoen.  Spelers kunnen strategische allianties vormen of fuseren om hun positie te versterken.
  • Op een schaakbord bewegen de stukken volgens bekende patronen. De mensen in het bedrijfsleven kunnen op onvoorspelbare wijze werken. Soms presteren ze ondermaats, terwijl ze op andere momenten onze verwachtingen overtreffen.
  • Bij schaken kan de beste strateeg zich winnaar noemen. In het bedrijfsleven is het hebben van een goede strategie slechts een factor dat aan succes bijdraagt. "Cultuur eet strategie als ontbijt" (Peter Drucker), en leiders moeten meer tijd besteden aan het creëren van gezonde en levendige culturen dan aan het uitwerken van een slimme strategie.[7]

Hulpmiddel in een moeilijk leven[bewerken | brontekst bewerken]

Schaken is een middel te zijn mensen die in een problematische omgeving zitten rust, ordening en zin te geven. Voorbeelden van hoe het schaakspel gedetineerden en mensen in achterstandswijken op pad hielpen zijn te vinden in literatuur (zoals Zweigers De schaker) en het echte leven, zoals blijkt uit het verhaal van ex-gedetineerde René, die leerde schaken in Sarita Colonia, een beruchte Peruaanse gevangenis.[8]

Schaken als leermiddel in het onderwijs[bewerken | brontekst bewerken]

Schaken op school is zinvol. Je traint je concentratievermogen en je strategisch denken, je leert plannen. Je staat er alleen voor. Maar vanaf een bepaald punt denk ik dat de meerwaarde van schoolschaak afneemt: dan verbeter je enkel nog je schaaktalent, geen andere vaardigheden.

Nigel Short, Engelse schaakgrootmeester[9]

Het schaakspel heeft pedagogisch potentieel, waardoor het als alternatief leermiddel in het onderwijs gebruikt kan worden. Scholen wereldwijd hebben het schaakspel dan ook als standaard of keuzevak in het pakket opgenomen.[a] Het spel wordt volgens Van Amerongen ingezet bij kinderen die het goed doen, terwijl het juist interessant is voor de achterblijvers, omdat er nieuwe verbindingen in de hersenen aangemaakt worden.[10] Algemeen gesproken leidt het schaken tot betere leerprestaties op een reeks terreinen van rekenen tot taal. Het potentieel zit echter niet alleen in schaken als aantrekkelijke alternatief voor leermiddel, het spel biedt ook leerpunten die anders nauwelijks op school bijgebracht worden, zoals kritisch denken en flexibiliteit. Bovendien kan het leiden tot een positief zelfbeeld wat tot betere prestaties in het algemeen en betere relaties met de omgeving kan leiden.[11]

Niet alleen kinderen met gevoel voor het spel, abstractievermogen, intelligente kinderen of competitieve instelling. Goed schoolschaak leidt niet zozeer topschakers op, maar leidt tot positieve effecten die buiten het schaakbord reiken. Daarmee is ook gezegd dat de talenten van goede schakers niet in het echte leven toepasbaar zijn. Voorwaarde is de juiste wijze van het leren schaken. Aspecten die hierin meespelen zijn;

  • De aandacht niet zozeer op competitie maar het spelelement
  • Aandacht voor en begeleiding van het kind bij de confrontatie van specifieke problemen door uitleg in brede context te plaatsen. [12]
  • Geleidelijk leren van het spel. Hiervoor zijn in de loop van de tijd in Nederland diverse methoden geprobeerd en sinds ... is de zogenaamde Stappenmethode de meest gangbare methode.

Effecten[bewerken | brontekst bewerken]

Het schaken in het algemeen en schoolschaak in het bijzonder dragen bij aan de ontwikkeling van diverse sociale, mentale en cognitieve vaardigheden. Deze volgen grotendeels uit oefening, maar het bewustmaken van de leerlingen van de parallellen die het schaakspel heeft met andere aspecten in het leven draagt bij aan de pedagogische waarde.

  • Sociale vaardigheden: zelfdiscipline, op je beurt wachten, een positief zelfbeeld hebben, verantwoordelijkheid dragen, verlies incasseren, respect voor anderen tonen en sportiviteit.
  • Cognitieve (denk-)vaardigheden: alternatieven afwegen, beslissingen nemen, conditioneel denken (als dit, dan dat), korte en lange termijn doelen stellen, gevolgen van acties overzien en regels toepassen
  • Taal- en rekenvaardigheden.
  • Omgang met problemen en uitdagingen, besluitvaardigheid, Kritisch denken: Zelf bepalen of hoe goed je staat. Zelf bepalen wat je beste zet is; Logisch denken.
  • Karaktervorming / ontwikkeling van persoonlijkheid:
    • Weerbaarheid[13]
    • Positief zelfbeeld[11]
    • Leren van verantwoordelijkheid voor je eigen daden. Wanneer iets fout gaat, kun je niet naar iets anders dan jezelf wijzen.
    • Flexibiliteit: inspelen op veranderende inzichten, situaties.

Voorts toont schoolschaak:

  • Intellectuele prestaties zijn mogelijk als men zijn best doet. Omdat dit is niet vanzelfsprekend is in sociale achterstandsmilieus, kan het schaakspel aldaar extra effectief zijn.
  • Met het spel worden niet alleen hersenfuncties ontwikkeld, maar worden leerlingen ook meer gemotiveerd te leren, vanwege de aandacht die zij via schaaklessen krijgen.[11]

Effectiviteit[bewerken | brontekst bewerken]

Onderzoek en praktijk laten zien dat schaken effectief kan zijn voor de ontwikkeling van sociale, cognitieve eigenschappen en karakter van de student. Het blijkt ook niet uitsluitend te werken voor kinderen met aanleg of competitieve instelling. De effectiviteit hangt ook van de methode en omstandigheden van de leerlingen af, zoals de sociale achtergrond en kennis van het spel. Volgens Nigel Short is er echter een verzadigingspunt, waarna de meerwaarde van schoolschaak afneemt en alleen nog het schaaktalent wordt verbeterd en geen andere vaardigheden. Aldus heeft het volgens hem geen zin om het schaken langer dan een jaar in het lesrooster te hebben.[14]

Erkennende dat het schaken significante voordelen biedt in de ontwikkeling van het kind, heeft het Europees Parlement in 2012 een beleidsaanbeveling schoolschaken in het onderwijssysteem op te nemen.[15] Het volgt daarmee een wereldwijde trend.....[b] Anno 2023 was het in Nederland echter (nog) niet ingevoerd.[16]

Hoewel schoolschaak dus gunstig is voor de ontwikkeling van het kind in het algemeen, blijkt uit praktijkvoorbeelden en onderzoek dat het in het bijzonder geschikt is voor kinderen met een neurobiologische ontwikkelingsstoornis en kinderen uit achterstandswijken.

Effect op neurobiologische ontwikkelingsstoornis[bewerken | brontekst bewerken]

In een kleinschalig kwalitatief onderzoek uitgevoerd in 2017-2018 werden in Vlaanderen mensen met een neurobiologische ontwikkelingsstoornis onderzocht op de vraag hoe het schaken als hobby hun dagelijkse leven beïnvloedt. De meeste respondenten gaven aan dat zij met het schaakspel zich meer geaccepteerd en minder anders bekeken voelden en tevens met minder vooroordelen zouden worden geconfronteerd in de schaakwereld in vergelijking met andere hobby’s en de maatschappij in het algemeen. Diverse respondenten zouden een positieve invloed van schaken op hun zelfbeeld ervaren. Sommige respondenten gaven aan dat ze vaardigheden bij het schaken vaardigheden leren die bruikbaar zijn in het dagelijks leven. Ook gaven enkele respondenten aan dat schaken rechtstreeks een invloed heeft op de symptomen van hun neurobiologische ontwikkelingsstoornis.[17]

Achterstandswijken[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens Moreno stimuleert schaken het functioneren van het brein en levert het daarmee een bijdrage aan intellectuele emancipatie. Zeker voor jongeren in achterstandssituaties, die onder andere meer last hebben van de verwachtingspatronen uit de omgeving, zou succeservaringen op het schaakbord bijdragen aan een positief zelfbeeld, hetgeen weer tot betere schoolprestaties en betere omgang met omgeving zou leiden.[11]

Bill Hall, Royal Knights

“Life is not different than chess. If you don’t have a plan, you’ll get beaten.” - Bashart Choudhry van de Royal Knights.[18][19]

Eugene Brown, Big Chair Chess Club

Richard Mason, Knights of the South Bronx

Schaaktalent[bewerken | brontekst bewerken]

Metaforen: parallellen tussen het spel en het leven[bewerken | brontekst bewerken]

Lessen van Moreno[bewerken | brontekst bewerken]

8 kd
7 pd
6 pd
5 pl pl
4
3
2
1 kl
a b c d e f g h
Conflicten oplossen. Bereik je meer door te slaan of door te lopen?[11][c]

Moreno toont de specifieke aspecten in schaaktrainingen steeds als metaforen voor het echte leven en de belevingswereld van de leerlingen. Zoals schaakstukken verschillende functies hebben in verschillende stellingen, zo zijn mensen ook verschillend in aanleg en gedrag. Een paard en een loper verschillen, maar ze zijn evenveel waard. Zoals een zet van invloed is op wat de tegenstander doet, zo is iemands gedrag ook van invloed op hoe een ander reageert. Zoals in een stelling een plan bedacht moet worden beslissingen genomen moeten worden, zo moet men ook in zijn eigen leven situaties beoordelen en beslissingen nemen. Een plan in een schaakstelling heeft een doel. De leerling wordt impliciet gevraagd wat het doel in zijn leven is. Zoals een partij geanalyseerd wordt en waaruit geleerd kan worden, zo kan ook van echte levenservaringen geleerd worden.

...(volop aanvullingen).... [11]

Weerbaarheid[bewerken | brontekst bewerken]

GO! Basisschool Brugge-Centrum had een groot probleem met pestgedrag onder de schoolkinderen, tot vroeg in het eerste decennium van de 21e eeuw het schaakspel geïntroduceerd werd. Kinderen leerden elkaar kennen en er groeide wederzijds respect. Volgens de school werden de kinderen weerbaar. Het werd in metaforen verklaard: Wat gebeurt er als een stuk wordt aangevallen? Je beschermt het door rond de juf te hangen, je zoekt hulp en denkt je stuk met andere stukken, zoals vriendjes. Of je gaat in de tegenaanval, zoals met een groep tegen de pestkop in.[14]

Spiegel voor de schaker[bewerken | brontekst bewerken]

Een populaire mythe is dat het schaakspel het karakter van een schaakspeler zou tonen. Zo zouden tactisch georiënteerde spelers hun paarden in de startstelling met de hoofden naar voren gericht opstellen, positionele spelers hun paarden naar elkaar laten kijken en ... spelers paarden naar links of naar rechts richten. Dynamische agressieve spelers zouden in het leven buiten de schaakbord ook dynamisch en ondernemend zijn, terwijl positionele spelers bedachtzame mensen zouden zijn.

Een schaaktest zou op basis van keuzes van de speler in bepaalde posities kunnen bepalen wat voor type speler men is, ofwel wat voor stijl hij zou hebben en overeenkomstig welke opening het beste bij deze speler past.

Met name topschakers doen dit af als grotesk onzin. " Style? I have no style" zei Karpov. "I just play the best move" zei Fischer in een andere context. En volgens Anish Giri bestaat er geen schaakpersoonlijkheid, maar kan uit de manier waarop iemand schaakt wel zijn persoonlijkheid afgeleid worden.[20] De mythen daargelaten, schaakpsychologie (en:Chess#Psychology) kan het spel beïnvloeden[21] en worden er niet zelden daartoe psychologische zetten gedaan, om de tegenstander op de verkeerde been te zetten. De keuze van een dergelijke zet kan ingegeven worden door de spelers kennis van de zwakke punten van zijn tegenstander.


Ongeacht of dat de persoonlijkheid en karakter van de schaker uit het spel afgelezen kan worden, de eigenschappen van een schaker hebben weinig of geen meerwaarde in andere aspecten van het leven: de spelers spelspecifieke ontwikkelingen hebben geen transferwaarde. Het zijn de eigenschappen van het spel die als gereedschap dienen in de vorming van karakter en kunde, zinvol voor het dagelijkse leven.

Denkmethoden[bewerken | brontekst bewerken]

Het op verschillende manieren leren denken is een van de cognitieve vaardigheden die met het schaken aangeleerd wordt. Dit gaat door het proces van het leren en beoefenen van het spel en in sommige gevallen metaforisch uitgelegd worden.

Kritisch denken

Creatief denken

Planning

Kans en risico berekening

Abstraheren

Bronnen, noten en referenties[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

Taal, literatuur en theater

Schaken als model

Denkmethoden

Schaken in onderwijs

(referenties)

Organisaties

Diversen

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Rowson (2020), Inleiding
  2. (en) Thomas Henry Huxley, A liberal education; and where to find it (1868), in Science and education, New York: D.Appleton & Co. (1896), p.82
  3. Vrij Nederland (24 augustus) (1996). Schaakmetafoor van het jaar. Onze Taal 65
  4. Kees Schrijvers, De schaakmetafoor. Schaaksite (30 juli 2012).
  5. Rowson (2020), hoofdstuk 1.1 (p.27/227 vh eboek)
  6. a b Quax (2004)
  7. a b (en) Tim O'Connor, How business leadership is (and isn’t) like chess. Results. Geraadpleegd op 9 augustus 2023.
  8. (2022). Hoe schaken je kan helpen. Comeback  (3)
  9. (november 2008). Pesters schaakmat. Klasse  (189): pp.24-25
  10. Angela Dekker, Vrouwen kunnen wél schaken. VPRO (26 juni 2017).
  11. a b c d e f Van Delft (2009)
  12. Voorbeelden in Kurzdorfer's The Tao of Chess (2004)
  13. (november 2008). Pesters schaakmat. Klasse  (189): pp.24-25
  14. a b (november 2008). Pesters schaakmat. Klasse  (189): pp.24-25
  15. Barbier (2018), p.10
  16. Annette Tromp, Marleen (49) balanceerde op het randje van de dood: 'Ik leefde van uur tot uur’. De Gelderlander (2 april 2023).
  17. Barbier (2018)
  18. (en) Jo Coudert, From Street Kids to Royal Knights. Chess House (juni 1989).
  19. (en) B. Marinello, Royal Knights in East Harlem. The U.S. Chess Trust (22 september 2007).
  20. Willem van Reijendam, Schaakgrootmeester Anish Giri: ‘Ik sta in een Nederlandse traditie’ (interview). FD.nl (4 april 2023).
  21. (en) Natalia Pogonina, Chess Psychology. Chess.com (25 mei 2010).
  22. Hartmans, Rob, Willem van Oranje als schaker (recensie). Historisch Nieuwsblad (2022 nr.1) (13 december 2021).
  23. Der Steen, Paul van, Willem van Oranje een zwijger? Nee. Wel een zwoeger (recensie). Trouw (21 november 2021).
  24. Meeuwen, D. van, Willem III, een politieke biografie van Wout Troost (recensie). Reformistisch Dagblad (17 oktober 2001).
  25. auteur?, Het schaakspel en het koninklijk huis. SV Eeuwig Schaak (datum?).

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. In de Verenigde Staten...., In Turkije...., Armenie,.....
  2. In de Verenigde Staten...., In Turkije...., Armenie,.....
  3. Oplossing: de stelling toont de confrontatie van twee vijandelijke pionnenduo's. Als de beurt aan Wit is, kan het de confrontatie aangaan en een pion slaan. Maar daarmee bereikt hij zijn doel niet want het spel is dan geblokkeerd en zal dan op remise uitlopen. Negeert hij zijn tegenstander, dan loopt wit gewoon door en promoveert hij, met eenvoudige winst in het vooruitzicht. Is zwart aan zet, dan zal hij ten alle tijden slaan, met goede kans op remise.
  4. Een percentielscore is anders dan procenten. Wanneer iemand voor een toets 75 punten haalt (ongeacht de schaal) en 90% van de andere mensen die dezelfde toets gedaan hebben scoren lager, dan is de percentielscore van deze persoon 90%, wat dus wil zeggen dat deze persoon het beter gedaan heeft dan 90% van de deelnemers.(Bron: Percentielscores: uitleg en interpretatie, infonu.nl)


Categorie:Schaken Categorie:Didactisch hulpmiddel Categorie:Modelvorming