HX-229

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
HX-229 (konvooi)
Onderdeel van de Tweede Wereldoorlog
De King Gruffyd maakte deel uit van het konvooi
Datum 16 maart19 maart 1943
Locatie Atlantische Oceaan
Resultaat Duitse overwinning
Strijdende partijen
Nazi-Duitsland Verenigd Koninkrijk
Leiders en commandanten
Karl Dönitz G.J. Luther
E.C. Day
Troepensterkte
41 U-boten 50 schepen
5 escorts
Verliezen
1 U-boot gezonken 13 schepen gezonken

HX-229 was een geallieerd scheepskonvooi tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het konvooi bestond uit 37 vrachtschepen van verscheidene nationaliteiten. Het grote en snelle konvooi HX-229 vertrok vanuit Halifax, Nova Scotia, Canada - New York naar Groot-Brittannië over de Noord-Atlantische Oceaan. Tussen 16 maart en 19 maart 1943 werd het konvooi door Duitse U-boten aangevallen, bestaande uit drie "Wolfpack"-groepen, de Gruppe Raubgraf, met 10 U-boten, Gruppe Dränger, 11 U-boten en Gruppe Stürmer, 18 U-boten. Verder waren er nog 4 U-boten die niet ingedeeld waren bij deze groepen maar die wel deelnamen aan de konvooislag. In totaal werd konvooi HX-229 en later, met het ingehaalde en tragere konvooi SC-122, samen aangevallen door 41 Duitse onderzeeërs.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Konvooi HX-229 werd voor het eerst waargenomen op 16 maart 1943 door de U-336. Het konvooi-escorte werd door Groep B-4 met CDR. ECL geleid op die dag door de Royal Navy, onder leiding van LCDR. G.J. Luther RN, commandant van HMS Highlander. Verder werd konvooi HX-229 begeleid door de torpedojagers HMS Beverly, HMS Mansfield, HMS Volenteer, de korvetten HMS Anemone en HMS Pennywort. De korvet HMS Havant sloot zich aan op 18 maart en HMS Abelia, die zich aansloot op 19 maart. De Amerikaanse torpedojager USS Babbitt (DD-128) sloot zich eveneens bij het konvooi aan op 19 maart.

De slag[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de winter van 1942-43, werd het centrale deel van de konvooiroute van het Noord-Atlantische Oceaangedeelte vanaf Canada tot aan Engeland, bekend als het "Air Gap", omdat er voorbij deze zone geen bereikbaarheid was voor de meeste patrouillevliegtuigen, die hun bases aan land hadden. De U-boten werden in slaglinie geplaatst tot dertig kilometers afstand in lange noord-zuid-loodlijnen aan de konvooiroutes. Om het even welk konvooi dat een van deze groepslijnen kruiste, zou theoretisch waargenomen worden door minstens één U-boot die het konvooi zou doormelden en volgen om anderen erheen te leiden, tot er genoeg aanwezige U-Boten waren om een aanval van het "wolfspack" te lanceren op de geallieerde schepen.

Midden maart werd Gruppe Raubgraf (roofgraaf) geplaatst in de slaglinie, op de westelijke rand van het "luchtgat", en de Gruppes Stürmer (waaghals) en Dränger (plunderaar) vormde een lange lijn door het centrum van het "air gap". Het langzame konvooi SC-122 ging een dag eerder naar het oosten door het gebied van Gruppe Raubgraf, alvorens die een onderscheppingslijn had gevormd; en naar het oosten voer het snellere konvooi HX-229, achter konvooi SC-122 op dezelfde koers, en glipte zodoende door de Duitse U-bootlinie tijdens een onweer.

16 maart[bewerken | brontekst bewerken]

De U-653 had een bemanninglid vanuit de commandotoren verloren, die overboord werd geslagen tijdens een zware storm die op dit moment teisterde. Met een laag brandstofrendement, machines die niet goed functioneerden en met één enkele gebrekkige torpedo, werd de U-653 gedetacheerd van Gruppe Raubgraf om naar Frankrijk terug te keren. De huiswaarts kerende U-653 ontdekte het konvooi HX-229 per toeval omstreeks 03.30 uur op 16 maart en seinde dit onmiddellijk door.

Het waarnemen van een naar het oosten varend konvooi bij dageraad, dicht bij de westelijke rand van het "luchtgat", bood uitstekende perspectieven om verzamelen te blazen van een grote "wolfspack"-bende voor een aanval op de avond van 16 maart, en de rest van Gruppe Raubgraf werd bevolen om het konvooi in te halen. Gruppes Stürmer en Dränger werd toen bevolen om bij konvooi HX-229 samen te komen. Zeven U-Boten van Gruppe Raubgraf en 2 U-boten, o.a. de U-119, die daar in de buurt werd bijgetankt bij een "melkoe"-U-boot, de U-463, vonden konvooi HX-229 in de loop van de dag en vielen pas tegen het vallen van de duisternis aan. Acht schepen werden getorpedeerd vóór de ochtend.

Ondertussen vond de U-338 van Gruppe Stürmer, konvooi SC-122 kort na middernacht, 120 zeemijlen vóór HX-229. De U-338 lanceerde een torpedosalvo op vier schepen van konvooi SC-122. Admiraal Dönitz gaf opdracht aan sommige U-boten van Gruppes Stürmer en Dränger tegen konvooi SC-122 op te treden, eerder dan tegen konvooi HX-229, zodra hij realiseerde dat er twee konvooien in de buurt waren. De Duitsers registreerden en verwezen de twee nabijgelegen konvooien als één enkele grote konvooislag -- Geleitzug Nummer 19.

17 maart[bewerken | brontekst bewerken]

De B-24 Liberators (VLR) patrouillebommenwerpers met zeer groot vliegbereik van het R.A.F. 86e Eskader van Aldergrove, Noord-Ierland, en Eskader 120 van Reykjavik, IJsland, maakten hun eerste efficiënte patrouilles in het "air gap" op 17 maart en schaduwden de U-Boten, zo dicht bij de beide konvooien dat de Duitsers verrast werden. De U-boten torpedeerden meer dan twee schepen van HX-229 en drie van SC-122, ondanks het tussenbeide komen van de B-24 Liberator-bommenwerpers.

18 maart[bewerken | brontekst bewerken]

De B-24 Liberators bereikten opnieuw konvooi SC-122 op 18 maart, maar konden konvooi HX-229 op slechts 70 zeemijl afstand niet terugvinden. De U-boten torpedeerden meer dan twee schepen van HX-229 en een andere van SC-122. Een vrachtschip van konvooi HX- 229, de Mathew Luckenbach, werd bij het voortdurende verlies van schepen, gealarmeerd om op eigen houtje weg te stomen uit het konvooi, zonder machtiging om rechtstreeks naar Engeland terug te keren. Ze werd echter toch nog getroffen en zonk na een tijdje rondgedreven te hebben door een torpedo-genadeslag. Een ander vrachtschip, Clarissa Radcliffe, van konvooi SC-122, die tijdens een onweer op 9 maart was achtergebleven, werd nooit meer weer gezien en werd verondersteld dat ze onafhankelijk weggestoomd was en door de U-663 vernietigd werd op 18 maart.

19 maart[bewerken | brontekst bewerken]

De extra escorteschepen en het stijgend aantal patrouillebommenwerpers bereikten de beide, ineengelopen konvooien op 19 maart. De U-384 was zelf tot zinken gebracht door een bommenwerper, en de U-boten werden bevolen om die nacht de aanvallen te beëindigen. De Mathew Luckenbach was het enige schip dat op 19 maart werd getorpedeerd, maar aangezien zijn vlucht vanuit het konvooi HX-229, was de concentratie van U-boten meer gericht op konvooi SC-122. Een kotter bemerkte de pluim van de torpedo-explosie en redde daarna de bemanning van het Amerikaanse vrachtschip. Een voorstel om terug naar de Mathew Luckenbach te gaan om het nog drijvende schip mogelijk nog te bergen, werd niet doorgevoerd. Het vrachtschip werd daarna nog tot zinken gebracht door de U-523.

Getroffen schepen van konvooi HX-229[bewerken | brontekst bewerken]

(b.) = Dit schip werd beschadigd tijdens de aanval

Gruppe Raubgraf - U-bootgroepen[bewerken | brontekst bewerken]

Gruppe Dränger[bewerken | brontekst bewerken]

Gruppe Stürmer[bewerken | brontekst bewerken]

Niet behorende bij deze groepen[bewerken | brontekst bewerken]

(*) = U-boten die vuurden met torpedo's of het dekkanon gebruikten

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Uboat.net: Konvooi HX-229
  2. Konvooi HX-229 Warsailors