Isobutylvinylether

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Isobutylvinylether
Structuurformule en molecuulmodel
Structuurformule van isobutylvinylether
Algemeen
Molecuulformule C6H12O
IUPAC-naam 1-ethenoxy-2-methylpropaan
Andere namen isobutylvinylether, vinylisobutylether, isobutoxyetheen
Molmassa 100,16 g/mol
SMILES
CC(C)COC=C
InChI
1S/C6H12O/c1-4-7-5-6(2)3/h4,6H,1,5H2,2-3H3
CAS-nummer 109-53-5
EG-nummer 203-678-8
PubChem 7992
Wikidata Q1418767
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen
OntvlambaarSchadelijk
Gevaar[1]
H-zinnen H225 - H315[1]
EUH-zinnen geen
P-zinnen P210[1]
VN-nummer 1304
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vloeibaar
Kleur kleurloos
Dichtheid 0,768 g/cm³
Smeltpunt −112 °C
Kookpunt 83 °C
Vlampunt −15[1] °C
Zelfontbrandings- temperatuur 195 °C
Oplosbaarheid in water 0,7 g/L
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Isobutylvinylether is een kleurloze, licht ontvlambare vloeistof.

Synthese[bewerken | brontekst bewerken]

De stof kan bereid worden door de reactie van 2-methylpropan-1-ol met ethyn (de zogenaamde Reppe-synthese):

Toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]

Isobutylvinylether kan gepolymeriseerd worden tot polyisobutylvinylether. De stof is ook een comonomeer in copolymeren met bijvoorbeeld vinylchloride of vinylacetaat. De (co-)polymeren worden onder meer toegepast in verven, lakken en coatings. Daarnaast is de stof een tussenproduct voor andere stoffen, bijvoorbeeld in een syntheseroute van kwadraatzuur.

Toxicologie en veiligheid[bewerken | brontekst bewerken]

Isobutylvinylether is licht ontvlambaar en kan bij verhitting spontaan polymeriseren. Lewiszuren zoals boortrifluoride bevorderen de polymerisatie. Daarom wordt er bij opslag een kleine hoeveelheid stabilisator aan toegevoegd, bijvoorbeeld 0,1% kaliumhydroxide.[2]

Historisch gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Isobutylvinylether was een component van de raketbrandstof voor de Duitse Wasserfallraket, ontwikkeld in de Tweede Wereldoorlog. De raket gebruikte een hypergole brandstof, bestaande uit enerzijds Visol (een mengsel van isobutylvinylether en aniline; dit was een bijproduct van de destillatie van steenkool) en anderzijds SV (een mengsel van 10% zwavelzuur en 90% salpeterzuur).[3]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]