Schoepiet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Schoepiet
Schoepiet
Mineraal
Chemische formule (UO2)8O2(OH)12 • 12(H2O)
Tweelingen Langs kristalvlak [111]
Kleur Geel tot bruingeel en amber
Streepkleur Lichtgeel, geel
Hardheid 2,5 mohs
Gemiddelde dichtheid 4,8 kg/dm3
Glans Adamantienglans
Opaciteit Doorzichtig tot doorschijnend
Breuk Bros
Splijting Perfect lang [001], onduidelijk tot zwak langs [010]
Habitus Kleine kristallen, tabulair of prismatisch
Kristaloptiek
Ruimtegroep P 21ca
Eenheidscel a = 14,33 Å, b = 16,79 Å, c = 14,73 Å, Z = 4
Brekingsindices nα = 1,69, nβ = 1,714, nγ = 1,735
Dubbele breking δ = 0.0450
Luminescentie lichtblauw (korte golf UV), wit (langegolf UV)
Optische oriëntatie Tweeassig negatief
2V-hoek 89°
Overige eigenschappen
Radioactiviteit Zeer sterk radioactief (>70 Bq/g)
Lijst van mineralen
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

Schoepiet is een gehydrateerd uraniumoxide en -hydroxide met de chemische formule (UO2)8O2(OH)12 • 12(H2O).

Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Het gele tot bruingele schoepiet heeft een adamantienglans en een lichtgele tot gele streepkleur. Het kristalstelsel is orthorombisch-piramidaal. Schoepiet heeft een brosse breuk en de splijting van het mineraal is perfect langs kristalvlak [001] en onduidelijk langs [010]. De gemiddelde dichtheid is 4,8 en de hardheid is 2,5, wat vrij zacht is. Alhoewel een grote variëteit aan kristalvormen van schoepiet bekend is, zijn kristallen veelal tabulair of kort prismatisch.

Het mineraal is zeer sterk radioactief, met een API gamma ray waarde van 5.270.032,39.

Naam[bewerken | brontekst bewerken]

Schoepiet is genoemd naar de Belgische mineraloog Alfred Schoep (1881-1966). Tijdens zijn carrière doceerde Schoep mineralogie aan de Universiteit van Gent.[1],[2],[3]

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Schoepiet is een wereldwijd verspreid voorkomend mineraal, met als typelocatie de plaats Shinkolobwe in de Congolese provincie Katanga. Schoepiet ontstaat meestal als een verweringsproduct van uraniniet in hydrothermale uraniumafzettingen. In mindere mate ontstaat schoepiet door de verwering van lanthiniet. Schoepiet zelf verweert binnen enkele maanden spontaan tot metaschoepiet (UO3 • n(H2O) met n > 2) en paraschoepiet (UO3 • 2(H2O)) bij blootstelling aan lucht.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]