CONMEBOL Libertadores
CONMEBOL Libertadores | ||||
---|---|---|---|---|
Sport | Voetbal | |||
Regio | Zuid-Amerika | |||
Bond/organisator | CONMEBOL | |||
Eerste editie | 1960 | |||
Regerend kampioen | Flamengo (2e titel) | |||
Recordkampioen | Independiente met 7 titels | |||
Officiële website | ||||
|
De Copa CONMEBOL Libertadores ("Beker van CONMEBOL van de Bevrijders"), ook wel kortweg de Copa Libertadores is een jaarlijks voetbaltoernooi voor clubs uit Zuid-Amerika, georganiseerd door de CONMEBOL, de Zuid-Amerikaanse voetbalbond. Het is het Zuid-Amerikaanse equivalent van de UEFA Champions League en is daarmee een van de sterkste toernooien voor clubteams ter wereld. De winnaar plaatst zich voor het wereldkampioenschap voor clubs (in het verleden voor de wereldbeker voor clubteams) en de Recopa Sudamericana. Naast clubteams uit de Conmebol-landen (de tien Spaans- en Portugeestalige landen van Zuid-Amerika) hebben ook Mexicaanse clubs aan het toernooi meegedaan.
De naam van de wisselbeker en van het toernooi verwijst naar de leiders van de onafhankelijkheidsstrijd begin negentiende eeuw in Latijns-Amerika. De sponsornaam van het toernooi is sinds de editie van 2013 Copa Bridgestone Libertadores. Van 1999-2007 was Copa Toyota Libertadores de sponsornaam, van 2008-2012 Copa Santander Libertadores.
Geschiedenis
Twaalf jaar voor de eerste editie van de Copa Libertadores werd in Chili een toernooi georganiseerd met zeven clubs uit verschillende landen in Zuid-Amerika, het Campeonato Sudamericano de Campeones. Dit toernooi werd gewonnen door Vasco de Gama en wordt gezien als een voorloper van de huidige Copa Libertadores.
De eerste officiële beker werd in 1960 gewonnen door Club Atlético Peñarol uit Uruguay. Vijfentwintig clubs hebben een of meerdere keren de beker gewonnen. CA Independiente (Argentinië) won de beker zeven keer, waarvan vier keer op rij (1972-1975). De eerste club die de beker driemaal op rij won was Club Estudiantes de La Plata uit Argentinië die de beker tussen 1968-1970 veroverde. Als gevolg hiervan mochten ze na het derde jaar de wisselbeker houden. Later is dit alleen Independiente ook gelukt (1972-1974). Opvallend is dat de Braziliaanse clubs in dit toernooi minder vaak hebben gewonnen dan de Argentijnse, terwijl Brazilië gemiddeld beter presteert op de Wereldkampioenschappen.
Topscorer aller tijden van de Copa Libertadores is de Ecuadoriaan Alberto Spencer. Hij scoorde in de jaren zestig in totaal 54 doelpunten voor Peñarol (48) en Barcelona Guayaquil (6).
Toernooi
Kwalificatie
In het eerste seizoen namen de landskampioenen van Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Paraguay en Uruguay deel. In 1961 voor het eerst de kampioenen van Ecuador en Peru. In 1964 voor het eerst de kampioen van Venezuela. Vanaf 1966 plaatsten ook de nummers twee uit de deelnemende landen zich. Vanaf 1998 namen ook clubs uit Mexico, zelf lid van de Noord- en Midden-Amerikaanse bond CONCACAF, deel aan dit toernooi. Volgens de reglementen kunnen ploegen uit Mexico zich niet plaatsen voor de WK voor clubs en Recopa Sudamericana.[1] Ingeval een Mexicaanse club dit toernooi wint, plaatst de beste niet-Mexicaanse ploeg zich voor het WK voor clubs en voor de Recopa Sudamericana. Vanaf 2000 konden er drie of meer clubs per land deelnemen, waarmee het aantal deelnemers eerst op 32 kwam, in 2004 op 36 en vanaf 2005 het huidige aantal van 38 teams. De enige uitzondering was 2010 met 40 deelnemers.
Het toernooi verloopt ongeveer zoals de Europese UEFA Champions League. Uit elf landen spelen clubs een voorronde waaruit zes clubs overblijven. De laagst geklasseerde club uit elk land moet deelnemen aan deze voorronde, alsmede de op een na laagste geklasseerde club uit het land van de titelhouder. De eerste ronde is een groepsfase, met acht groepen van vier clubs. De nummers één en twee plaatsen zich voor de eindfase waarin met een knock-outsysteem wordt gewerkt. De finale bestaat net als de andere knock-outwedstrijden uit een uit- en een thuiswedstrijd. Tot 1979 werd de regerend kampioen in de halve finaleronde ingevoegd, waardoor het relatief eenvoudiger was de titel te behouden.
Regels
In de Copa Libertadores wordt nooit een verlenging gespeeld om een winnaar aan te wijzen. Een uitzondering hierop was de editie van 1973. Oorspronkelijk werd de winnaar aangewezen op basis van wedstrijdpunten uit de twee ontmoetingen (winst/gelijk/verlies). Was deze onbeslist, dan werd er een beslissingswedstrijd gespeeld op neutraal terrein. Ook deze werd niet verlengd, maar werd er wel naar het doelpuntentotaal gekeken. Als dit ook geen winnaar opleverde, dat volgde een strafschoppenserie. Van 1988 tot 2004 werd de regel toegepast dat, bij een gelijke totaalstand in doelpunten, meteen een strafschoppenserie volgde. Opvallend genoeg zou de winnaar van 2004, Once Caldas uit Colombia, de finale hebben 'verloren als gekeken was naar de (ongunstige) tegendoelpunten thuis. Vanaf 2005 geldt de 'uitdoelpunten-regel’ zoals in Europa (uitdoelpunten tellen zo nodig zwaarder).
Finales
* duidt de thuiswedstrijd van de winnaar aan.
Aantal overwinningen per club
Club | Aantal | Jaar |
---|---|---|
Independiente | 7 | 1964, 1965, 1972, 1973, 1974, 1975, 1984 |
Boca Juniors | 6 | 1977, 1978, 2000, 2001, 2003, 2007 |
Peñarol | 5 | 1960, 1961, 1966, 1982, 1987 |
Estudiantes de La Plata | 4 | 1968, 1969, 1970, 2009 |
River Plate | 4 | 1986, 1996, 2015, 2018 |
Nacional de Montevideo | 3 | 1971, 1980, 1988 |
Olimpia | 3 | 1979, 1990, 2002 |
Grêmio | 3 | 1983, 1995, 2017 |
São Paulo FC | 3 | 1992, 1993, 2005 |
Santos FC | 3 | 1962, 1963, 2011 |
Flamengo | 2 | 1981, 2019 |
Cruzeiro EC | 2 | 1976, 1997 |
SC Internacional | 2 | 2006, 2010 |
Atlético Nacional | 2 | 1989, 2016 |
Racing Club | 1 | 1967 |
Argentinos Juniors | 1 | 1985 |
Colo-Colo | 1 | 1991 |
Vélez Sársfield | 1 | 1994 |
CR Vasco da Gama | 1 | 1998 (1948) |
Palmeiras | 1 | 1999 |
Once Caldas | 1 | 2004 |
LDU Quito | 1 | 2008 |
Corinthians | 1 | 2012 |
Atlético Mineiro | 1 | 2013 |
San Lorenzo | 1 | 2014 |