Colmar von der Goltz
Colmar von der Goltz | ||
---|---|---|
Geboren | 12 augustus 1843 Adlig Bielkenfeld | |
Overleden | 19 april 1916 Bagdad | |
Rustplaats | Duitse Oorlogsbegraafplaats Tarabya, Istanboel[1] | |
Land/zijde | Pruisen Duitse Rijk Ottomaanse Rijk | |
Onderdeel | Pruisische Leger Deutsches Heer Ottomaans leger | |
Dienstjaren | 1861 - 1911 1914 - 1916 | |
Rang | Generalfeldmarschall Pasja | |
Slagen/oorlogen | Duitse Oorlog
| |
Onderscheidingen | Zie onderscheidingen |
Colmar Freiherr von der Goltz, ook bekend als Goltz Pasja (Adlig Bielkenfeld (Oost-Pruisen, huidig Oblast Kaliningrad), 12 augustus 1843 - Bagdad, 19 april 1916), was een Pruisisch officier en militair historicus, met de rang van generaal-veldmaarschalk van het Duitse Keizerrijk.
Von der Goltz ging in 1861 in het leger en werd gewond in de Duitse Oorlog (1867). Tijdens de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) was hij verbonden aan de staf van prins Frederik Karel van Pruisen. Nadien werd von der Goltz professor aan de militaire academie van Potsdam.
In 1883 werd hij als militair adviseur naar het Ottomaanse Rijk gestuurd, waar hij tot 1895 belast was met de modernisering van het leger. Hij kreeg hiervoor de titels van pasja en moesjir (maarschalk). Von der Goltz maakte verder carrière in Duitsland, die hij in 1911 afsloot met zijn benoeming tot Generalfeldmarschall.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam Von der Goltz weer in actieve dienst. Van 23 augustus 1914 tot 28 november 1914 was hij de militair gouverneur van België. In deze functie viel hij op door het nemen van gijzelaars en de harde repressie van elk vermeend verzet. Al in zijn eerste proclamatie, 5 september 1914, verklaarde hij dat alle verzet zonder genade gestraft zou worden en dat het straffen van vijandelijke handelingen noodzakelijkerwijs ook onschuldigen zou treffen.[2] Hij deed deze uitspraak nadat hij met eigen ogen de verwoesting van Leuven had aanschouwd. Voor Adolf Hitler was Von der Goltz een voorbeeld als het aankwam op een "efficiënte" aanpak van sabotage (afbranden van dorpen, fusilleren van burgemeesters, wegvoeren van vrouwen en kinderen).
Al snel vroeg en kreeg von der Goltz overplaatsing en werd hij opnieuw militair adviseur in het Ottomaanse Rijk, waar hij aan tyfus overleed.
Militaire loopbaan
[bewerken | brontekst bewerken]- Leutnant: 23 juli 1861[3]
- Oberleutnant: 15 september 1869[3]
- Hauptmann: 3 oktober 1871[3][4]
- Major: 12 oktober 1878[3][4]
- Oberstleutnant: 25 augustus 1883[3]
- Oberst: 22 maart 1887[3]
- Generalmajor: 18 juni 1891[3]
- Generalleutnant: 18 april 1895[3]
- General der Infanterie: 27 januari 1900[3]
- Generaloberst: 1908[3]
- Generalfeldmarschall: 1 januari 1911[3][4]
Onderscheidingen
[bewerken | brontekst bewerken]- Pour le Mérite in 1911[4]
- Pour le Mérite voor wetenschappen en kunsten in 1911[5]
- IJzeren Kruis 1870, 2e klasse
- Grootkruis in de Kroonorde
- Commandeur in de Orde van de Rode Adelaar
- Ere-ridder grootkruis in de Orde van Sint-Michaël en Sint-George
- Erekruis der Ie Klasse in de Huisorde van Hohenzollern met Zwaarden
Voorganger: - |
militair gouverneur van bezet België 1914 |
Opvolger: Moritz von Bissing |
- ↑ (en) Find A Grave: Wilhelm Leopold Colmar, Freiherr “Goltz Pasha” von der Goltz. Geraadpleegd op 22 april 2018.
- ↑ De pasja van Brussel, De Standaard, 3 oktober 2014. Gearchiveerd op 24 januari 2022.
- ↑ a b c d e f g h i j k https://web.archive.org/web/20160805211745/http://prussianmachine.com/aok/goltzc.htm
- ↑ a b c d (de) Deutsche Biographie. Gezien op 23 juni 2016.
- ↑ (de) ORDEN POUR LE MÉRITE FÜR WISSENSCHAFT UND KUNSTE. Gezien op 23 juni 2016. Gearchiveerd op 17 juni 2023.