Rupprecht van Beieren

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Rupprecht van Beieren
Kroonprins Rupprecht
Geboren 18 mei 1869
München
Overleden 2 augustus 1955
Schloss Leutstetten
Rustplaats Theatinerkirche, München[1]
Land/zijde Vlag van Duitse Keizerrijk Duitse Keizerrijk
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Vlag van Duitsland tijdens de geallieerde bezetting Duitsland
Vlag van Bondsrepubliek Duitsland West-Duitsland
Onderdeel Deutsches Heer
Dienstjaren 1875 - 1918
Rang Generalfeldmarschall
Eenheid Königlich Bayerisches Infanterie-Leibregiment
Königlich Bayerisches 3. Feldartillerie-Regiment ,,Prinz Leopold” - Grafenwöhr
Bevel Inspecteur-generaal IV. Armee-Inspektion
Heeresgruppe Kronprinz Rupprecht
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog
Onderscheidingen Zie onderscheidingen

Rupprecht Maria Luitpold Ferdinand (München, 18 mei 1869 - Schloss Leutstetten, 2 augustus 1955) was als zoon van Lodewijk III de laatste kroonprins van Beieren tot 1918, toen Beieren werd omgezet in een republiek. In 1919, bij de afschaffing van de Duitse adel, werd zijn familienaam krachtens wet gewijzigd in Prinz von Bayern.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Gedurende de Eerste Wereldoorlog commandeerde hij het Duitse leger in Lotharingen. Hij sloeg de Franse aanval in de Slag om Lotharingen (augustus 1914) af en zette later die maand een tegenoffensief in. Het gelukte hem echter niet door de Franse linies te dringen en hij verbleef de rest van de oorlog aan het westfront. Hij ontving in 1916 de rang van veldmaarschalk en nam het bevel van de Legergroep Rupprecht op zich.

Rupprecht werd na de dood van zijn vader - die in 1918 was afgezet - in 1921 troonpretendent. Datzelfde jaar hertrouwde hij - 52 jaar oud - met de 30 jaar jongere Antonia van Luxemburg, dochter van groothertog Willem IV. Zijn eerste echtgenote Marie Gabriëlle in Beieren, dochter van Karel Theodoor in Beieren, was in 1912 gestorven.

De pretendent genoot in het monarchistische Beieren grote populariteit, hetwelk de Beierse regering in 1933 trachtte uit te buiten door hem als tegenwicht aan Adolf Hitler de troon aan te bieden. Hij verwierp dit plan echter als ongrondwettig en wenste na lang aarzelen ook de functie van Staatskommisar niet te aanvaarden. Hij ontvluchtte Beieren in 1938 en wist in 1944 ternauwernood aan arrestatie te ontkomen, waarop hij in Italië onderdook. Zijn tweede vrouw Antonia van Luxemburg; werd echter tot het eind van de Tweede Wereldoorlog in Buchenwald geïnterneerd. Ze overleefde het kamp, maar stierf echter later aan de gevolgen van haar gevangenschap.

Ter gelegenheid van Rupprechts vijfentachtigste verjaardag vonden in mei 1954 te München veertien dagen lang feesten plaats, waaraan ook de Beierse regering deelnam. Bij zijn staatsbegrafenis op 2 augustus 1955 werd de lijkstoet gevolgd door 20.000 mensen, terwijl nog 150.000 mensen langs de route stonden.

Rupprecht gold ook als jakobitisch pretendent voor de Engelse troon, maar heeft hier nooit werk van gemaakt. In 1911 woonde hij de kroning van George V bij, daarmee stilzwijgend de legitimiteit van het regerende Britse koningshuis erkennend.

Huwelijk en kinderen[bewerken | brontekst bewerken]

Hij trouwde op 10 juli 1900 met Marie Gabriëlle in Beieren, dochter van Karel Theodoor in Beieren. Ze kregen samen vier kinderen:

Als weduwnaar huwde hij op 7 april 1921 met de 30 jaar jongere Antonia van Luxemburg (1899-1954), een dochter van groothertog Willem IV. Het paar kreeg zes kinderen:

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Militaire rang[bewerken | brontekst bewerken]

Voorganger:
Maria IV en III
Robert I en IV
Jakobitisch troonpretendent
1919-1955
Opvolger:
Albrecht
Zie de categorie Rupprecht, Crown Prince of Bavaria van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.