David Ben-Gurion
David Ben-Gurion דָּוִד בֶּן-גּוּרִיּוֹן | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
David Ben-Gurion in 1960
| ||||
Geboren | 16 oktober 1886 Płońsk, Wijselland ![]() | |||
Overleden | 1 december 1973 Ramat Gan, Tel Aviv District ![]() | |||
Politieke partij | Mapai (tot 1968) Arbeidspartij (vanaf 1968) | |||
Partner | Paula Munweis (1917–1968) | |||
Beroep | Politicus Jurist Vakbondsbestuurder Historicus Activist Auteur | |||
Religie | Geen (atheïsme) | |||
Handtekening | ![]() | |||
1e premier van Israël | ||||
Aangetreden | 3 november 1955 | |||
Einde termijn | 26 juni 1963 | |||
President | Itzhak Ben-Zvi (1955–1963) Kadish Luz (1963) Zalman Shazar (1963) | |||
Voorganger | Moshe Sharett | |||
Opvolger | Levi Eshkol
| |||
Aangetreden | 14 mei 1948 | |||
Einde termijn | 26 januari 1954 | |||
President | Chaim Weizmann (1948–1952) Josef Sprinzak (1952) Itzhak Ben-Zvi (1952–1954) | |||
Voorganger | Eerste | |||
Opvolger | Moshe Sharett | |||
1e minister van Defensie | ||||
Aangetreden | 21 februari 1955 | |||
Einde termijn | 26 juni 1963 | |||
Premier | Moshe Sharett (1955) David Ben-Gurion (1955–1963) | |||
Voorganger | Pinhas Lavon | |||
Opvolger | Levi Eshkol
| |||
Aangetreden | 14 mei 1948 | |||
Einde termijn | 26 januari 1954 | |||
Premier | David Ben-Gurion | |||
Voorganger | Eerste | |||
Opvolger | Pinhas Lavon | |||
4e minister van Justitie | ||||
Aangetreden | 13 februari 1956 | |||
Einde termijn | 28 februari 1956 | |||
Premier | David Ben-Gurion | |||
Voorganger | Pinchas Rosen | |||
Opvolger | Pinchas Rosen | |||
4e minister van Vervoer | ||||
Aangetreden | 14 augustus 1952 | |||
Einde termijn | 24 december 1952 | |||
Premier | David Ben-Gurion | |||
Voorganger | David-Zvi Pinkas | |||
Opvolger | Josef Serlin | |||
3e minister van Onderwijs en Cultuur | ||||
Aangetreden | 19 mei 1951 | |||
Einde termijn | 8 oktober 1951 | |||
Premier | David Ben-Gurion | |||
Voorganger | David Remez | |||
Opvolger | Ben-Zion Dinur | |||
1e voorzitter van de Overgangsraad | ||||
Aangetreden | 14 mei 1948 | |||
Einde termijn | 16 mei 1948 | |||
Premier | David Ben-Gurion | |||
Voorganger | Eerste | |||
Opvolger | Chaim Weizmann | |||
|
David Ben-Gurion of Ben-Goerion[1] (Hebreeuws: דוד בן גוריון) (Płońsk, Wijselland, 16 oktober 1886 – Ramat Gan, Tel Aviv District, 1 december 1973) was een Israëlisch politicus van de Israelische arbeiderspartij Mapai en de eerste premier van Israël van 1948 tot 1954 en van 1955 tot 1963. Ben-Gurion was de drijvende kracht achter de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring en een van de belangrijkste grondleggers van Israëlische Staat.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Ben-Gurion werd geboren als David Gryn in Płońsk in Congres-Polen, een deel van het Russische Rijk, en verhuisde in 1906 - als gedreven zionist - naar Palestina. Daar werkte hij eerst als journalist, en nam, toen hij de politiek in ging, de Hebreeuwse naam Ben-Gurion (= "zoon van een jonge leeuw") aan.
Ben-Gurion studeerde rechten samen met Itzhak Ben-Zvi aan de Universiteit van Istanboel. Hij zette zich politiek in om in Mandaatgebied Palestina een Joodse staat te creëren en had de leiding gedurende de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948. Op 14 mei 1948, de dag voordat het Britse mandaat afliep, riep hij de onafhankelijke staat Israël uit, en diende aansluitend als premier tot 1963, met een onderbreking van twee jaar tussen 1953 en 1955. Hij was medeoprichter van de Arbeidspartij, de regeringspartij gedurende de eerste drie decennia. Hij bleef in de Knesset tot hij zich in 1970 uit de politiek terugtrok. Tot zijn dood woonde hij in de kibboets Sde Boker in de Negev-woestijn.
Politieke activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]
Gedurende zijn jaren in Palestina, tot het moment dat hij de staat Israël uitriep, vertegenwoordigde Ben-Gurion de hoofdmoot van het Joodse establishment. Hij speelde een hoofdrol bij de immigratie van Joden naar Palestina, en bij politieke activiteiten van de Zionistische Arbeiders Organisatie (de latere Mapai). Vanaf 1935 was hij voorzitter van de Jewish Agency for Palestine, de latere Jewish Agency for Israel.
Van 6 tot 11 mei 1942 nam Ben-Gurion deel aan de zionistische Biltmoreconferentie in de stad New York. De deelnemers begrepen wel dat de VS een supermacht in opkomst was en dat de Amerikaanse joden een belangrijke rol te spelen hadden. Ben-Gurion won op de conferentie het pleit. Hij en de zijnen zouden het Biltmoreprogramma gaan uitvoeren: onder meer joodse kolonisatie in heel Palestina. De invloed van zijn gematigde tegenspeler Weizmann binnen de zionistische beweging nam vanaf nu af, naar buiten toe was hij nog wel een van de boegbeelden.
Hij werd leider van de Hagana, die vaak zaken deed met de Britten. Niettemin was hij betrokken bij een aantal gewelddadige acties gedurende de periode dat de Haganah samenwerkte met de radicalere Irgun van Menachem Begin. Deze paramilitaire Joodse organisaties waren berucht vanwege het gebruik van geweld tegen Palestijnen en Britten. Dit verergerde toen de Britten een immigratiestop voor Palestina afkondigden.
Ben-Gurion rekruteerde strijders van de Hagana om de Shin Bet te vormen, de binnenlandse veiligheidsdienst.[2] Die opereerde tot 1957 in het geheim en staat bekend vanwege zijn controversiële en gewelddadige behandelingsmethoden ten aanzien van Palestijnse gevangenen.[3]
Gedurende de eerste weken van het bestaan van Israël werd besloten om alle ondergrondse paramilitaire cellen, zoals Hagana, Etsel/Irgun, Lechi/Sterngroep, te ontbinden en te vervangen door één officieel leger, het Israëlisch defensieleger. De Irgun, die een grote hoeveelheid munitie en wapens aanvoerde op het schip Altalena, wilde niet in dit leger opgaan. Na discussie hierover gaf Ben-Gurion uiteindelijk het bevel om het schip tot zinken te brengen. Dat bevel is tot op de dag van vandaag controversieel in Israël.[4]
Houding ten opzichte van de Palestijnse bevolking[bewerken | brontekst bewerken]
Ben-Gurion huldigde aanvankelijk een opvatting over de autochtone Palestijnse bevolking, die later door de Israëlische historicus Shlomo Sand werd beschreven, namelijk die van het integrationisme. Deze doctrine houdt in dat de bevolking die de zionisten in Palestina tegenkwamen, door hen werd beschouwd als etnische Joden die van hun Joodse wortels waren vervreemd. Volgens Sand ging Ben-Gurion (als integrationist) ervan uit dat een Joodse ballingschap na de Bar Kochba-opstand van 132 - 136 na Chr. een fictie was; evenals het feit dat, nadat Arabieren Palestina veroverd hadden, vele Joden tot de Islam waren overgegaan. Het zou er nu alleen nog om gaan hen weer van hun Joodse afkomst bewust te maken. Ben-Gurion, zelf een seculiere Jood, hoopte een tijdlang (met andere prominenten als Jitzhak Ben Zvi en Israel Belkind) dat men deze autochtone fellah's ertoe zou kunnen brengen zich te ontwikkelen tot cultuur-Joden en seculiere Israëlische staatsburgers.[5]
Volgens Sand ging Ben-Gurion later heel anders hierover denken en is er bijvoorbeeld niets meer van te bespeuren in de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring van 1948 (die voor een groot deel van zijn hand is).
Toch zegt Sand dat de jonge integrationist Ben-Gurion in zekere zin gelijk had: elke veroverende macht draagt zijn genen over aan overwonnen volken. En dat het heel waarschijnlijk is dat een inwoner van Hebron meer verwant is aan de oude Hebreeën, dan de meerderheid van hen waar ook ter wereld die zich als Jood identificeren.[6]
Trivia[bewerken | brontekst bewerken]
- Ben-Gurion werd door Time Magazine uitgeroepen tot een van de 100 mensen die het meest vorm hebben gegeven aan de twintigste eeuw.[7]
- Luchthaven Ben-Gurion en de Ben-Gurion-universiteit zijn naar hem vernoemd.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Voorganger: Eerste Moshe Sharett |
Partijleider van Mapai 1948–1954 1955–1963 |
Opvolger: Moshe Sharett Levi Eshkol |
Voorganger: Eerste Moshe Sharett |
Premier van Israël Overgangsregering 1e regering • 2e regering 3e regering • 4e regering 7e regering • 8e regering 9e regering • 10e regering 1948–1954 1955–1963 |
Opvolger: Moshe Sharett Levi Eshkol |
- Israëlisch activist
- Israëlisch minister van Cultuur
- Israëlisch minister van Defensie
- Israëlisch minister van Onderwijs
- Israëlisch minister van Justitie
- Israëlisch minister van Vervoer
- Israëlisch historicus
- Israëlisch parlementslid
- Israëlisch partijvoorzitter
- Israëlisch schrijver
- Israëlisch vakbondsbestuurder
- Premier van Israël
- Mapai-politicus
- Rafi-politicus
- Haganalid
- Zionist