De reuzenkrokodil

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De reuzenkrokodil
(Boekomslag op en.wikipedia.org)
Oorspronkelijke titel The Enormous Crocodile
Auteur(s) Roald Dahl
Kaftontwerper Quentin Blake
Genre Jeugdliteratuur, prentenboek, Fantasy
Uitgever Jonathan Cape, Nederlandse vertaling van Fontein
Uitgegeven 1978
Medium Boek
ISBN 0-224-01579-6
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

De reuzenkrokodil is een kort verhaal van Roald Dahl uit 1978. Het was het eerste verhaal van Dahl waarvoor Quentin Blake de tekeningen maakte.

Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

In het water midden in het oerwoud leven twee krokodillen, een grote en een kleine. De grote krokodil wil kinderen opeten, daarom verlaat hij het woud en gaat naar de mensenwereld. De olifant, de aap en de rolmopsvogel proberen hem nog tegen te houden, maar de krokodil trekt zich er niets van aan.

De reuzenkrokodil bedenkt meerdere trucs. Eerst doet hij in de speeltuin alsof hij een wip is. Op de kermis gaat hij in de draaimolen staan en doet dan alsof hij een houten krokodil is. Ten slotte vermomt hij zich als picknickbank. Het lukt hem echter geen enkele keer om een kind te pakken; de andere dieren die de krokodil eerder in het woud was tegengekomen waarschuwen de kinderen steeds net op tijd.

Slurfie de olifant pakt uiteindelijk de reuzenkrokodil met zijn slurf vast en slingert hem de ruimte in, waarna de krokodil tegen de zon aan vliegt en levend verbrandt.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

  • In het verhaal komen twee dieren voor die ook meespelen in De griezels en Rotbeesten: de aap Muggle-Wump (Nederlands: Huppeldepup) en Roly-Poly Bird (Nederlands: de Rolmopsvogel).
  • Bijzonder aan dit verhaal van Dahl is dat het een prentenboek is, terwijl de verhalen van Dahl in het algemeen echte leesverhalen zijn.

Verfilming[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren tachtig werd het boek als animatiefilm verfilmd, in de Nederlandse versie verteld door Paul de Leeuw.