Gottlob Berger

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gottlob Berger
Berger als SS-Obergruppenführer en General der Waffen-SS (1944)
Bijnaam der Allmaechtige Gottlob[1]
Geboren 16 juli 1896
Gerstetten, Koninkrijk Württemberg, Duitse Keizerrijk
Overleden 5 januari 1975
Stuttgart, West-Duitsland
Rustplaats Gerstetten, Waldfriedhof; veld: XIII, graf: 64[2][3]
Religie Protestants; verklaarde zich later Gottgläubig[4]
Land/zijde Vlag van Duitse Keizerrijk Duitse Keizerrijk
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van Nazi-Duitsland Nazi-Duitsland
Onderdeel Deutsches Heer
Allgemeine-SS
Heer
Waffen-SS
Dienstjaren 1914 - 1918
1931 - 1945
Rang
SS-Obergruppenführer en Generaal in de Waffen-SS
Eenheid Ersatz-Bataillon/Infanterie-Regiment 127
6 augustus 1914 -
3 september 1914[5][6]
Persönlicher Stab Reichsführer-SS
1 oktober 1937 - 1 juli 1937[7]
Bevel SS-Führungshauptamt
1 januari 1940 -
15 augustus 1940[7][8]
SS-Hauptamt
1 april 1940 - 8 mei 1945[9][10]
HSSPF Slowakei
31 augustus 1944[11] -
19[11][12]/20 september 1944[13][8][10]
Generalinspekteur für das Kriegsgefangenenwesens/OKW
1 oktober 1944 -
8 mei 1945[12][10][11][8]
Stabsführer/Volkssturm
7 oktober 1944 -
8 mei 1945[8][11][12]
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen Zie onderscheidingen
Ander werk Parlementslid in de Rijksdag
augustus 1943 -
8 mei 1945[8][14][11][10]
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Gottlob Christian Berger (Gerstetten, 16 juli 1896Stuttgart, 5 januari 1975) was een Duitse SS-Obergruppenführer en General in de Waffen-SS die vanaf 1939 hoofd was van het SS-Hauptamt.

Berger kan in veel opzichten als geestelijk vader van de Waffen-SS worden gezien, omdat hij verantwoordelijk was voor de rekrutering. Hij stelde zijn protegé Oskar Dirlewanger aan als leider van het Sonderkommando Dirlewanger, een bataljon veroordeelde criminelen, dat vele oorlogsmisdaden zou plegen. In de eindfase van de Tweede Wereldoorlog kwam het plan om 50.000 Oost-Europese kinderen te ontvoeren en tot slaaf te maken, de zogenaamde Heuaktion, uit zijn koker. Berger werd in augustus 1944 benoemd tot bevelhebber in Slowakije om de daar ontstane opstand neer te slaan. Een maand later werd hij stafchef van de Volkssturm en generaal-inspecteur van de krijgsgevangenkampen.

Na de oorlog werd Berger tijdens het Wilhelmstraßenproces wegens onder andere oorlogsmisdaden en lidmaatschap van een misdadige organisatie tot een gevangenisstraf van 25 jaar veroordeeld. In 1951 werd hij voortijdig vrijgelaten.

Carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Berger bekleedde verschillende rangen in zowel de Allgemeine-SS als Waffen-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.

Datum Deutsches Heer Sturmabteilung Allgemeine-SS Waffen-SS Heer
6 augustus 1914[8][5][6] Kriegsfreiwilliger[10]
24 december 1914[8][15][16] Gefreiter
25 februari 1915[8][15][16] Unteroffizier
2[8]/20[15][16] oktober 1915 Vizefeldwebel en
Offiziers-Aspirant[15]
6 november 1916[8][15][16] Leutnant der Reserve
5 februari 1921[8][15][16] Charakter[15] als Oberleutnant der Reserve
1 januari 1931[8][14] -
15 januari 1931[15][10][16]
SA-Sturmführer
15 januari 1931[8] -
18 december 1931[15][16]
SA-Sturmbannführer
10 februari 1931[8][14][15] (met Patent vanaf 1 januari 1931[16])
SA-Standartenführer
15 oktober 1932[8][14][15][10][16]
SA-Oberführer
1 juli[15] 1936[16]
Hauptmann der Reserve[8]
30 januari 1936[17][8][14][15][10][16]
SS-Oberführer
10 november 1938[8][15][16]
Rittmeister der Reserve
20 april 1940[8][14] -
20 april 1939[15][10][16]
SS-Brigadeführer
15 augustus 1940[8][5][16]
Generalmajor in de Waffen-SS
3 mei 1940[8] - 1939[14][15][16]
Major der Reserve
20 april 1941[18][19] -
20 april 1942[8][14][5][10]
SS-Gruppenführer Generalleutnant in de Waffen-SS
21 juni 1943[20][8][14][5][10][19]
SS-Obergruppenführer General in de Waffen-SS

Lidmaatschapsnummers[bewerken | brontekst bewerken]

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Gottlob Berger tijdens de Wilhelmstraßenproces, waar hij veroordeeld werd tot een gevangenisstraf van 25 jaar, maar weer vrijgelaten in 1951.

Selectie: