Naar inhoud springen

Istro-Roemeens

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Joostik (overleg | bijdragen) op 2 feb 2020 om 12:29. (Link naar doorverwijspagina Indo-Europees gewijzigd in Indo-Europese talen met DisamAssist.)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Istro-Roemeens
Gesproken in oostelijk Istrië
Sprekers Minder dan 1.000
Taalfamilie
Alfabet geen
Taalcodes
ISO 639-3 ruo
Portaal  Portaalicoon   Taal

Het Istro-Roemeens is een Oost-Romaanse taal die sterk verwant is aan het Roemeens en gesproken wordt in een paar dorpen op oostelijk Istrië, een schiereiland in Zuid-Europa. De taal wordt nog maar door hooguit duizend mensen gesproken en wordt dan ook ernstig in haar voortbestaan bedreigd.

Het Istro-Roemeens is in de Roemeense diaspora tijdens de Middeleeuwen ontstaan, net als het in enclaves op de zuidelijke Balkan te vinden Aroemeens. Het is goed onderling verstaanbaar met het Roemeens uit Roemenië en kan op taalkundige gronden gemakkelijk als een dialect van die taal beschouwd worden.

Men moet het Istro-Roemeens, als taal van oorspronkelijk nomadische herders, die in de 19de eeuw over de gehele Balkan verspreid in dorpen een vaste vestigingsplaats gingen zoeken, niet verwarren met het eveneens Oost-Romaanse Istriotisch, een taal die zich na de val van het Romeinse Rijk in situ dat wil zeggen ter plaatse uit het Latijn ontwikkeld heeft. De Istro-Roemenen wonen in de noordelijkste van deze Aromoense dorpen, die zich overigens taalkundig grotendeels hebben aangepast aan hun omgeving, voor zover zij in moderne tijd niet zijn opgeheven na vertrek van hun bewoners naar de steden.

Istro-Roemeense woorden

Istro-Roemeense woorden vergeleken met Roemeense woorden:

Istro-Roemeens Roemeens Nederlands
ur unu één
doi doi twee
trei trei drie
påtru patru vier
cinc cinci vijf
şåse şase zes
şåpte şapte zeven
opt / osun opt acht
devet nouă negen
zeace zece tien
lur / ponedil'ak luni maandag
utorek marţi dinsdag
sredu miercuri woensdag
cetrtoc joi donderdag
virer / petuc vineri vrijdag
simbota / sâmbătă sâmbătă zaterdag
dumireca duminică zondag
Cum ie? - Bire. Cum e? / Ce faci? - Bine. Hoe gaat het? - Goed.
Bura zi. Bună ziua. Goedendag