John Conway
John Conway | ||
---|---|---|
![]() | ||
John Conway in 2005.
| ||
Persoonlijke gegevens | ||
Volledige naam | John Horton Conway | |
Geboortedatum | 26 december 1937 | |
Geboorteplaats | Liverpool | |
Datum van overlijden | 11 april 2020 | |
Plaats van overlijden | Princeton | |
Wetenschappelijk werk | ||
Vakgebied | wiskunde | |
Promotor | Harold Davenport |
John Horton Conway (Liverpool, 26 december 1937 - Princeton, 11 april 2020[1]) was een Brits wiskundige, die veel publicaties op zijn naam heeft staan. Hij was actief in verschillende deelgebieden van de wiskunde, zoals de groepentheorie, cryptografie, meetkunde en getaltheorie. Hij bedacht onder meer de surreële getallen.
Conway heeft aan de Universiteit van Cambridge gestudeerd, bleef daar tot 1986 college geven, maar werd dat jaar hoogleraar in de wiskunde aan de Universiteit van Princeton. Hij was sinds 1981 Fellow of the Royal Society. Hij overleed op 11 april 2020, drie dagen nadat hij koorts had gekregen ten gevolge van COVID-19.[1]
Werk[bewerken | brontekst bewerken]
Groepentheorie[bewerken | brontekst bewerken]
Hij werkte aan de classificatie van eindige enkelvoudige groepen en ontdekte de Conway-groepen. Hij was de belangrijkste auteur van de ATLAS of Finite Groups, waarin de eigenschappen van veel eindige enkelvoudige groepen worden gegeven. Samen met een aantal medewerkers construeerde hij de eerste concrete representatie van enkele van de sporadische groepen. Meer specifiek ontdekte hij de drie sporadische groepen die zijn gebaseerd op basis van de symmetrie van het Leech-rooster. Naar hem zijn deze drie groepen de Conway-groepen genoemd.
Hij formuleerde samen met Simon Norton het complex van vermoedens over de monstergroep met modulaire functies. Dit complex van vermoedens noemde Conway het symmetrie-monster.
Getaltheorie[bewerken | brontekst bewerken]
Terwijl hij nog met zijn afstuderen bezig was, bewees hij het vermoeden van Waring dat ieder gehele getal als de som van 37 getallen kan worden geschreven, die elk tot de vijfde macht zijn verheven, maar de Chinese wiskundige Chen Jingrun was hem net voor.[2]
Meetkunde[bewerken | brontekst bewerken]
Conway was actief in de meetkunde. De Conway-driehoeknotatie is naar hem genoemd. Hij verdiepte zich in de theorie van patronen en vormen, van veelhoeken en veelvlakken, waar een gegeven symmetrie in voorkomt en schreef daar een boek over, The Symmetries of Things.[3]
Speltheorie[bewerken | brontekst bewerken]
Conway is onder amateurwiskundigen bekend geworden door zijn Game of Life. Dit 'spel' zorgde voor grote belangstelling voor het onderzoek naar cellulaire automata. Conway was zeer geïnteresseerd in allerlei spellen, en heeft er vele uitgebreid geanalyseerd, bijvoorbeeld Sprouts.
Overige bijdragen[bewerken | brontekst bewerken]
- Hij bedacht de surreële getallen.
- Hij heeft in 1986 de rij van Conway bedacht, gebaseerd op een taalkundige beschrijving.
- Hij heeft het naar hem genoemde vermoeden van Conway geformuleerd.
Prijzen[bewerken | brontekst bewerken]
- 1997: Berwick Prize
- 1981: gekozen tot Fellow of the Royal Society
- 1987: Pólya Prize (LMS)
- 1998: Nemmersprijs toegekend.
- 2000: Steele-prijs
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
De bekendste boeken die Conway heeft geschreven staan hieronder.
- 1976. On numbers and games. ISBN 0121863506
- 1982. met RK Guy en E Berlekamp. Winning Ways for your Mathematical Plays. ISBN 0120911507
- 1985. met RT Curtis, S Norton, RA Parker en R Arnott Wilson. ATLAS of finite groups. ISBN 0198531990
- 2008. met H Burgiel en C Googmann-Strauss. The Symmetries of Things. ISBN 978-1-56881-220-5
|