Naar inhoud springen

Maasgouw (gouw)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Maasgouw
Gouw van het Karolingische rijk
±600 – ±840 Graafschap Loon 
Graafschap Gelre 
Hertogdom Brabant 
Kaart
Regering
Regeringsvorm (Gouw)graafschap
Staatshoofd Gouwgraaf

De Maasgouw (Latijn: Pagus Mosarium, Masau, Mosagao en Maselant) was een van de gouwen waarin de Frankische koninkrijken (±500-960) waren opgedeeld. In grote lijnen viel hij samen met het Limburgse Maasland, d.i. het gebied tussen Wezet en Nijmegen. Het gebied viel uiteen omstreeks 840.

In het zuiden grenst de Maasgouw aan de Luikgouw. In het westen gaat hij over in de Haspengouw en in Toxandrië. In de omgeving van Nijmegen begint de Betuwe. In het oosten omvat hij ook de andere Maasoever, reikend tot aan de Gulikgouw en de Hettergouw. De grafelijke vroonhof bevindt zich in het wereldlijke gedeelte van het Romeinse Maastricht (het kerkelijke gedeelte is immers een bezit van de bisschop in Luik).

Al in de 8e eeuw ontstaan diverse enclaves binnen de Maasgouw, voornamelijk door de stichting van rijksabdijen. Het Verdrag van Meerssen (870) somt alle territoria in het koninkrijk Lotharingen op. In de voormalige Maasgouw liggen dan:[1]

De Maasgouw binnen de post-Karolingische koninkrijken

[bewerken | brontekst bewerken]

Door de delingen van Francië behoort de Maasgouw meermaals tot een ander rijksdeel. In 880 valt hij voorgoed aan het latere Heilige Roomse Rijk.