Naar inhoud springen

Bremraapfamilie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Orobanchaceae)
Bremraapfamilie
Ratelaar
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Lamiiden
Orde:Lamiales
familie
Orobanchaceae
Vent. (1799)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Bremraapfamilie op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Cistanche tubulosa

De bremraapfamilie (Orobanchaceae) is een plantenfamilie die bekendstaat om haar parasitisme.

In Heukels' Flora van Nederland (22ste druk) en de Nederlandse Oecologische Flora omvatte deze familie slechts één geslacht: bremraap (Orobanche). Dit geslacht bestond alleen uit planten die volledig parasitair zijn en dus geen bladgroen bezitten. In de Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aangrenzende gebieden (3de druk) omvatte het twee geslachten: bremraap en schubwortel (Lathraea).

In het Cronquist-systeem (1981) was ook sprake van een familie met een dergelijke omschrijving; de plaatsing daar was in de orde Scrophulariales.

Volgend op moleculair onderzoek van N.D. Young, K.E. Steiner en C.W DePamphilis (1999) en van R.G. Olmstead, C.W. Depamphilis, A.D. Wolfe, N.D. Young, W.J. Eelisons en P.A. Reeves (2001) werd een groot aantal geslachten uit de helmkruidfamilie (Scrophulariaceae) bij deze familie ingevoegd. Deze geslachten waren bijna allemaal parasieten of halfparasieten. Alleen het tropische geslacht Lindenbergia is dit niet, maar heeft wel veel andere kenmerken gemeen met de bremraapfamilie in ruimere zin.

In deze nieuwe in ruime zin opgevatte bremraapfamilie is het parasitisme verschillende keren onafhankelijk van elkaar ontstaan, bijvoorbeeld in het geslacht bremraap (Orobanche) en schubwortel (Lathraea). Parasitaire soorten ontstonden steeds weer uit halfparasitaire voorouders.

Beschreven geslachten en soorten

[bewerken | brontekst bewerken]

De familie omvat 102 geslachten met 2279 soorten.[1] Een aantal zijn hieronder weergegeven

De overige geslachten:

  • Aeginetia, Agalinis, Asepalum, Aureolaria, Boschniakia, Buchnera, Bungea, Buttonia, Centranthera, Christisonia, Cistanche, Clevelandia, Conopholis, Cordylanthus, Cyclocheilon, Cycnium, Cymbaria, Epifagus, Escobedia, Esterhazya, Gentrya, Gerardiina, Gleadovia, Graderia, Harveya, Hyobanche, Kopsiopsis, Lamourouxia, Leptorhabdos, Macranthera, Mannagettaea, Melasma, Micrargeria, Monochasma, Necranthus, Nesogenes, Nothochilus, Omphalotrix, Ophiocephalus, Orthocarpus, Phacellanthus, Phelypaea, Phtheirospermum, Physocalyx, Platypholis, Radamaea, Rhamphicarpa, Rhaphispermum, Schwalbea, Seymeria, Silviella, Siphonostegia, Sopubia, Striga, Tetraspidium, Tienmuia, Tozzia, Xylanche, Xylocalyx

Gebruikte literatuur

[bewerken | brontekst bewerken]
[bewerken | brontekst bewerken]