Polycondensatie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
(Poly)condensatie is de herhaalde condensatiereactie (chemische aaneenrijging) van kleine organische verbindingen (monomeren) tot grote organische moleculen (polymeren), telkens onder afsplitsing van een klein molecuul. Vaak is dit kleine molecuul water, soms methanol, waterstofchloride of ammoniak. Deze chemische reacties worden in de chemische industrie gebruikt om bijvoorbeeld polyesters, polyamiden of polyethers te vormen.
Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]
- Biologische polymeren (eiwitten, cellulose, zetmeel, DNA, RNA) zijn doorgaans condensatiepolymeren. Het vrijkomende kleine molecuul is daar steeds water.
- Het plastic van PET-flessen is een condensatiepolymeer van dimethyltereftalaat en glycol. Methanol komt tijdens de condensatiereactie als klein molecule vrij.
- Nylon(6,6) is een condensatiepolymeer van 1,6-hexaandiamine en adipoyldichloride