Resolutie 1595 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1595 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 7 april 2005 | |
Nr. vergadering | 5160 | |
Code | S/RES/1595 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Arabisch-Israëlisch conflict / Libanon | |
Beslissing | Richtte een internationale onderzoekscommissie op naar de aanslag op Rafik Hariri. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2005 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Algerije · Argentinië · Benin · Brazilië · Denemarken · Griekenland · Japan · Filipijnen · Roemenië · Tanzania
| ||
De plaats waar Rafiq Hariri omkwam (foto: mrt 2005).
|
Resolutie 1595 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad op 7 april 2005 en opende een internationaal onderzoek naar de aanslag op de Libanese ex-premier Rafik Hariri.
Achtergrond
Na de Israëlische inval in Zuid-Libanon eind jaren 1970 stationeerden de Verenigde Naties de tijdelijk VN-macht UNIFIL in de streek. Die moest er de vrede handhaven tot de Libanese overheid haar gezag opnieuw kon doen gelden. In 1982 viel Israël Libanon opnieuw binnen voor een oorlog met de Palestijnse PLO. Midden 1985 begon Israël met terugtrekkingen uit het land, maar geregeld vonden er weer nieuwe aanvallen en invasies plaats. In 1989 werd er een vredesakkoord gesloten, waarop ook Syrische troepen in Libanon werden gelegerd. Zo kwam het land onder een sterke Syrische invloed te liggen.
Inhoud
Waarnemingen
De Veiligheidsraad veroordeelde de bomaanslag in Beiroet op 14 februari waarbij ook oud-premier Rafik Hariri om het leven was gekomen. De feitenonderzoeksmissie die ter plaatse was gestuurd was tot de conclusie gekomen dat Libanon zelf geen degelijk onderzoek hiernaar kon voeren. Een onafhankelijk internationaal onderzoek drong zich dus op en de Libanese overheid had hiermee ingestemd.
Handelingen
Aldus werd een onafhankelijke onderzoekscommissie opgericht die Libanon moest bijstaan met het onderzoek naar de terreuractie. De commissie moest:
- De volledige medewerking van Libanon krijgen,
- Zelf bewijzen kunnen verzamelen en getuigenissen afnemen,
- Bewegingsvrijheid hebben,
- De nodige faciliteiten en personeel krijgen.
Alle landen werden opgeroepen met de commissie mee te werken. Die commissie werd gevraagd haar werk binnen een termijn van drie maanden af te ronden. De secretaris-generaal kreeg toestemming om die periode met nogmaals drie maanden te verlengen als dat nodig zou blijken.
Verwante resoluties
- Resolutie 1578 Veiligheidsraad Verenigde Naties (2004)
- Resolutie 1583 Veiligheidsraad Verenigde Naties
- Resolutie 1605 Veiligheidsraad Verenigde Naties
- Resolutie 1614 Veiligheidsraad Verenigde Naties