Naar inhoud springen

Resolutie 684 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door HanhilBot (overleg | bijdragen) op 25 aug 2018 om 22:44. (→‎Achtergrond: linkfix na aanmaak dp)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Resolutie 684
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 30 januari 1991
Nr. vergadering 2975
Code S/RES/684
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Arabisch-Israëlisch conflict
Beslissing Verlenging interim-VN-macht met zes maanden.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1991
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk · Vlag van België België · Vlag van Ivoorkust Ivoorkust · Vlag van Cuba Cuba · Vlag van Ecuador (1900-2009) Ecuador · Vlag van India India · Vlag van Roemenië Roemenië · Vlag van Jemen Jemen · Vlag van Zaïre Zaïre · Vlag van Zimbabwe Zimbabwe
De operatiezone van UNIFIL.

Resolutie 684 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties was de eerste resolutie van de VN-Veiligheidsraad in 1991 en werd unaniem aangenomen op 30 januari.

Achtergrond

Zie United Nations Interim Force In Lebanon voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de Israëlische inval in Zuid-Libanon eind jaren 1970 stationeerden de Verenigde Naties de tijdelijke VN-macht UNIFIL in de streek. Die moest er de vrede handhaven totdat de Libanese overheid haar gezag opnieuw kon doen gelden. In 1982 viel Israël Libanon opnieuw binnen voor een oorlog met de Palestijnse PLO. Midden 1985 begon Israël met terugtrekkingen uit het land maar geregeld vonden nieuwe aanvallen en invasies plaats.

Inhoud

De Veiligheidsraad:

  1. Beslist het mandaat van UNIFIL met een verdere tijdelijke periode van zes maanden te verlengen tot 31 juli 1991.
  2. Herhaalt zijn steun aan de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Libanon.
  3. Benadrukt de voorwaarden van de macht en roept alle betrokken partijen op samen te werken met de macht zodat deze haar mandaat kan uitvoeren.
  4. Herhaalt dat de macht haar mandaat volledig moet uitvoeren.
  5. Vraagt de secretaris-generaal de consultaties met de Libanese overheid en andere partijen over de uitvoering van deze resolutie voort te zetten en hierover te rapporteren.

Verwante resoluties