Rutger Kopland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Rutger Kopland
Kopland (1997)
Algemene informatie
Volledige naam Rutger Hendrik van den Hoofdakker
Pseudoniem(en) Rutger Kopland
Geboren 4 augustus 1934
Geboorteplaats Goor
Overleden 11 juli 2012
Overlijdensplaats Glimmen
Land Vlag van Nederland Nederland
Beroep dichter, hoogleraar psychiatrie
Werk
Jaren actief 1966 – ca. 2008 (dichter)
1959–1995 (psychiater)
Genre poëzie, essay
Dbnl-profiel
(en) IMDb-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Rutger Kopland, pseudoniem van Rutger Hendrik (Rudi) van den Hoofdakker (Goor, 4 augustus 1934Glimmen, 11 juli 2012) was een Nederlandse dichter en schrijver. Van beroep was hij psychiater, maar bij een groter publiek is hij bekend als dichter.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Wetenschapper[bewerken | brontekst bewerken]

In 1959 deed Van den Hoofdakker zijn artsexamen aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). In 1966 promoveerde hij op een dissertatie over slaapstoornissen, getiteld Behaviour and EEG of drowsy and sleeping cats. Vervolgens werd hij als psychiater een autoriteit op het gebied van depressiebestrijding door lichttherapie en slaapverschuiving. In 1970 leverde hij met het pamflet Het bolwerk van de beterweters scherpe kritiek op de pretenties van de medische stand, waardoor hij een boegbeeld werd van de antiautoritaire zienswijze op de psychiatrie. Hij was van 1981 tot 1995 hoogleraar biologische psychiatrie aan de RUG. Zijn inaugurele rede, uitgesproken op 21 juni 1983, was getiteld Iets over het gebruik van hersenen.

Hij produceerde vele wetenschappelijke publicaties. Hij speelde een belangrijke rol in het onderzoek naar, en de herintroductie van, de elektroconvulsietherapie of ECT, beter bekend als de elektroshock.[1] Deze techniek wordt mede door de inzet van Van den Hoofdakker in Nederland jaarlijks weer op honderden mensen toegepast.[2]

Als wetenschapper, psychiater en dichter trad Van den Hoofdakker in 1999/2000 op in het VPRO-programma Van de Schoonheid en de Troost van Wim Kayzer.[3]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Onder het pseudoniem Rutger Kopland werd hij een van de populairste dichters van Nederland. Hij debuteerde in 1966 met de bundel Onder het vee. Meer dan tien bundels volgden, alsmede enkele banden met gebundelde essays. In een onnadrukkelijke, observerende stijl met veel aandacht voor het gewone woord, worden in zijn poëzie algemeen-menselijke thema's belicht. Veel van zijn gedichten beschrijven een (bijvoorbeeld door een landschap opgeroepen) gestold moment, een kortstondige impressie, die aanleiding vormt tot een bespiegeling over vergankelijkheid, het voorbijgaan van het moment of het scheppingsproces van de dichter. Voor veel lezers en critici weet hij toegankelijkheid, relativering en diepgang te combineren.

Zijn gedicht Jonge sla was aanleiding voor een aflevering van de RVU-televisieserie Mooie woorden van Theo Uittenbogaard, genaamd Jonge sla of De kunst van het vertalen (1995), over de onmogelijkheid om poëzie te vertalen. Bovendien gaf het naam aan een tijdschrift en een toneelgroep.

Een fragment:

Jonge sla
Alles kan ik verdragen,
het verdorren van bonen,
Stervende bloemen, het hoekje
aardappelen kan ik met droge ogen
zien rooien, daar ben ik werkelijk hard in
Maar jonge sla in september,
net geplant, slap nog,
in vochtige bedjes, nee.

Vertalingen van zijn werk verschenen in het Frans, Duits, Engels, Arabisch, Bulgaars, Chinees, Hebreeuws, Hongaars, Italiaans, Portugees, Roemeens, Spaans en Tsjechisch. Rutger Kopland werd verkozen tot Dichter des Vaderlands, maar hij liet die eer aan zich voorbijgaan.[4]

Publiekelijk bekende de dichter dat zijn favoriete plekje aan de Drentsche Aa ligt, vlak bij Schipborg. Een fragment uit een gedicht over deze plek:

(...)
het landschap met de rivier doortrekt me
en laat me achter, zonder een gevoel, zonder
een gedachte - het laat me weten
hoe overbodig ik ben
ik zit hier, zie dit en vergeet dit, hetzelfde moment
ik ben alleen en niemand weet waar ik ben
en wat ik zie, ook ikzelf niet

Persoonlijk[bewerken | brontekst bewerken]

Hij was getrouwd, had drie kinderen en woonde sinds de vroege jaren zestig in Glimmen in de Nederlandse provincie Groningen.

Als gevolg van een ernstig auto-ongeluk in december 2005 raakte Kopland enige tijd in coma, veroorzaakt door een hartstilstand. Hierna trok hij zich grotendeels terug. Interviews gaf hij nog maar weinig en hij trad nauwelijks meer op in het openbaar. In 2008 verscheen zijn laatste dichtbundel Toen ik dit zag. De daarna gepubliceerde lezing "Inleiding in de 'Patafysica" over wetenschappelijke onzinbeweringen had hij al in 2000 uitgesproken in de universiteit van Tilburg. Hij gaf in 2009 wel een interview voor het tv-programma Kijken in de ziel.

Kopland overleed op 11 juli 2012 op 77-jarige leeftijd. Hij werd in besloten familiekring gecremeerd. Er was een herdenking in de Martinikerk in Groningen.[5][6]

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

In april 2005 werd bekend dat Kopland de dat jaar aan hem toegedachte koninklijke onderscheiding zou weigeren, "omdat koninklijke onderscheidingen bedoeld zijn om mensen in het zonnetje te zetten, die normaal gesproken in de schaduw opereren".[5]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1966 – Onder het vee
  • 1968 – Het orgeltje van yesterday
  • 1969 – Alles op de fiets
  • 1970 – als R.H. van den Hoofdakker: Het bolwerk van de beterweters. Over de medische ethiek en de status quo
  • 1972 – Wie wat vindt heeft slecht gezocht, ISBN 90-282-0275-7
  • 1973 – Winter en voorjaar
  • 1974 – Gulliver onder de reuzen
  • 1975 – Een lege plek om te blijven
  • 1977 – Zoals de pagina's van een krant ...
  • 1978 – Al die mooie beloften, ISBN 90-282-0463-6
  • 1978 – Lichaam van een vrouw dat verlangt...
  • 1982 – Dit uitzicht
  • 1985 – Voor het verdwijnt en daarna, ISBN 90-282-0593-4
  • 1985 – Vroeger
  • 1986 – Verslagen van de W.T.F.: dertien ansichtkaarten
  • 1987 – In memoriam J.J. Slauerhoff, ISBN 90-71610-02-0
  • 1987 – The prospect and the river, ISBN 0-948282-04-5
  • 1988 – Herinneringen aan het onbekende: een keuze uit eigen werk, ISBN 90-282-0707-4
  • 1988 – Het dorp
  • 1989 – Dankzij de dingen, ISBN 90-282-0724-4
  • 1990 – Al bijna
  • 1991 – A world beyond myself: selected poems, ISBN 1-870612-81-7
  • 1991 – In steen
  • 1991 – Waar is de wereld?: openingen bij tentoonstellingen van Jan Douwe van Willigen, ISBN 90-6354-058-2
  • 1992 – Alles op de fiets, ISBN 90-01-49320-3
  • 1993 – Dichtgroeiende weg, ISBN 90-73036-23-2
  • 1993 – Geduldig gereedschap, ISBN 90-282-0830-5
  • 1994 – Under the apple tree and other poems
  • 1995 – Het mechaniek van de ontroering, ISBN 90-282-0861-5
  • 1995 – In zichzelf = Into itself
  • 1996 - Morgens aan de rivier (Gebonden met stofomslag) Ministerie van Landbouw (NIET in de handel)
  • 1996 – Sporen
  • 1997 – Jonge sla in het Oosten: dagboeknotities, ISBN 90-282-0904-2
  • 1997 – Tot het ons loslaat, ISBN 90-282-0910-7
  • 1999 – Gedichten, ISBN 90-282-0929-8
  • 1999 – Geluk is gevaarlijk, ISBN 90-417-0136-2
  • 2000 – Geluiden uit het Noorden, ISBN 90-282-0948-4
  • 2000 – Ik ben een moeilijk geval, ISBN 90-6354-100-7
  • 2001 – Maar
  • 2001 – Over het verlangen naar een sigaret, ISBN 90-282-0975-1
  • 2002 – De distel
  • 2002 – Weggaan
  • 2003 – Stroomdal: gedichten, ISBN 90-76773-07-6
  • 2003 – Twee ambachten: over psychiatrie van poëzie, ISBN 90-282-0988-3
  • 2004 – Een man in de tuin, ISBN 90-282-4032-2
  • 2004 – Onder de appelboom
  • 2004 – Wat water achterliet, ISBN 90-282-0969-7
  • 2005 – Over het hiernamaals, ISBN 90-70814-97-8
  • 2006 – Verzamelde gedichten, ISBN 90-282-4057-8
  • 2008 – Titus aan zijn schrijftafel
  • 2008 – Toen ik dit zag
  • 2009 – Boerderij
  • 2009 – De drie mogelijkheden van het menselijk denken
  • 2009 – Het tikt
  • 2010 – Inleiding in de 'Patafysica
  • 2013 – Tijd is nog steeds voor de mensen een luxe
  • 2015 – Hoe zou het zijn om thuis te zijn, ISBN 978-90-282-4167-1

Muurgedichten en andere uitingen[bewerken | brontekst bewerken]

Muurgedicht Een lege plek om te blijven in Den Haag
Zoals de oude wereld haar kende; sculptuur in Sellingen
  • Twee van zijn gedichten zijn in 1999 (Door het park) en in 2006 (Een lege plek) uitgefreesd in platen cortenstaal aan de achtermuur van de Steile Tuin in het Arnhemse Park Sonsbeek.
  • Aan de Groeneweg in Leeuwarden, vlak voor het aldaar bekende gebouw Tresoar, ligt een poëzietableau in het plaveisel met een gedicht van Rutger Kopland. Het heeft de toepasselijke titel 'Een steen in Leeuwarden' en eindigt met de strofe: 'Maar nu je dit leest ligt hij / te zeggen in je hoofd ben ik / voor jou geen steen meer'. Het hardstenen poëzietableau maakt deel uit van de Leeuwarder poëzieroute die bestaat uit ruim 55 poëzietableaus van vooraanstaande dichters. Zie verder www.poezieroute.nl. Toen bekend werd dat Rutger Kopland was overleden werd op dit poezietableau als eerbetoon en onder verwijzing naar zijn bekende gedicht Jonge sla een jong slaplantje gelegd dat er een week onaangetast heeft gelegen.
  • In het dorpje Watou, in de gemeente Poperinge in West-Vlaanderen waar jaarlijks een multimediaal kunstfestival wordt georganiseerd, is de Kapelaanstraat voor het tegenwoordige 'Huis van de Dichter', (het vroegere woonhuis van dichter Gwij Mandelinck, oprichter, bezieler en organisator van de legendarische ‘Poëziezomers van Watou’) omgedoopt tot Rutger Koplandstraat, waar ook een gedicht van Kopland op de tuinmuur is afgebeeld.
  • Op de campus van Tilburg University is een gedicht van Rutger Kopland geplaatst op de ramen van de glazen gang tussen twee gebouwen in het begin van de 21e eeuw.[7]
  • In de Surinamestraat in Den Haag werd op 31 maart 2012 een muurgedicht van Kopland onthuld door wethouder Marjolein de Jong. Het gedicht staat op een blinde muur van het Hofje van Schuddegeest, eigendom van de Koninklijke Haagse Woningvereniging 1854. De Nederlandse typograaf en letterontwerper Gerrit Noordzij bracht de tekst aan.[8]

Kopland in beeld[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Goud, Johan (red.) (2012). Het leven volgens Rutger Kopland : onze vluchtige plek van de waarheid / auteurs: Erik Borgman ... e.a.; columns: Tom van Deel e.a.; en een gesprek met Rutger Kopland. 2e verb. dr. Klement/Pelckmans, Zoetermeer/Kalmthout. 175 p. Oorspr. uitg.: 2012. ISBN 978-908-687-087-5, ISBN 978-902-896-499-0.
  • Korteweg, Anton (red.) (2004). Daar wil je als Rudi wel bij zijn : gedichten voor Rudi van den Hoofdakker/Rutger Kopland bij zijn zeventigste verjaardag. De Uitvreter, Zoeterwoude-Dorp. 18 bl. Opl.: 100 ex. (70 bestemd voor de jarige (aangeboden aan hem op zijn verjaardagsfeest, 2 oktober 2004 in Westervelde). Losbl., in omslag. Geen ISBN.
  • Jessurun d'Oliveira, H.U. (2003). Het gedicht als wereld : essays over Lucebert, Leo Vroman en Rutger Kopland. Uitgeverij 521, Amsterdam. 103 p. ISBN 90-76927-76-6.
  • Evenepoel, Stefaan (2000). Volmaakt onaf : over stijl en thematiek in de vroege poëzie van Rutger Kopland. Universitaire Pers, Leuven. 260 p. (Symbolae Facultatis Litterarum Lovaniensis. Series D, Litteraria ; vol. 12). ISBN 90-5867-043-0. Bewerking van proefschrift Katholieke Universiteit Leuven, 1992.
  • Rijân Mulder en Gert Jan de Vries, Zo voorgoed als een bladzij. Bibliografie van en over het werk van Rutger Kopland. Oosterhesselen, Klencke Pers, 1992 [Kwartel-reeks 12; verschenen in 60 door Kopland gesigneerde exemplaren].
  • Johan Goud: 'Levensbericht Rutger Hendrik (Rudi) van den Hoofdakker / Rutger Kopland'. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, 2019-2020, p.102-114

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]