Ruw heidestaartje
| Ruw heidestaartje | |||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
.jpg)
| |||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||
| Cladonia scabriuscula (Delise) Nyl. (1876 [1]) | |||||||||||||||||
| Synoniemen | |||||||||||||||||
|
Cladonia furcata subsp. scabriuscula | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||||||
Ruw heidestaartje op  Wikispecies
| |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Het ruw heidestaartje (Cladonia scabriuscula) is een korstmos behorend tot de familie Cladoniaceae. Het is een karakteristieke soort van de grijze duinen.
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
Op het substraat vormt het een primaire thallus dat bestaat uit kleine en vroeg verdwijnende schubben. Ze zijn onregelmatig gelobd, 7 tot 10 mm lang en 5 tot 7 mm breed. De secundaire thallus is een tak met een hoogte van (9–)14–32 (–60) mm en een dikte van 1 tot 2 mm. Deze zijn bleekgrijs tot bruin van kleur, dichotoom vertakt en eindigen in priem (zonder kelken). De vertakkingshoeken zijn meestal stomp of recht. Verhoogde schubben van 2 tot 5 mm lang zijn er in overvloed op het takje. Op de top van podetiën zijn er soms (zelden) apotheciën bedekt met korrelige kliffen. Apotheciën zijn 0,5–2,0 mm breed. Hierin worden bruine ascosporen gevormd met een langwerpige ellipsvormige vorm en afmetingen van 11–17 × 4–6 μm. Pycnidiën zijn talrijk aanwezig op de takjes en in de vorm van een aan de basis versmalde urn. Binnenin bevatten ze een kleurloze gelei. Daarin worden pycniosporen met afmeting 5–8 × 1–1,5 μm groot.
Het heeft de volgende kenmerkende kleurreacties: K+ (geel tot bruin), C, KC–, P+ (rood), UV–.
Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]
Het ruw heidestaartje wordt gevonden op alle continenten van de wereld behalve Antarctica, en het wordt ook gevonden op veel eilanden.
In Nederland komt het vrij algemeen voor. Het staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.[2]
Taxonomie[bewerken | brontekst bewerken]
Dit taxon werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Dominique François Delise en noemde het Cenomyce scabriuscula. De huidige naam erkend door Index Fungorum werd in 1875 gegeven door William Allport Leighton, waardoor het werd overgebracht naar het geslacht Cladonia.
| Bronnen, noten en/of referenties |