Naar inhoud springen

OSG Hendrik van der Vlist: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Bernt Feis (overleg | bijdragen)
Nieuwe pagina aangemaakt met ' OSG Hendrik van der Vlist (1963 – 1998) De Openbare Scholengemeenschap (OSG) Hendrik van der Vlist is een voormalige middelbare school in Utrecht, in 1963 opgericht door en vernoemd naar wethouder Hendrik van der Vlist. De school was gelegen in de wijk Kanaleneiland en verhuisde in 1990 naar de wijk Lunetten, waarbij hij een andere naam kreeg: eerst Prisma College, later Triaton College. In 2000 werd de school opgeheven. Oprichting en openi...'
 
Bronnen nagezien, kleine aanvullingen en correcties, opmaak. Bronvraag. Redactie: Hier en daar compacter geformuleerd, soms zinnen en alinea's samengevoegd. Wikipedia-conventies: gelinkte termen niet uitleggen; subjectiviteit alleen met bronvermelding.
Regel 1: Regel 1:




De '''Openbare Scholengemeenschap (OSG) Hendrik van der Vlist''' is een voormalige [[scholengemeenschap]] voor [[middelbare school]] in [[Utrecht (stad)|Utrecht]], in 1963 opgericht door en vernoemd naar wethouder [[Hendrik van der Vlist]].
OSG Hendrik van der Vlist (1963 – 1998)
De Openbare Scholengemeenschap (OSG) Hendrik van der Vlist is een voormalige middelbare school in Utrecht, in 1963 opgericht door en vernoemd naar wethouder Hendrik van der Vlist. De school was gelegen in de wijk Kanaleneiland en verhuisde in 1990 naar de wijk Lunetten, waarbij hij een andere naam kreeg: eerst Prisma College, later Triaton College. In 2000 werd de school opgeheven.


De school was gelegen in de wijk [[Kanaleneiland]] en verhuisde in 1990 naar [[Lunetten (Utrecht)|Lunetten]], waarbij hij een andere naam kreeg: eerst '''Prisma College''', later '''Triaton College'''. De school functioneerde tot 1998 en werd in 2000 opgeheven.
Oprichting en opening
Op 1 september 1963 opende de openbare scholengemeenschap Hendrik van der Vlist haar deuren. De officiële opening vond plaats op 5 september 1963 in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Utrecht.
Met algemene stemmen besloot de Utrechtse gemeenteraad op donderdag 21 februari 1963, dat de scholengemeenschap op het Kanaleneiland kon starten met de inschrijving van leerlingen. Tevens werd besloten, dat er geen inschrijvingen meer zouden plaatsvinden voor de Gemeentelijke HBS aan de Catharijnesingel. Deze school zou langzaam afgebouwd worden. Een extra probleem was de bekostiging van de gymnasiumafdeling van de nieuwe school. Het rijk wenste deze niet te betalen. Voor wethouder Van der Vlist iwas er maar één alternatief: óf een scholengemeenschap met een gymnasiumafdeling of helemaal geen scholengemeenschap. Zonder deze afdeling is de mogelijkheid tot differentiatie voor de ouders afgesneden.
De school werd vernoemd naar de Utrechtse wethouder Hendrik van der Vlist (PvdA), die ruim 24 jaar wethouder van onderwijs was.
De school had een baanbrekend onderwijsprofiel en anticipeerde op de invoering van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO).
Op 14 februari 1963 had de Tweede Kamer de WVO goedgekeurd, maar de ingangsdatum van de wet was bepaald op 1 augustus 1968. Vanwege de grote hoeveelheid onderwerpen, die in de wet werd geregeld, werd gesproken van de Mammoetwet.
De periode Stellinga (1963-1971)


== Oprichting en opening ==
Op 20 september 1962 werd Dr. G Stellinga door de Utrechtse gemeenteraad benoemd tot algemeen schoolleider van de osg Hendrik van der Vlist en rector van de afdeling VHMO (Voorbereidend Hoger en Middelbaar Onderwijs). Hij had een lange staat van dienst in het onderwijs (onderwijzer, leraar, rector van het Rotterdams Avondlyceum).
Met algemene stemmen besloot de Utrechtse [[gemeenteraad]] op donderdag 21 februari 1963, dat de scholengemeenschap op het Kanaleneiland kon starten met de inschrijving van leerlingen. Tevens werd besloten, dat er geen inschrijvingen meer zouden plaatsvinden voor de [[Gemeentelijke HBS]] aan de [[Catharijnesingel]]. Deze zou langzaam afgebouwd worden.<ref name=":0">{{Citeer web |url=https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mizig=91&miadt=39&miaet=14&micode=UN_1963&minr=2252664&miview=ldt |titel=Utrechtse raad besluit: Scholengemeenschap start met ingang nieuwe cursus |achternaam= |voornaam= |datum=1963-02-22 |bezochtdatum=2023-09-17 |werk=[[Utrechts Nieuwsblad|Utrechtsch Nieuwsblad]] |pagina's=p. 2 |taal=nl |via=[[Het Utrechts Archief]]}}</ref> Een extra probleem was de bekostiging van de [[Gymnasium|gymnasiumafdeling]] van de nieuwe school. Het rijk wenste deze niet te betalen. Voor wethouder Van der Vlist was er maar één alternatief: óf een scholengemeenschap met een gymnasiumafdeling of helemaal geen scholengemeenschap. Zonder deze afdeling is de mogelijkheid tot differentiatie voor de ouders afgesneden.<ref name=":0">{{Citeer web |url=https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mizig=91&miadt=39&miaet=14&micode=UN_1963&minr=2252664&miview=ldt |titel=Utrechtse raad besluit: Scholengemeenschap start met ingang nieuwe cursus |achternaam= |voornaam= |datum=1963-02-22 |bezochtdatum=2023-09-17 |werk=[[Utrechts Nieuwsblad|Utrechtsch Nieuwsblad]] |pagina's=p. 2 |taal=nl |via=[[Het Utrechts Archief]]}}</ref>
Kenmerkend voor de nieuwe school waren de brugklassen en de mogelijkheid voor leerlingen om eventuele fouten bij de keus van een opleiding te kunnen rechtzetten. Een leerling kon doorstromen van mavo naar havo en van havo naar vwo – maar ook andersom. Dit was vroeger vrijwel niet mogelijk; bijvoorbeeld een doorstroom van mulo naar hbs sloot geheel niet aan.
Belangrijk voor het onderwijs waren de mentor-uren, de studie-uren en het veertig-minuten-rooster.
De school ging op één punt verder dan de wet van minister Cals. In de school was ook een kleuterschool en een lagere school gevestigd. Dr. Stellinga was ook hoofd van de kleuter- en de lagere school.
De OSG stond bekend om haar innovatieve onderwijsaanpak, waarbij ze actief bezig was met vernieuwingen in het onderwijs. Ze experimenteerde met nieuwe lesmethoden en technologieën om het onderwijs te verbeteren.
De school kende een eenjarige brugperiode, verdeeld over een Gel A en Gel B.
In het Gel B (gemeenschappelijk eerste leerjaar B ) zaten de leerlingen met het schooladvies ulo, hbs of gymnasium ; in Gel A kwamen de overige leerlingen. De brugklassen waren dus samengesteld uit leerlingen met een verschillend schooladvies. Deze heterogene brugklassen waren de basis van de onderwijsvisie.
De school groeide snel naar zo’n 1700 leerlingen. In de randgemeenten van de stad Utrecht was geen of weinig voortgezet onderwijs. Een groot deel van de schoolpopulatie bestond uit leerlingen uit De Meern, Harmelen, Houten, Nieuwegein, IJsselstein en Vianen.
Rector Stellinga was een bevlogen onderwijsman; als schoolleider was hij vooral een theoreticus. Hij bleek niet de man om het docententeam tot een eenheid te vormen. Temeer omdat de Sixties hoogtij vierden op de school. Er werd eindeloos gediscussieerd over inspraak, medezeggenschap, drugs, Vietnam, lesvrijheid en spijbelkaarten. Dr. Stellinga diende in 1971 zijn ontslag in en werd rector van de Lerarenopleiding in Leeuwarden.
De periode Erdtsieck en de nieuwbouw aan de Amerikalaan (1972-1989)
In 1972 kreeg de school een nieuwe rector. Deze kreeg van het bevoegd gezag (Gemeente Utrecht) de opdracht mee om orde op zaken te stellen en meer sturing te geven aan de uitwerking van het onderwijsprofiel. Zijn naam was G.J. Erdtsieck uit Almelo. Na de kweekschool was hij onderwijzer geweest en na de studie geschiedenis werd hij leraar aan het Erasmus-Lyceum in Almelo. Jan Erdtsieck slaagde er in vrij korte tijd in om de school naar binnen én naar buiten als eenheid te presenteren. Dit lukte hem door zijn wel zeer persoonlijke manier van leiding geven.
De school was in de periode 1963-1973 gehuisvest in een groot aantal noodgebouwen aan de Rooseveltlaan.
Op 2 oktober 1973 werd een nieuw schoolgebouw geopend aan de Amerikalaan.
Het nieuwe gebouw heeft drie bouwlagen. In totaal zijn er 74 lokalen, vier gymnastieklokalen, een sporthal, een grote aula en een muzieklokaal. Bij de recreatieve voorzieningen is rekening gehouden met de betekenis, die zij kunnen hebben voor de wijk. Uniek is de aula, die als een ‘kuil’ met treden om op te zitten is gesitueerd . Deze kuil werd ook gebruikt voor toneelvoorstellingen, congressen en buurtactiviteiten en kreeg daardoor landelijke bekendheid.
De school vond het ook belangrijk, dat leerlingen kennis maakten met vele facetten van het culturele leven. Het aanbod was zeer breed en de kuil stond centraal: Neerlands Hoop, Proloog, Gruppo Sportivo, Bassarus, t.g.v. 400 jaar Unie van Utrecht, vii , toneelvoorstellingen, filmvoorstellingen, politieke panels etc. Ook werd schouwburgbezoek georganiseerd.
Voor de brugklassers begon het schooljaar met een kennismakingsweek op de Paasheuvel in Vierhouten. Voor de hogere leerjaren waren er werkweken (Berlijn, Praag, Parijs en wintersport).
De schoolkranten uit die tijd ademden de tijdgeest in woord en beeld. Voor de leerlingen was de OSG toen: the place to be.
De eerste tien jaren aan de Amerikalaan verliepen in relatieve rust. Er werd structureel gewerkt aan het realiseren van de onderwijsvisie. De school slaagde erin om haar emancipatorische doelstellingen waar te maken.
In de tweede helft van de jaren ’80 begon de geleidelijke daling van het leerlingenaantal. Deze ontwikkeling was voor een belangrijk deel het gevolg van het feit, dat in de randgemeenten van Utrecht scholen voor voortgezet onderwijs werden gesticht. Zo kreeg Nieuwegein 3 scholen voor voortgezet onderwijs. Een andere oorzaak lag in het feit, dat de wijk Kanaleneiland geleidelijk van karakter veranderde door de instroom van o.m. Turkse en Marokkaanse gezinnen. De school slaagde er niet in om een passend antwoord te vinden op de sterke toename van het aantal allochtone leerlingen.
Rector Erdtsieck vertrok in 1986 om gezondheidsredenen.
Verhuizing naar Lunetten (1989-1998)


Op 1 september 1963 opende de school haar deuren; de officiële opening was op 5 september 1963 in het [[Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen (Utrecht)|Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen]]. De school werd vernoemd naar de Utrechtse [[Partij van de Arbeid (Nederland)|PvdA]]-wethouder Hendrik van der Vlist (1900-1978), die van 1946 tot 1970 wethouder van Onderwijs en Personeelszaken was.<ref>{{Citeer web |url=https://www.utrechtaltijd.nl/collecties/detail/?collection=utralt_utrechts-archief_3f5594e7-379b-5fc7-a560-67ab036e6382 |titel=Afbeelding van H. van der Vlist (rechts, 1900-1978, wethouder van Onderwijs en Personeelszaken van de gemeente Utrecht van 1946 tot 1970) tijdens zijn spreekuur in het Stadhuis (Stadhuisbrug) te Utrecht. |bezochtdatum=2023-09-17 |werk=www.utrechtaltijd.nl}}</ref> De school had een baanbrekend onderwijsprofiel en anticipeerde op de invoering van de Mammoetwet ([[Wet op het voortgezet onderwijs]]).  Deze was op 14 februari 1963 goedgekeurd, maar de ingangsdatum was bepaald op 1 augustus 1968.
In 1987 werd de heer Rob Olieroock benoemd tot rector. Zijn opdracht was o.m. de verhuizing te begeleiden. Op het Zwarte Woud werd in 1989 gestart met noodlokalen. Nog vóór de opening van het nieuwe gebouw (mei 1990) vertrok Olieroock. Hij was namelijk benoemd tot rector van het gloednieuwe Northgo College in Noordwijk.

Inmiddels was de school verhuisd van het Kanaleneiland naar het Zwarte Woud. Het gebouw oogt vriendelijk. Het heeft een menselijk gezicht, voor zover je dat van een gebouw kunt zeggen, zegt waarnemend rector M. van der Stoep.
== De periode Stellinga (1963-1971) ==
Eind 1990 werd mevrouw Mia Verhagen benoemd tot rector. Zij werd geconfronteerd met een grootschalige fusie van het openbaar voortgezet onderwijs in Utrecht. Bij deze fusie waren 13 scholen betrokken. Uiteindelijk bleven 3 scholen over: het Prisma College, het Spectrum College en het Stedelijk Gymnasium. Vanuit het Gemeentebestuur lag er de duidelijke wens om ook het Stedelijk Gymnasium onderdeel te laten zijn van de fusieplannen. Maar deze school slaagde erin om zelfstandig te blijven.
Op 20 september 1962 werd Dr. G Stellinga door de Utrechtse gemeenteraad benoemd tot algemeen schoolleider van de scholengemeenschap en tot rector van de afdeling [[VHMO]]. Hij had een lange staat van dienst in het onderwijs als onderwijzer, leraar en rector van het Rotterdams Avondlyceum.
In het voorjaar van 1991 nam mevr. Verhagen ontslag. Zij werd opgevolgd door de heer Maarten van der Stoep. Hij werd benoemd op 12 maart 1992.

Zijn eerste taak was om leiding te geven aan het fusieproces.
Kenmerkend voor de nieuwe school waren de [[Brugklas (onderwijs)|brugklassen]] en de mogelijkheid voor leerlingen om eventuele fouten bij de keus van een opleiding te kunnen rechtzetten. Een leerling kon doorstromen van [[Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs|mavo]] naar [[Hoger algemeen voortgezet onderwijs|havo]] en van havo naar [[Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs|vwo]] – maar ook andersom. Dit was vroeger vrijwel niet mogelijk; bijvoorbeeld een doorstroom van [[Meer uitgebreid lager onderwijs|mulo]] naar [[Hogereburgerschool|hbs]] sloot geheel niet aan.  
Toen de fusie een feit was (1-8-1992) kreeg hij de leiding over de locatie van het Prisma College aan het Zwarte Woud. Deze locatie voor mavo, havo en vwo betekende een fusie van de Dr. de Visserschool voor mavo en de openbare scholengemeenschap Hendrik van der Vlist. De locatie kreeg de naam Triatlon College. Triatlon stond voor de driepoot projectmatig werken en leren, brede culturele vorming en sportief presteren.

De school mocht zich LOOT-school noemen. (LOOT = Landelijk Organisatie Onderwijs Topsport). De integratie van sport en onderwijs bood aan leerlingen met een topsport-indicatie extra kansen. Dit kon gerealiseerd worden door flexibele lesroosters, vrijstelling van bepaalde vakken, gespreide examens en persoonlijke begeleiding.
De school ging op één punt verder dan de Mammoetwet van [[Jo Cals|minister Cals]]: in de school was ook een [[kleuterschool]] en een [[lagere school]] gevestigd; van deze scholen was Dr. Stellinga ook hoofd. Het samenbrengen van scholen onder een dak en een organisatie ''was een revolutionair idee dat sterk gestimuleerd werd door de wethouder Van der Vlist […]. Instituten van dien aard bestonden nog niet in Nederland.''<ref name=":1">{{Citeer web |url=http://www.nieuws030.nl/hist030rie/memoires-van-een-stadsarchitect-15-scholengemeenschap-van-der-vlist/ |titel=Memoires van een stadsarchitect (15): Scholengemeenschap Van der Vlist {{!}} Nieuws030 |bezochtdatum=2023-09-17 |werk=Nieuws030}}</ref>

Op de nieuwe school werden keuzeblokken geïntroduceerd. In het lesrooster. Schoolbreed, werd voor alle klassen op donderdagmorgen een blokuur ingeroosterd. De leerlingen maakten tijdens deze uren een vakoverstijgend werkstuk. Ze waren vrij in de keuze van de onderwerpen en de vakken, waarvoor het werkstuk gewaardeerd moest worden. De leerlingen bepaalden zelf of ze individueel of in tweetallen wilden werken. Zo werd bijvoorbeeld een werkstuk over de D-Day in het Engels beoordeeld door hun docenten voor geschiedenis en Engels. Een onderzoeksvraag als Zou je in de kubuswoning van Piet Blom in Rotterdam een boekenkast kunnen plaatsen? werd begeleid en beoordeeld door de wiskunde-docent.
De OSG stond bekend om haar innovatieve onderwijsaanpak, waarbij ze actief bezig was met vernieuwingen in het onderwijs. Ze experimenteerde met nieuwe [[Lesmethode|lesmethoden]] en technologieën om het onderwijs te verbeteren. Belangrijk voor het onderwijs waren de mentor-uren, de studie-uren en het veertig-minuten-rooster. De school kende een eenjarige brugperiode, het gemeenschappelijk eerste leerjaar (Gel), verdeeld over een Gel A en Gel B. In het Gel B zaten de leerlingen met het schooladvies [[Meer uitgebreid lager onderwijs|ulo]], hbs of gymnasium (na 1968 mavo, havo en vwo); in Gel A kwamen de overige leerlingen. De brugklassen waren dus samengesteld uit leerlingen met een verschillend schooladvies. Deze heterogene brugklassen waren de basis van de onderwijsvisie.
Het doek valt ………

Vanaf de fusie in 1992 zijn er studies geweest naar de mogelijkheden van het havo en vwo op het Zwarte Woud. De Sterkte-Zwakte-analyse van het Zwarte Woud (1993) en het artikel Over het behouden van een havo/vwo-opleidingxi maakten de kwetsbaarheid duidelijk.
De school groeide snel naar zo’n 1700 leerlingen. In de randgemeenten van de stad Utrecht was geen of weinig voortgezet onderwijs en een groot deel van de schoolpopulatie bestond uit leerlingen uit [[De Meern]], [[Harmelen]], [[Houten]], [[Nieuwegein]], [[IJsselstein]] en [[Vianen (Utrecht)|Vianen]].
Het Triatlon College kreeg net als haar voorloper te maken met een dalend leerlingenaantal. De vergelijking met de osg Hendrik van der Vlist dringt zich op. Het was domweg een misrekening om leerlingen uit Houten te verwachten, want deze gemeente kreeg zelf een scholengemeenschap V.O. De wijk Hoograven bleek helaas ook onvoldoende leerlingen op te leveren.

Het schoolbestuur zag zich dan ook genoodzaakt om de school op te heffen en met de licentie in de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn een nieuwe brede scholengemeenschap te stichten. Het Triatlon College werd afgebouwd in samenwerking met het Thorbecke College.
Rector Stellinga was een bevlogen onderwijsman; als schoolleider was hij vooral een theoreticus. Hij bleek echter niet de man om het docententeam tot een eenheid te vormen, temeer omdat de ''[[1960-1969|Sixties]]'' hoogtij vierden op de school. Er werd eindeloos gediscussieerd over [[inspraak]], [[medezeggenschap]], [[Drug|drugs]], de [[Vietnamoorlog]], lesvrijheid en [[Spijbelen|spijbelkaarten]]. Dr. Stellinga diende in 1971 zijn ontslag in en werd rector van de Lerarenopleiding in Leeuwarden.  
Rond de eeuwwisseling vertrokken de laatste leerlingen van het Zwarte Woud. En in 1998 werd het Leidsche Rijn College geopend.

== De periode Erdtsieck en de nieuwbouw aan de Amerikalaan (1971-1989) ==
In 1971 kreeg de school een nieuwe rector: G.J. Erdtsieck uit [[Almelo]]. Deze kreeg van de gemeente Utrecht de opdracht mee om orde op zaken te stellen en meer sturing te geven aan de uitwerking van het onderwijsprofiel. Na de [[Kweekschool voor onderwijzers|kweekschool]] was hij onderwijzer geweest en na de studie geschiedenis werd hij leraar aan het Erasmus-Lyceum in Almelo. Jan Erdtsieck slaagde er in vrij korte tijd in om de school naar binnen én naar buiten als eenheid te presenteren. Dit lukte hem door zijn wel zeer persoonlijke manier van leiding geven.

De school was in de periode 1963-1973 gehuisvest in een groot aantal noodgebouwen ('houten barakken')<ref name=":1">{{Citeer web |url=http://www.nieuws030.nl/hist030rie/memoires-van-een-stadsarchitect-15-scholengemeenschap-van-der-vlist/ |titel=Memoires van een stadsarchitect (15): Scholengemeenschap Van der Vlist {{!}} Nieuws030 |bezochtdatum=2023-09-17 |werk=Nieuws030}}</ref> aan de Rooseveltlaan. Op 2 oktober 1973 werd een nieuw schoolgebouw geopend aan de Amerikalaan.  

''Het nieuwe gebouw heeft drie bouwlagen. In totaal zijn er 74 lokalen, vier gymnastieklokalen, een sporthal, een grote aula en een muzieklokaal. Bij de recreatieve voorzieningen is rekening gehouden met de betekenis die zij kunnen hebben voor de wijk. Uniek is de aula, die als een ‘kuil’ met treden om op te zitten is gesitueerd''.<ref>[[Utrechts Nieuwsblad]], 23 februari 1973</ref> Deze ''kuil'' (in het ontwerp een ''ronde, arenavormige aula voor vijfhonderd personen'')<ref>{{Cite web |url=https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011235704:mpeg21:a0043 |title=Experimentele schoolbouw in Utrecht |date=1970-08-21 |accessdate=2023-09-17 |work=De tijd : dagblad voor Nederland |via=Delpher}}</ref> werd ook gebruikt voor [[Toneelstuk|toneelvoorstellingen]], [[Congres (bijeenkomst)|congressen]] en buurtactiviteiten en kreeg daardoor landelijke bekendheid.  

De school vond het ook belangrijk, dat leerlingen kennis maakten met vele facetten van het culturele leven. Het aanbod was zeer breed en de kuil stond centraal: [[Neerlands Hoop in Bange Dagen|Neerlands Hoop]], [[Toneelwerkgroep Proloog|Proloog]], [[Gruppo Sportivo]], Bassarus, ter gelegenheid van 400 jaar [[Unie van Utrecht (1579)|Unie van Utrecht]],<ref group = "kleine letter">‘Bassarus’ was een eigen toneelvoorstelling in 1979 onder regie van Annemarie Prins. De productie werd gerealiseerd in nauwe samenwerking met de gemeente Utrecht. Er werd een professionele lichtinstallatie in de kuil aangelegd.</ref> toneelvoorstellingen, filmvoorstellingen, politieke panels et cetera. Ook werd [[Stadsschouwburg Utrecht|schouwburgbezoek]] georganiseerd.  

Voor de brugklassers begon het schooljaar met een kennismakingsweek op de [[Paasheuvel (Vierhouten)|Paasheuvel in Vierhouten]]. Voor de hogere leerjaren waren er [[Werkweek (onderwijs)|werkweken]] ([[Berlijn]], [[Praag]], [[Parijs (hoofdbetekenis)|Parijs]] en [[wintersport]]).

De schoolkranten uit die tijd ademden de tijdgeest in woord en beeld. Voor de leerlingen was de OSG toen: ''the place to be''.

De eerste tien jaren aan de Amerikalaan verliepen in relatieve rust. Er werd structureel gewerkt aan het realiseren van de onderwijsvisie. De school slaagde erin om haar emancipatorische doelstellingen waar te maken.  

In de tweede helft van de [[1980-1989|jaren tachtig]] begon de geleidelijke daling van het leerlingenaantal, voor een belangrijk deel doordat in de randgemeenten van Utrecht scholen voor voortgezet onderwijs werden gesticht. Zo kreeg [[Nieuwegein]] drie scholen voor voortgezet onderwijs. Verder veranderde de wijk Kanaleneiland geleidelijk van karakter door de instroom van onder meer Turkse en Marokkaanse gezinnen. De school slaagde er niet in om een passend antwoord te vinden op de sterke toename van het aantal allochtone leerlingen.<ref group = "kleine letter">Tijdens de laatste jaren op het Kanaleneiland werd de osg H. v.d.Vlist in de volksmond een [[zwarte school]] genoemd. Dezelfde kwalificatie kreeg later de opvolger, het Triatlon College.</ref>

Rector Erdtsieck vertrok in 1986 om gezondheidsredenen.

== Verhuizing naar Lunetten en fusie (1989-1998) ==
In 1987 werd de heer Rob Olieroock benoemd tot rector. Zijn opdracht was onder meer de verhuizing te begeleiden. Op het Zwarte Woud werd in 1989 gestart met noodlokalen. Nog voor de opening van het nieuwe gebouw (mei 1990) vertrok Olieroock, die benoemd was tot rector van het gloednieuwe Northgo College in [[Noordwijk (Zuid-Holland)|Noordwijk]].

Inmiddels was de school verhuisd van het Kanaleneiland naar het Zwarte Woud in [[Lunetten (Utrecht)|Lunetten]]. ''Het gebouw oogt vriendelijk. Het heeft een menselijk gezicht, voor zover je dat van een gebouw kunt zeggen'', zei waarnemend rector M. van der Stoep in 1990.<ref>[[Utrechts Nieuwsblad]], 8 mei 1990</ref>

Eind 1990 werd mevrouw Mia Verhagen benoemd tot rector. Zij werd geconfronteerd met een grootschalige fusie van het [[Openbaar onderwijs|openbaar]] voortgezet onderwijs in Utrecht, waar dertien scholen bij betrokken waren. Uiteindelijk bleven drie scholen over: het Prisma College, het Spectrum College en het [[Utrechts Stedelijk Gymnasium|Stedelijk Gymnasium]]. Vanuit het Gemeentebestuur lag er de duidelijke wens om ook het Stedelijk Gymnasium onderdeel te laten zijn van de fusieplannen. Maar deze school slaagde erin om zelfstandig te blijven.

In het voorjaar van 1991 nam mevrouw Verhagen ontslag. Zij werd opgevolgd door de heer Maarten van der Stoep. Hij werd benoemd op 12 maart 1992.<ref group = "kleine letter">De functie was vacant sinds het vertrek van Mia Verhagen aan het eind van vorig schooljaar. De rectrix stapte al na een half jaar op. Dit als gevolg van de fusieperikelen. Sindsdien neemt Van der Stoep het rectorschap waar. Hij werkt sinds 1965 bij de scholengemeenschap: eerst als docent, daarna als conrector en vanaf 1987 als plaatsvervangend rector. Ook nam hij het rectoraat waar tussen april en december 1990” (Bron: [[Utrechts Nieuwsblad]]).</ref> Zijn eerste taak was om leiding te geven aan het fusieproces. Toen de fusie op 1 augustus 1992 een feit was kreeg hij de leiding over de locatie van het Prisma College aan het Zwarte Woud. Deze locatie voor mavo, havo en vwo betekende een fusie van de Dr. de Visserschool voor mavo en de openbare scholengemeenschap Hendrik van der Vlist. De naam Triatlon College voor deze locatie stond voor de driepoot projectmatig werken en leren, brede culturele vorming en sportief presteren.  Dit was een [[LOOT-school]], waar de integratie van sport en onderwijs voorzieningen bood aan leerlingen met een topsport-indicatie. Dit werd gerealiseerd door flexibele lesroosters, vrijstelling van bepaalde vakken, gespreide examens en persoonlijke begeleiding.

Op de nieuwe school werden ''keuzeblokken'' geïntroduceerd. In het lesrooster. Schoolbreed werd voor alle klassen op donderdagmorgen een blokuur ingeroosterd. De leerlingen maakten tijdens deze uren een vakoverstijgend werkstuk. Ze waren vrij in de keuze van de onderwerpen en de vakken waarvoor het werkstuk gewaardeerd moest worden. De leerlingen bepaalden zelf of ze individueel of in tweetallen wilden werken. Zo werd bijvoorbeeld een Engelstalig werkstuk over [[Operatie Overlord|D-Day]] beoordeeld door de docenten voor geschiedenis en Engels. Een onderzoeksvraag als ''Zou je in de [[Kubuswoningen (Rotterdam)|kubuswoning van Piet Blom]] in Rotterdam een boekenkast kunnen plaatsen?'' werd begeleid en beoordeeld door de wiskunde-docent.

== Einde ==
Vanaf de fusie in 1992 zijn er studies geweest naar de mogelijkheden van het havo en vwo op het Zwarte Woud. De ''Sterkte-Zwakte-analyse van het Zwarte Woud'' (1993) en het artikel ''Over het behouden van een havo/vwo-opleiding'' maakten de kwetsbaarheid duidelijk.

Het Triatlon College kreeg net als haar voorloper te maken met een dalend leerlingenaantal. De vergelijking met de osg Hendrik van der Vlist dringt zich op. Het was een misrekening om leerlingen uit Houten te verwachten,{{Bron?|Welke bron geeft aan dat dit een misrekening was?|2023|09|17}} want deze gemeente kreeg zelf een scholengemeenschap voor [[Voortgezet onderwijs in Nederland|voortgezet onderwijs]]. De wijk [[Hoograven]] bleek ook onvoldoende leerlingen op te leveren. Het schoolbestuur zag zich dan  ook genoodzaakt om de school op te heffen en met de licentie een nieuwe brede scholengemeenschap te stichten in de nieuwbouwwijk [[Leidsche Rijn (wijk)|Leidsche Rijn]].

Het Triatlon College werd afgebouwd in samenwerking met het Thorbecke College. Rond de eeuwwisseling vertrokken de laatste leerlingen  van het Zwarte Woud en in 1998 werd het Leidsche Rijn College geopend.

== Referenties ==
{{appendix|1=|2=
=== Noten ===
{{References|group = "kleine letter"}}
----

=== Bron ===
Dit artikel of een eerdere versie is gebaseerd op {{Citeer web |url=https://berntfeis.info/osg-prisma-triatlon/ |titel=Kom je ook naar de OSG-reünie? – Bernt Feis |achternaam=Feis |voornaam=Bernt |medeauteurs=Stoep, Maarten van der |datum=mei 2023 |bezochtdatum=2023-09-17 |uitgever=Bernt Feis |taal=nl-NL |archiefurl=https://archive.ph/xCTpr |archiefdatum=2023-09-17 |dodeurl=nee}}

=== Bronverwijzingen ===
{{References}}
}}

{{DEFAULTSORT:Hendrik van der Vlist, Scholengemeenschap}}
[[:Categorie:School in het voortgezet onderwijs in Nederland]]
[[:Categorie:School in Utrecht (stad)]]

Versie van 17 sep 2023 20:12


De Openbare Scholengemeenschap (OSG) Hendrik van der Vlist is een voormalige scholengemeenschap voor middelbare school in Utrecht, in 1963 opgericht door en vernoemd naar wethouder Hendrik van der Vlist.

De school was gelegen in de wijk Kanaleneiland en verhuisde in 1990 naar Lunetten, waarbij hij een andere naam kreeg: eerst Prisma College, later Triaton College. De school functioneerde tot 1998 en werd in 2000 opgeheven.

Oprichting en opening

Met algemene stemmen besloot de Utrechtse gemeenteraad op donderdag 21 februari 1963, dat de scholengemeenschap op het Kanaleneiland kon starten met de inschrijving van leerlingen. Tevens werd besloten, dat er geen inschrijvingen meer zouden plaatsvinden voor de Gemeentelijke HBS aan de Catharijnesingel. Deze zou langzaam afgebouwd worden.[1] Een extra probleem was de bekostiging van de gymnasiumafdeling van de nieuwe school. Het rijk wenste deze niet te betalen. Voor wethouder Van der Vlist was er maar één alternatief: óf een scholengemeenschap met een gymnasiumafdeling of helemaal geen scholengemeenschap. Zonder deze afdeling is de mogelijkheid tot differentiatie voor de ouders afgesneden.[1]

Op 1 september 1963 opende de school haar deuren; de officiële opening was op 5 september 1963 in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. De school werd vernoemd naar de Utrechtse PvdA-wethouder Hendrik van der Vlist (1900-1978), die van 1946 tot 1970 wethouder van Onderwijs en Personeelszaken was.[2] De school had een baanbrekend onderwijsprofiel en anticipeerde op de invoering van de Mammoetwet (Wet op het voortgezet onderwijs).  Deze was op 14 februari 1963 goedgekeurd, maar de ingangsdatum was bepaald op 1 augustus 1968.

De periode Stellinga (1963-1971)

Op 20 september 1962 werd Dr. G Stellinga door de Utrechtse gemeenteraad benoemd tot algemeen schoolleider van de scholengemeenschap en tot rector van de afdeling VHMO. Hij had een lange staat van dienst in het onderwijs als onderwijzer, leraar en rector van het Rotterdams Avondlyceum.

Kenmerkend voor de nieuwe school waren de brugklassen en de mogelijkheid voor leerlingen om eventuele fouten bij de keus van een opleiding te kunnen rechtzetten. Een leerling kon doorstromen van mavo naar havo en van havo naar vwo – maar ook andersom. Dit was vroeger vrijwel niet mogelijk; bijvoorbeeld een doorstroom van mulo naar hbs sloot geheel niet aan.  

De school ging op één punt verder dan de Mammoetwet van minister Cals: in de school was ook een kleuterschool en een lagere school gevestigd; van deze scholen was Dr. Stellinga ook hoofd. Het samenbrengen van scholen onder een dak en een organisatie was een revolutionair idee dat sterk gestimuleerd werd door de wethouder Van der Vlist […]. Instituten van dien aard bestonden nog niet in Nederland.[3]

De OSG stond bekend om haar innovatieve onderwijsaanpak, waarbij ze actief bezig was met vernieuwingen in het onderwijs. Ze experimenteerde met nieuwe lesmethoden en technologieën om het onderwijs te verbeteren. Belangrijk voor het onderwijs waren de mentor-uren, de studie-uren en het veertig-minuten-rooster. De school kende een eenjarige brugperiode, het gemeenschappelijk eerste leerjaar (Gel), verdeeld over een Gel A en Gel B. In het Gel B zaten de leerlingen met het schooladvies ulo, hbs of gymnasium (na 1968 mavo, havo en vwo); in Gel A kwamen de overige leerlingen. De brugklassen waren dus samengesteld uit leerlingen met een verschillend schooladvies. Deze heterogene brugklassen waren de basis van de onderwijsvisie.

De school groeide snel naar zo’n 1700 leerlingen. In de randgemeenten van de stad Utrecht was geen of weinig voortgezet onderwijs en een groot deel van de schoolpopulatie bestond uit leerlingen uit De Meern, Harmelen, Houten, Nieuwegein, IJsselstein en Vianen.

Rector Stellinga was een bevlogen onderwijsman; als schoolleider was hij vooral een theoreticus. Hij bleek echter niet de man om het docententeam tot een eenheid te vormen, temeer omdat de Sixties hoogtij vierden op de school. Er werd eindeloos gediscussieerd over inspraak, medezeggenschap, drugs, de Vietnamoorlog, lesvrijheid en spijbelkaarten. Dr. Stellinga diende in 1971 zijn ontslag in en werd rector van de Lerarenopleiding in Leeuwarden.  

De periode Erdtsieck en de nieuwbouw aan de Amerikalaan (1971-1989)

In 1971 kreeg de school een nieuwe rector: G.J. Erdtsieck uit Almelo. Deze kreeg van de gemeente Utrecht de opdracht mee om orde op zaken te stellen en meer sturing te geven aan de uitwerking van het onderwijsprofiel. Na de kweekschool was hij onderwijzer geweest en na de studie geschiedenis werd hij leraar aan het Erasmus-Lyceum in Almelo. Jan Erdtsieck slaagde er in vrij korte tijd in om de school naar binnen én naar buiten als eenheid te presenteren. Dit lukte hem door zijn wel zeer persoonlijke manier van leiding geven.

De school was in de periode 1963-1973 gehuisvest in een groot aantal noodgebouwen ('houten barakken')[3] aan de Rooseveltlaan. Op 2 oktober 1973 werd een nieuw schoolgebouw geopend aan de Amerikalaan.  

Het nieuwe gebouw heeft drie bouwlagen. In totaal zijn er 74 lokalen, vier gymnastieklokalen, een sporthal, een grote aula en een muzieklokaal. Bij de recreatieve voorzieningen is rekening gehouden met de betekenis die zij kunnen hebben voor de wijk. Uniek is de aula, die als een ‘kuil’ met treden om op te zitten is gesitueerd.[4] Deze kuil (in het ontwerp een ronde, arenavormige aula voor vijfhonderd personen)[5] werd ook gebruikt voor toneelvoorstellingen, congressen en buurtactiviteiten en kreeg daardoor landelijke bekendheid.  

De school vond het ook belangrijk, dat leerlingen kennis maakten met vele facetten van het culturele leven. Het aanbod was zeer breed en de kuil stond centraal: Neerlands Hoop, Proloog, Gruppo Sportivo, Bassarus, ter gelegenheid van 400 jaar Unie van Utrecht,[kleine letter 1] toneelvoorstellingen, filmvoorstellingen, politieke panels et cetera. Ook werd schouwburgbezoek georganiseerd.  

Voor de brugklassers begon het schooljaar met een kennismakingsweek op de Paasheuvel in Vierhouten. Voor de hogere leerjaren waren er werkweken (Berlijn, Praag, Parijs en wintersport).

De schoolkranten uit die tijd ademden de tijdgeest in woord en beeld. Voor de leerlingen was de OSG toen: the place to be.

De eerste tien jaren aan de Amerikalaan verliepen in relatieve rust. Er werd structureel gewerkt aan het realiseren van de onderwijsvisie. De school slaagde erin om haar emancipatorische doelstellingen waar te maken.  

In de tweede helft van de jaren tachtig begon de geleidelijke daling van het leerlingenaantal, voor een belangrijk deel doordat in de randgemeenten van Utrecht scholen voor voortgezet onderwijs werden gesticht. Zo kreeg Nieuwegein drie scholen voor voortgezet onderwijs. Verder veranderde de wijk Kanaleneiland geleidelijk van karakter door de instroom van onder meer Turkse en Marokkaanse gezinnen. De school slaagde er niet in om een passend antwoord te vinden op de sterke toename van het aantal allochtone leerlingen.[kleine letter 2]

Rector Erdtsieck vertrok in 1986 om gezondheidsredenen.

Verhuizing naar Lunetten en fusie (1989-1998)

In 1987 werd de heer Rob Olieroock benoemd tot rector. Zijn opdracht was onder meer de verhuizing te begeleiden. Op het Zwarte Woud werd in 1989 gestart met noodlokalen. Nog voor de opening van het nieuwe gebouw (mei 1990) vertrok Olieroock, die benoemd was tot rector van het gloednieuwe Northgo College in Noordwijk.

Inmiddels was de school verhuisd van het Kanaleneiland naar het Zwarte Woud in Lunetten. Het gebouw oogt vriendelijk. Het heeft een menselijk gezicht, voor zover je dat van een gebouw kunt zeggen, zei waarnemend rector M. van der Stoep in 1990.[6]

Eind 1990 werd mevrouw Mia Verhagen benoemd tot rector. Zij werd geconfronteerd met een grootschalige fusie van het openbaar voortgezet onderwijs in Utrecht, waar dertien scholen bij betrokken waren. Uiteindelijk bleven drie scholen over: het Prisma College, het Spectrum College en het Stedelijk Gymnasium. Vanuit het Gemeentebestuur lag er de duidelijke wens om ook het Stedelijk Gymnasium onderdeel te laten zijn van de fusieplannen. Maar deze school slaagde erin om zelfstandig te blijven.

In het voorjaar van 1991 nam mevrouw Verhagen ontslag. Zij werd opgevolgd door de heer Maarten van der Stoep. Hij werd benoemd op 12 maart 1992.[kleine letter 3] Zijn eerste taak was om leiding te geven aan het fusieproces. Toen de fusie op 1 augustus 1992 een feit was kreeg hij de leiding over de locatie van het Prisma College aan het Zwarte Woud. Deze locatie voor mavo, havo en vwo betekende een fusie van de Dr. de Visserschool voor mavo en de openbare scholengemeenschap Hendrik van der Vlist. De naam Triatlon College voor deze locatie stond voor de driepoot projectmatig werken en leren, brede culturele vorming en sportief presteren.  Dit was een LOOT-school, waar de integratie van sport en onderwijs voorzieningen bood aan leerlingen met een topsport-indicatie. Dit werd gerealiseerd door flexibele lesroosters, vrijstelling van bepaalde vakken, gespreide examens en persoonlijke begeleiding.

Op de nieuwe school werden keuzeblokken geïntroduceerd. In het lesrooster. Schoolbreed werd voor alle klassen op donderdagmorgen een blokuur ingeroosterd. De leerlingen maakten tijdens deze uren een vakoverstijgend werkstuk. Ze waren vrij in de keuze van de onderwerpen en de vakken waarvoor het werkstuk gewaardeerd moest worden. De leerlingen bepaalden zelf of ze individueel of in tweetallen wilden werken. Zo werd bijvoorbeeld een Engelstalig werkstuk over D-Day beoordeeld door de docenten voor geschiedenis en Engels. Een onderzoeksvraag als Zou je in de kubuswoning van Piet Blom in Rotterdam een boekenkast kunnen plaatsen? werd begeleid en beoordeeld door de wiskunde-docent.

Einde

Vanaf de fusie in 1992 zijn er studies geweest naar de mogelijkheden van het havo en vwo op het Zwarte Woud. De Sterkte-Zwakte-analyse van het Zwarte Woud (1993) en het artikel Over het behouden van een havo/vwo-opleiding maakten de kwetsbaarheid duidelijk.

Het Triatlon College kreeg net als haar voorloper te maken met een dalend leerlingenaantal. De vergelijking met de osg Hendrik van der Vlist dringt zich op. Het was een misrekening om leerlingen uit Houten te verwachten,[bron?] want deze gemeente kreeg zelf een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs. De wijk Hoograven bleek ook onvoldoende leerlingen op te leveren. Het schoolbestuur zag zich dan  ook genoodzaakt om de school op te heffen en met de licentie een nieuwe brede scholengemeenschap te stichten in de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn.

Het Triatlon College werd afgebouwd in samenwerking met het Thorbecke College. Rond de eeuwwisseling vertrokken de laatste leerlingen  van het Zwarte Woud en in 1998 werd het Leidsche Rijn College geopend.

Referenties


Categorie:School in het voortgezet onderwijs in Nederland Categorie:School in Utrecht (stad)