Lancetvisjes: verschil tussen versies
k Teruggdraaien botrun vol fouten |
k -overbodige regels |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Taxobox |
{{Taxobox |
||
| type=dier |
|||
| afbeelding=Branchiostoma_lanceolatum.jpg |
| afbeelding=Branchiostoma_lanceolatum.jpg |
||
| afbeeldingtekst=''[[Branchiostoma lanceolatum]]'' |
| afbeeldingtekst=''[[Branchiostoma lanceolatum]]'' |
||
Regel 48: | Regel 47: | ||
]] |
]] |
||
{{wikispecies|Cephalochordata}} |
|||
{{Navigatie Chordata}} |
{{Navigatie Chordata}} |
||
{{Commonscat|Cephalochordata}} |
|||
[[Categorie:Chordadier]] |
[[Categorie:Chordadier]] |
Versie van 23 dec 2018 12:08
Lancetvisjes | |||||
---|---|---|---|---|---|
Branchiostoma lanceolatum | |||||
Taxonomische indeling | |||||
| |||||
Onderstam | |||||
Cephalochordata | |||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||
Lancetvisjes op Wikispecies | |||||
|
De schedellozen (Cephalochordata) vormen een onderstam van de stam chordadieren (Chordata). Vanwege de anatomie en ontwikkeling hebben ze een speciale plaats binnen het dierenrijk gekregen: ze vormen een zustergroep van de Craniata. Er zijn twee families en drie geslachten die tot de lancetvisjes behoren. Tot nog toe zijn meer dan twintig soorten beschreven, waarvan een aanzienlijk deel nog wordt betwist, en waarschijnlijk sommige nog moeten worden ontdekt. Ze hebben wel een rugzenuw maar geen beschermende wervelkolom en ze behoren in strikte zin dus niet tot de vissen en zelfs niet tot de gewervelden (Vertebrata) maar wel tot de Chordata.
Leefwijze
Lancetvisjes leven ingegraven in de bodem van ondiepe zeeën tussen de 5 en 30 meter. Ze leven van plankton dat ze uit het water filteren.
Kenmerken
Het zijn visachtige diertjes van maximaal 5 centimeter lang, en ze hebben lichtgevoelige orgaantjes (ogen) aan de zijkant van de kop.
De spieren zijn langs het lichaam in segmenten verdeeld en zijn aan de chorda aangehecht. Dit zorgt voor nog meer ondersteuning van het lichaam. Het dier heeft geen ledematen en geen duidelijk begrensde kop. De huid heeft geen pigment. Ze hebben een elastische maar stevige streng genaamd notochord van gelatineus materiaal waarboven langs de neurale buis loopt. De notochord strekt zich over de gehele lengte van het lichaam uit, loopt van neus tot staartpunt, en geeft versteviging aan het vlezige lichaam. Deze streng vindt men terug in het embryonale stadium van alle chordadieren, inclusief gewervelden. Omdat lancetvisjes geen harde delen hebben, zijn er maar weinig fossielen bekend. Een verwante vorm, Pikaia, is bekend uit afzettingen van zo'n 500 miljoen jaar oud.
Anatomie
1 Hersenachtige centrale plek 2 Chorda dorsalis 3 Zenuwkolom in de rug 4 Staart achter de anus 5 Anus 6 Maag-darmstelsel 7 Bloedsomloop | 8 Porus in de onderbuik 9 Achter de keel liggende holte 10 Kieuwspleet 11 Keelholte 12 Mondholte 13 Mimosa 14 Mondopening | 15 Gonaden (ovaria/testikels) 16 Lichtgevoelige cel 17 Zenuwen 18 Onderbuik-laag of -plooi 19 leverachtige zak |