Natuurkunde

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Eve (overleg | bijdragen) op 13 apr 2006 om 20:24. (+ogg)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Sjabloon:Portaal

De natuurkunde of fysica is de wetenschap van de materie. Ook wordt wel gezegd dat natuurkunde de niet-levende natuur bestudeert. De levende natuur wordt bestudeerd door de biologie (een verwarrende maar inmiddels weinig meer gebruikte term voor biologie was kennis der natuur, of ook wel natuurlijke historie, 'natte his')

Afbakening van het vakgebied

De natuurkunde is een exacte wetenschap.

Natuurkundigen bestuderen het gedrag en de interactie van materie en energie in ruimte en tijd. Het woord materie moet breed worden opgevat. Het kan gaan om massa op macroscopische schaal, maar ook om bijvoorbeeld straling of individuele elementaire deeltjes en hun interacties. De natuurkundige bestudeert de eigenschappen van de elementen en verbindingen, zoals faseovergangen, kristalstructuur, viscositeit, en warmtegeleiding, en probeert het hoe en waarom van deze eigenschappen te verklaren.

Er zijn veel raakvlakken met de meeste andere exacte wetenschappen:

  • De wiskunde. Dit is een van de belangrijkste, zo niet het belangrijkste instrument om natuurkundige waarnemingen in een samenhangende theorie te gieten om deze trachten te verklaren. De moderne natuurkundige kan daarom niet buiten een grote kennis van en ervaring met de wiskunde. De meest 'esoterische' deelgebieden van de natuurkunde zoals kosmologie en kwantummechanica worden beoefend door natuurkundigen die eigenlijk meer wiskundigen zijn dan natuurkundigen. Hun theorieën zijn over het algemeen zeer ingewikkeld en leiden dikwijls ook tot nieuwe inzichten in de zuivere wiskunde zelf. Hier vindt daarom ook een vruchtbare 'kruisbestuiving' plaats tussen deze beide exacte wetenschappen waar de ontdekkingen in de ene discipline grote gevolgen kan hebben voor de andere discipline.
  • De scheikunde, waar juist gekeken wordt naar reacties tussen verschillende stoffen (fysische chemie).
  • De biologie, die zich voornamelijk bezighoudt met de levende materie (biofysica).
  • Aardwetenschappen (geofysica), dat zich bezighoudt met processen in het binnenste van de aarde.
  • De sterrenkunde, die zich bezighoudt met verschijnselen buiten de aardse dampkring.
  • Meteorologie en oceanografie, die zich bezighouden met verschijnselen in de atmosfeer en oceanen.

De natuurkunde gebruikt de wetenschappelijke methode. Het vak is sterk gebaseerd op waarnemingen of metingen. Op grond van die waarnemingen probeert de natuurkundige zich een beeld te vormen van de achterliggende regels. De afgeleide regels worden samengevat in een theorie, die meestal in de vorm van een wiskundige formule wordt weergegeven. Met een natuurkundige theorie is het mogelijk om voorspellingen te doen over het gedrag van het natuurkundige fenomeen dat bestudeerd wordt. Die voorspellingen worden vergeleken met de waarnemingen. Als de voorspellingen blijken te kloppen, probeert men meer voorspellingen te doen en te controleren. Als de voorspellingen niet blijken te kloppen, wordt de theorie verworpen en een nieuwe theorie gezocht. Zo is een natuurkundige theorie nooit de absolute waarheid, maar blijft ze altijd ondergeschikt aan de werkelijkheid, de waarnemingen. Natuurkundige theorieën die over langere tijd een belangrijke groep waarnemingen kunnen verklaren worden natuurwetten genoemd. Voor het doen van goede waarnemingen is een systeem van natuurkundige grootheden en eenheden ontwikkeld.

Vakgebieden

Oorspronkelijk was de natuurkunde een ongedeeld vakgebied. Isaac Newton hield zich bezig met de zwaartekracht die een appel op de grond laat vallen. Maar ook bedacht hij dat diezelfde zwaartekracht zorgt voor de wederzijdse aantrekking van de aarde en de maan. Hij bestudeerde tegelijkertijd het licht en ontdekte dat wit licht in vele kleuren uiteenvalt als het door een prisma gebroken wordt.

Tegenwoordig is de natuurkunde echter zo complex geworden dat ze in talloze onderdelen uiteenvalt en geen mens is meer in staat om alle deelgebieden intensief te volgen, hoewel er nog steeds jaarlijks een Nobelprijs voor de Natuurkunde wordt uitgereikt. Veel natuurkundige vakgebieden zijn al zo sterk uitgewerkt dat fundamenteel onderzoek vrijwel niet meer gedaan wordt. Zo'n vakgebied, bijvoorbeeld de optica, vindt vooral veel toepassingen in de techniek. Dit laat tegelijk zien hoeveel nut het heeft om natuurkundig onderzoek te doen. Andere vakgebieden van de natuurkunde zijn nog volop in beweging.

Een lijst van vakgebieden die nog veel in beweging zijn:

Zonder het baanbrekende onderzoek tekort te doen dat daar nog plaatsvindt, hier een lijst met wat oudere vakgebieden:

Toepassingen

De natuurkunde vindt toepassingen in vele exacte wetenschappen en ook in de techniek. Veel moderne apparatuur, zoals de laser en de op de transistor gebaseerde computer, zouden zonder de hedendaagse natuurkunde niet mogelijk zijn.

noicon
noicon
Door op de afspeelknop te klikken kunt u dit artikel beluisteren. Na het opnemen kan het artikel gewijzigd zijn, waardoor de tekst van de opname wellicht verouderd is. Zie verder info over deze opname of download de opname direct. (Meer info over gesproken Wikipedia)

Zie ook

Externe links

Wikibooks heeft meer over dit onderwerp: [[b:

|

]].