Weidehagedis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Weidehagedis
IUCN-status: Gevoelig[1] (2008)
Weidehagedis
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Lacertilia (Hagedissen)
Infraorde:Scincomorpha (Skinkachtigen)
Familie:Lacertidae (Echte hagedissen)
Geslacht:Darevskia
Soort
Darevskia praticola
Eversmann, 1834
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Weidehagedis op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De weidehagedis[2] (Darevskia praticola) is een hagedis uit de familie echte hagedissen (Lacertidae).

Naam en indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Eduard Friedrich Eversmann in 1834. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Lacerta praticola gebruikt. Deze hagedis werd lange tijd tot het geslacht van de halsbandhagedissen (Lacerta) gerekend, maar uit onder andere DNA-analyse blijkt dat een aparte geslachtsnaam op de plaats is.

Ondersoorten[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn vier ondersoorten bekend, inclusief de pas in 2013 wetenschappelijk beschreven ondersoort Darevskia praticola loriensis.[3] Deze ondersoorten zijn onderstaand weergegeven, met de auteur en het verspreidingsgebied.

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Darevskia praticola hungarica Sobolewski, 1930 Roemenië
Darevskia praticola hyrcanica Tuniyev, Doronin, Kidov & Tuniyev, 2011 Azerbeidzjan en Iran
Darevskia praticola loriensis Tuniyev, Doronin, Tuniyev, Aghasyan, Kidov & Aghasyan, 2013 Armenië
Darevskia praticola praticola Eversmann, 1834 De rest van het verspreidingsgebied

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De rug is lichtbruin met vaak een donkere streep of rij vlekken in het midden, de flanken zijn donkerder. De voor- en achterpoten staan iets van elkaar en de staart is relatief lang. De buik is witgeel en bij de mannetjes in de paartijd groen. Ook de rug wordt met name bij de nek groen, maar deze soort kent geen echte kleuromslag op de gehele bovenzijde, zoals sommige andere echte hagedissen.

De soort wordt vaak verward met de levendbarende hagedis (Zootoca vivipara). De twee soorten zijn het makkelijkst te onderscheiden aan de vorm en de omgeving van de anaalplaat. Deze is bij de levendbarende hagedis klein en wordt omringd door meerdere rijen schubben terwijl de weidehagedis een relatief grotere anaalplaat heeft die is omgeven door slechts een enkele rij schubben.[4]

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

De weidehagedis komt voor in delen van Europa en uiterst westelijk Azië. De hagedis leeft in de landen Armenië, Azerbeidzjan, Bulgarije, Georgië, Griekenland, Iran, Roemenië, Rusland, Servië en Turkije.[3]

De habitat bestaat uit graslanden, weilanden, oevers van rivieren en berkbeekjes en vochtige weidevelden. Plekken met een dichte vegetatie en een enigszins vochtige omgeving hebben de voorkeur.[4] De hagedis graaft kleine holletjes onder een steen of struik waar snel in gevlucht wordt bij gevaar. Het voedsel bestaat uit insecten, wormen en spinnen.

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]