Naar inhoud springen

Tuinbouw

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tomatenteelt onder glas in het Nederlandse Westland
De Broeker veiling, de eerste veiling in Nederland waar tuinbouwproducten werden geveild bij afslag
Bioscoopjournaal uit 1952 over een instituut voor kwaliteitscontrole op tuinbouwproducten

Tuinbouw of horticultuur is het op commerciële basis telen van groenten, eetbare paddenstoelen, fruit, bloemen, planten, bomen, bollen of zaden. Iemand die beroepsmatig werkzaam is in de tuinbouw wordt een tuinder genoemd.

Soorten tuinbouw

[bewerken | brontekst bewerken]

In de vollegrondstuinbouw worden tuinbouwgewassen buiten geteeld. Dat kunnen groenten (groenteteelt) en snijbloemen zijn. Andere buitenteelten zijn bijvoorbeeld boomteelt, fruitteelt of bloembollenteelt.

Soms worden groenten, zoals koolsoorten, ook door akkerbouwers geteeld. Men noemt dat de 'grove groenteteelt'. Anders dan in de tuinbouw, vindt de teelt en oogst nagenoeg volledig gemechaniseerd plaats.

In Nederland vindt meestal glastuinbouw plaats, tuinbouw onder glas in zogenoemde warenhuizen of in kassen waarbij een kunstmatige voedingsbodem wordt gebruikt.

Zie Glastuinbouw voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In de glastuinbouw worden teelten in een kas ('onder glas') geteeld, met klimaatbeheersing (temperatuur, luchtvochtigheid, CO2-gehalte, lichtsterkte, bestrijding van plantenziekten en plagen). De conditionering van de ruimte is een middel om een vegetatieve / generatieve balans van het gewas te sturen met als doel productieverhoging. Een correct wortelklimaat is hierbij voor de realisatie een noodzaak, de teelt voorzien van voedingsstoffen en een voldoende hoeveelheid water bepalen direct de ontwikkeling van het gewas. Het gaat dan vaak om de teelt van groenten, snijbloemen of potplanten.

Door de teelt 'onder glas' zijn teelten mogelijk die normaal in een gematigd klimaat niet mogelijk zijn. Maar vanwege de zeer hoge kosten (investeringen in kassen, arbeid en energie) moeten hoge opbrengsten gehaald worden. Door de stijgende energieprijzen, de toenemende concurrentie uit warmere landen, de beperking van toegelaten chemische bestrijdingsmiddelen staat de glastuinbouw in Nederland onder druk.[bron?]

In de glastuinbouw worden plantenziekten en plagen steeds vaker biologisch bestreden.

Verticale landbouw

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Verticale landbouw voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In navolging van Sony[1], Nisshinbo Holding[2], Sharp[3], Mitsubishi Chemical[4], Panasonic[5] Showa Denko[6] en Fujitsu[7] kweekt ook Toshiba groenten in een cleanroom of fytotron met verticale landbouw in een fabriekshal, kantoor of winkel waardoor er geen pesticiden nodig zouden zijn tegen plantenziekten en insecten.[8] In de tuinbouw worden ledlampen gebruikt als kweeklamp voor stekken en als groeilamp met blauwe (450 nm) en rode leds (660 nm) voor de groei en bloei van planten.[9]

Tot in de eerste helft van de twintigste eeuw werd tijdens drukke periodes de hele familie ingeschakeld bij het arbeidsintensieve werk. Ook was er vaak een tuindersknecht in dienst.[10]

Vanaf de jaren 1960 werd in Nederland veel werk in de tuinbouw gedaan door gastarbeiders uit onder andere Marokko. Na de uitbreiding van de Europese Gemeenschap komen vooral mensen uit Midden- en Oost-Europa bij Nederlandse tuinders werken. De buitenlanders zijn veelal seizoenwerkers die worden ingehuurd via uitzendbureaus.

Vanwege de noodzakelijke hoge investeringen en uit de concurrentieoverwegingen vereiste schaalvergroting zijn veel traditionele tuinders met hun bedrijf gestopt. Nederlandse tuinders hebben sinds circa 1995 in toenemende mate grote tuinbouwbedrijven opgezet in Spanje, Marokko en landen als Kenia.

Nederlandse en Belgische tuinders produceren veel voor de export. Volgens de ramingen van het Productschap Tuinbouw exporteerde Nederland voor 16,5 miljard euro tuinbouwproducten in 2012. De productie in Nederland werd geschat op 7,9 miljard euro, het groter exportvolume is te danken aan de 9,4 miljard geïmporteerde producten die via Nederlandse veilingen en verkoopsorganisaties wereldwijd worden verkocht. 9,9 miljard van de Nederlandse export omvat groenten en fruit.[11]

De meeste tuinbouwbedrijven zijn aangesloten bij een groente- en fruitveiling waar ze hun productie in binnen- en buitenland op de markt brengen.

Tuinbouwproducten werden oorspronkelijk vaak via een coöperatie verhandeld, waar vooral met een veilingklok de prijs wordt bepaald. De groenteveilingen zijn gefuseerd tot The Greenery, een bedrijf dat nog maar beperkt gebruik maakt van de veilingklok. Veel telers hebben zich verenigd in telersverenigingen, die rechtstreeks aan handelaren leveren. Ook de bloemenveilingen hebben een concentratieproces doorgemaakt, waardoor op 1 januari 2008 de veiling FloraHolland (omzet 2012 : 4,4 miljard euro en 5000 leden) ontstond. Naast de veilingklok om de prijs te bepalen is van oudsher 'bemiddeling' een andere methode die de veilingen hanteren om producten af te zetten. De verkoop van zaden is van oudsher het domein van zaadhuizen en handelaren.

In België is de groenteteelt vooral geconcentreerd in de Mechelse groentestreek.

Groente- en fruitveilingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Bloemenveiling

[bewerken | brontekst bewerken]

Er is slechts één bloemenveiling overgebleven in België. De omzet is - in vergelijking met de Nederlandse veilingen - zeer beperkt (2010 : € 32,3 miljoen / 420 leden). De Belgische siertelers gaan met hun producten regelmatig naar de Nederlandse of Duitse veilingen. Het grootste deel van de handel loopt via de Belgische groothandel of via de eigen verkooporganisatie van de teler(s).

  • Euroveiling in Brussel
Op andere Wikimedia-projecten