Bas van den Tempel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bas van den Tempel
Bas van den Tempel
Algemene informatie
Volledige naam Bastiaan van den Tempel
Geboren Amsterdam, 20 mei 1905
Overleden Den Haag, 1 oktober 1992
Partij PvdA
Titulatuur Dr.
Politieke functies
1945-1958 Gemeenteraadslid in Den Haag
1945-1949 Wethouder in Den Haag
1950-1970 Lid Provinciale Staten van Zuid-Holland
1956-1967 Lid Tweede Kamer
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Bastiaan (Bas) van den Tempel (Amsterdam, 20 mei 1905 - Den Haag, 1 oktober 1992) was een Nederlandse jurist en politicus.[1]

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Van den Tempel was een zoon van dr. Jan van den Tempel (1877-1955) en Arnolda Hendrika Jansen. Zijn vader was aanvankelijk schildersgezel, maar werd later Tweede Kamerlid en minister. Hij bleef ongehuwd.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Van den Tempel studeerde Nederlands recht aan de Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam (tot 1927). Hij vestigde zich in 1927 als advocaat in zijn geboorteplaats. Hij werd ambtenaar ter secretarie bij de gemeentes Haarlem (1930-1932) en Utrecht (1932-1934). Hij promoveerde in 1933 in de rechtsgeleerdheid op zijn dissertatie Democratische vrijheid en socialistisch recht. Na zijn promotie werd hij docent staatswetenschappen aan het Instituut Kuyper in Den Haag (1934-1945), hij was daarnaast als privaatdocent bestuurseconomie verbonden aan de Universiteit van Amsterdam (1937-1955). Van 1950 tot 1956 was hij docent staatswetenschappen.

Van den Tempel was net als zijn vader actief in de politiek. Hij was gemeenteraadslid van Den Haag (1945-1958) en wethouder (1945-1949), met de portefeuilles gas-, water- en elektriciteitsbedrijven, slachthuizen, marktwezen en trammaatschappij, vanaf 1946 aangevuld met economische zaken en kunstzaken. Hij zette zich als wethouder in voor de aanleg van het industrieterrein Plaspoelpolder en voor verbetering van de havens bij de Binckhorst. Van den Tempel werd verkozen tot lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland (1950-1970) en was van 23 oktober 1956 tot 22 februari 1967 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hij hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met financiën (onder andere belastingwetgeving), justitie (verkeersveiligheid, stichtingen, burgerlijk wetboek) en financiën lagere overheden.

Hij werd in 1967 benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Van den Tempel overleed in 1992, op 87-jarige leeftijd.