Cantors eerste overaftelbaarheidsbewijs

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Cantors eerste overaftelbaarheidsbewijs toont aan dat de verzameling van alle reële getallen een overaftelbare verzameling is. Dit bewijs is anders dan het diagonaalbewijs van Cantor. Het eerste overaftelbaarheidsbewijs van Cantor werd in 1874 gepubliceerd, in een artikel dat ook een bewijs bevat dat de verzameling van de reële algebraïsche getallen een aftelbare verzameling is en een bewijs van het bestaan van transcendente getallen.[1]

Stelling[bewerken | brontekst bewerken]

Laat een verzameling zijn die

  • ten minste twee elementen bevat,
  • totaal geordend is,
  • dicht geordend is, dat wil zeggen dat er tussen twee elementen altijd een ander ligt,
  • geen gaten heeft, dat wil zeggen dat als in twee partities en wordt verdeeld, zodanig dat ieder element van kleiner is dan ieder element van , dat er dan een element is, zo dat ieder element dat kleiner is dan in is en ieder element dat groter is dan in is. Daarbij ligt ofwel in ofwel in , zoals bij een dedekindsnede.

Dan is overaftelbaar.

Bewijs uit het ongerijmde 

Het is een bewijs uit het ongerijmde.

Allereerst moet worden opgemerkt dat uit de dichte en totale ordening volgt dat tussen twee elementen met een oneindig aantal elementen van ligt. Waren er maar eindig veel, dan was er een grootste, zeg . Maar tussen en ligt weer een ander element , wat ermee in tegenspraak is dat het grootste element tussen en is.

Om de overaftelbaarheid te bewijzen, veronderstelt men dat aftelbaar is, bijvoorbeeld door de aftelling . Zonder verlies van algemeenheid kan aangenomen worden dat , anders verwisselt men deze twee elementen. Definieer nu twee rijen en met:

en .

Dan is .

waarbij de kleinste index is groter dan de tevoren voor gekozen index en waarvoor geldt dat . Dit is mogelijk omdat dicht geordend is. Volgens de aan het begin gemaakte opmerking zijn er oneindig veel indices met en hoogstens een eindig aantal hiervan worden door de vergelijking met de bij gekozen index uitgesloten.

waarbij de kleinste index is groter dan de tevoren voor geselecteerde index en waarvoor geldt dat . Ook dit is mogelijk omdat dicht geordend is.

De rij is monotoon strikt stijgend, de rij is monotoon strikt dalend en de twee rijen begrenzen elkaar weerzijds, aangezien voor elke .

Laat nu de verzameling van elementen van zijn die kleiner zijn dan alle en het complement van . Dan zijn in ieder geval alle element van en alle element , dus zijn de twee verzamelingen niet leeg. Ieder element van is bovendien groter dan elk element van , want als en is, dan is er een met volgens de definitie van , maar dan volgt volgens de definitie van . Dus is een dedekindsnede en aangezien dicht geordend is, bestaat er een waarvoor geldt voor elke .

Daar net als elk element van in de rij optreedt, is er een index zodat . Omdat niet gelijk is aan en , is . Zij het kleinste natuurlijke getal met de eigenschap dat voor of voor . In beide gevallen is er een tegenspraak met de keuze van , aangezien en .

De veronderstelling dat aftelbaar is, is dus niet correct. Dus is overaftelbaar.

De genoemde eigenschappen gelden in het bijzonder voor , de verzameling van de reële getallen. Ze gelden ook voor elk interval in , zoals , zodat ook deze intervallen overaftelbaar zijn. Voor , de verzameling van rationale getallen, gelden weliswaar de eerste drie eigenschappen, maar niet de vierde, vanwege het volgende tegenvoorbeeld: en vormen een partitie van , maar .