Nordland (provincie)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Nordland fylkeskommune
Nordlánda fyllkasuohkan
Nordlándda fyllkasuohkan
Nordlaanten fylhkentjïelte
Provincie in Noorwegen Vlag van Noorwegen
Kaart van Nordland fylkeskommune Nordlánda fyllkasuohkan Nordlándda fyllkasuohkan Nordlaanten fylhkentjïelte
Situering
Landsdeel Nord-Norge
Coördinaten 67°NB, 15°OL
Algemeen
Oppervlakte 38.155 km²
Inwoners
(2023)
241.235
(6 inw./km²)
Hoofdstad Bodø
Overig
BRP (106 NOK) 38.065
- totaal 2001
- per inwoner 202.039
Portaal  Portaalicoon   Noorwegen

Nordland (Zuid-Samisch: Nordlaanten fylhkentjïelte, Lule-Samisch: Nordlánda fyllkasuohkan, Noord-Samisch: Nordlándda fyllkasuohkan) is een fylke van Noorwegen waar 5,2% van de Noorse bevolking woont. Ze behoort tot de regio Nord-Norge in het noorden van Noorwegen. Nordland ligt op de breedtegraad van de poolcirkel.

Nordland telt 44 gemeenten (2 stadsgemeenten) en grenst in het zuiden aan Trøndelag, in het zuidoosten aan de Zweedse provincie Västerbottens län en in het noordoosten aan de Zweedse provincie Norrbottens län, in het westen aan de Noorse Zee en in het noorden aan Troms. Sinds 1995 ligt het bestuur van het eiland Jan Mayen bij de statsforvalter van Nordland.

Bestuurlijke indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De districten van Nordland[bewerken | brontekst bewerken]

Alstahaug, Bindal, Brønnøy, Dønna, Grane, Hattfjelldal, Hemnes, Herøy, Leirfjord, Lurøy, Nesna, Rana, Rødøy, Sømna, Træna, Vefsn, Vega, Vevelstad.
Flakstad, Moskenes, Røst, Vestvågøy, Værøy, Vågan.
Ballangen, Evenes, Narvik, Tjeldsund, Tysfjord.
Beiarn, Bodø, Fauske, Gildeskål, Hamarøy, Meløy, Saltdal, Steigen, Sørfold.
Andøy, Bø, Hadsel, Lødingen, Sortland, Øksnes.

Gemeenten in Nordland[bewerken | brontekst bewerken]

Locatie van de gemeenten in Nordland
Locatie van de gemeenten in Nordland

Nordland was ingedeeld in 44 gemeenten:

  1. Alstahaug
  2. Andøy
  3. Ballangen*
  4. Beiarn
  5. Bindal
  6. Bodø
  7. Brønnøy
  8. Dønna
  9. Evenes
  10. Fauske
  11. Flakstad
  12. Gildeskål
  13. Grane
  14. Hadsel
  15. Hamarøy
  16. Hattfjelldal
  17. Hemnes
  18. Herøy
  19. Leirfjord
  20. Lødingen
  21. Lurøy
  1. Meløy
  2. Moskenes
  3. Narvik
  4. Nesna
  5. Øksnes
  6. Rana
  7. Rødøy
  8. Røst
  9. Saltdal
  10. Sømna
  11. Sørfold
  12. Sortland
  13. Steigen
  14. Tjeldsund*
  15. Træna
  16. Tysfjord*
  17. Værøy
  18. Vågan
  19. Vefsn
  20. Vega
  21. Vestvågøy
  22. Vevelstad

Bij de herindeling in 2020 verdwenen Ballangen en Tysfjord als zelfstandige gemeente, Tjeldsund werd deel van de nieuwe provincie Troms og Finnmark, dat vanaf 2024 weer gedeeld werd, waardoor het onderdeel werd van Troms. Hierdoor werd de provincie Nordland iets kleiner qua omvang.

Natuur[bewerken | brontekst bewerken]

gletsjer Engabreen, Svartisen
  • Gletsjers: Blåmannsisen, Svartisen (de tweede grootste gletsjer in Noorwegen). 1,701km2 van Nordland is durig gedekt door sneeuw en ijs.
  • Deze provincie heeft de langste kustlijn van Noorwegen. De totale kustlijn van het vasteland is 4,250 km, van de eilanden 9,749 km.
  • Letterlijk is in deze provincie Noorwegen op z'n smalst te vinden - bij Hellemobotn (Tysfjord) is de afstand tussen het eind van de fjord en de grens met Zweden slechts 6,3 km.
  • Beschermde natuur, 202 gebieden (landareaal: 6936,6km² en zeeareaal: 908,6km² totaal: 7845,2km²). Totale oppervlakte beschermd natuur Nordland 13.9% (landgebied), 3.8 % (water):

Nationale parken en natuurreservaten[bewerken | brontekst bewerken]

  • Natuurreservaten - 179 (landareaal: 1299,9km² en zeeareaal: 564,8km² totaal: 1864,7km²).
  • Beschermd landschap - 18 (landareaal: 1183,5km² en zeeareaal: 343,8km² totaal: 1527,3km²).
In Nordland zijn 11 van 25 de grootste vogelbergen gelegen en 24 van de 35 orchideeën die Noorwegen rijk is te vinden.
Torghatten (Brønnøy) in februari

Geografie[bewerken | brontekst bewerken]

Nordland bestaat voornamelijk uit bergen die steil omhoogkomen vanaf de strandzone langs de kust. Lofoten en Vesterålen zijn in het bijzonder bekend om de ruige bergformaties. Torghatten is hier een voorbeeld van. Het bijzondere aan deze berg is dat er een gat dwars doorheen loopt. Dit gat is ruwweg 160 meter lang, 45 meter hoog en 15-20 meter breed.

De hoogste bergen (Oksskolten (1,915m) en Suliskongen (1,913m)) zijn in het oosten van de provincie te vinden. Het vasteland wordt door fjorden, zowel langs de kust als haaks erop, doorsneden.

Feiten[bewerken | brontekst bewerken]

  • Steden (stadsrechten): Bodø (1816) en Narvik (1902).
  • Rivieren: Vefsna is een van 300 rivieren met eigen zalm- en zeeforel-bestanden
  • Eilanden: 18.414 die in zout water liggen en ongeveer 28.000 in meren. Langøya (850.2km2) is de derde grootste van Noorwegen.
  • Meren: Røssvatnet. 2,039km2 van de oppervlakte is gedekt door zoet water.
  • Bos: 11.500 km², met een jaarlijkse aanwas van 850.000 m³
  • Akkerbouw: 60.000 hectare (6% van het Noorse totaal).
  • Bergen (hoger dan 1,600m): Oksskolten (1,915 m), Suliskongen (1,913 m), Storsteinsfjellet (1,894 m), Nuortasavlo (1,768 m), Frostisen (Ruosstauiegna) (1,744 m), Kvigtind (1,703 m), Skjelåtind (1,640 m).

Fjorden[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn vele fjorden in Nordland zoals:

Eilanden[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn twee eilandengroepen in de provincie Nordland:

Klimaat[bewerken | brontekst bewerken]

Ondanks dat deze provincie ongeveer 450 km lang is, noord-zuid, is het klimaat langs de kust vrij onveranderd van het zuiden tot aan Lofoten-Vesterålen.

Dankzij de Golfstroom heeft dit gebied zachte winters. Normaliter is februari de koudste maand, met een gemiddeld temperatuur van ongeveer 0 °C aan de kust en op de eilanden, en -5° tot -10 °C in het binnenland tegen de Zweedse grens aan. Aan dezelfde breedtegraad is er geen ander gebied te vinden met winters die even zacht zijn.

De gemiddelde temperaturen voor juli variëren tussen 11 °C te Lofoten tot 14-15 °C in het binnenland.

Cultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Tussen 1992 en 1998 liep het project Skulpturlandskap Nordland. Tijdens het project werd er een collectie van internationale kunst opgebouwd onder leiding van de provincie. 33 beeldhouwwerken van 33 kunstenaars uit 18 verschillende landen zijn in het landschap geplaatst, in 33 verschillende gemeenten. 32 van de 33 zijn in Nordland geplaatst, de laatste in Troms.

De Vega-eilanden zijn te vinden op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

Verkeer[bewerken | brontekst bewerken]

Wegverkeer[bewerken | brontekst bewerken]

Europese weg 6 (E6)[bewerken | brontekst bewerken]

De E6 loopt door de provincie van Majavatn tot Bjerkvik, een afstand van ongeveer 640 km.

Het hoogste punt is op 550 m hoogte op Korgfjellet. Bijzonder voor dit stuk van de E6 is dat er een veerdienst over Tysfjorden tussen Bognes en Skarberget is.

Monument voor de gevallen krijgsgevangenen

Blodveien - De bloedige weg

Blodveien is een ongeveer 1,5 km lang wegvak van hetgeen in de jaren 40 Rijksweg 50 werd genoemd en vandaag dus E6. Tussen Botn en Saltnes net ten noorden van Rognan in Saltdal.
De aanleg van de rijksweg - de hoofdroute naar Kirkenes - werd door de Duitse Organisation Todt (genoemd naar inspecteur-generaal Fritz Todt) uitgevoerd door middel van wreedheden en dwang. Vooral Joegoslavische (Serviërs en Kroaten) en Russische krijgsgevangenen werkten hier. Een onbekend, maar groot aantal gevangenen werd door de Duitsers vermoord tijdens het werk op deze weg tussen 1942 en 1945.
Toen Milos Banjak door een bewaker van de Wehrmacht werd gedood op 14 juli 1943, gebruikte zijn broer zijn bloed om een kruis te schilderen op een bergwand. Om het jaar wordt het kruis met verf bijgewerkt.
Er is ook een film gemaakt rondom dit stuk weg, in 1955 opgenomen naar een manuscript geschreven door Sigurd Evensmo. De film is een coproductie tussen Noorwegen en Joegoslavië. Hoofdrolspelers zijn Ola Isene en Milan Milosevic.

Europese weg 10 (E10)[bewerken | brontekst bewerken]

De E10 kruist de provincie van Å in Lofoten in het westen naar de rijksgrens op Bjørnfjell in het oosten. Het hoogste punt is bij de rijksgrens op 520 m. De E10 wordt ook wel De weg van Koning Olaf genoemd. De E10 in Noorwegen is ongeveer 415 km lang.

De E10 passeert Leknes, Svolvær, Fiskebøl, Melbu, Stokmarknes, Sortland, Langvassbukt, Tjeldsund bru, Evenes, Bogen (Ofoten) en Bjerkvik.

Europese weg 12 (E12)[bewerken | brontekst bewerken]

De E12 loopt door de provincie vanaf Nesna in het westen via Mo i Rana tot de rijksgrens bij Umbukta in het oosten. De gehele weg ligt in de gemeente Rana. De E12 in Noorwegen is ongeveer 110 km lang. Het hoogste punt is bij de Umskaret op 650 m.

De 69 km tussen Nesna en Mo i Rana is een verlenging van de E12, ook wel bekend als Riksvei 17, een nationale toeristenweg van Steinkjer naar Bodø.

De weg vanaf Mo i Rana tot de grens is een oude mijnweg, die langs Gruben (waar onder meer ijzererts wordt gewonnen en bewerkt) en Rana kraftstasjon (een van 's lands grootste) voert. Verder gaat de weg door Ildgrublia met uitzicht op Indre Rana en Svartisfjellene met hun gletsjers. Hier in de omgeving werd ook erts gewonnen met een zwavelgehalte van meer dan 50%, verweerd zwavelerts is wat Rauvatnet en Rausandhøgda hun naam gaf. De berg is in feite rood gekleurd.


Spoorweg - Nordlandsbanen[bewerken | brontekst bewerken]

Nordlandsbanen is de 729 km lange niet geëlektrificeerde spoorweg tussen Hell te Nord-Trøndelag en Bodø. Dit traject werd hoofdzakelijk uitgebouwd tijdens de Tweede Wereldoorlog, ook al werd hierover reeds in 1872 gedacht en begon het werk in 1902. Het laatste traject werd pas op 7 juni 1962 officieel geopend.

Ten zuiden van Station Stødi wordt de noordelijke poolcirkel gekruist. Het hoogste punt (680 m) ligt op de Saltfjell.


Veerdiensten[bewerken | brontekst bewerken]

Hurtigruten: Midnatsol van Tromsø

Deze provincie heeft veel bewoonde eilanden, van oudsher was dan ook de zee een van de hoofdverkeersroutes hier. Naast meerdere kleinere veerverbindingen doet ook de interprovinciale Hurtigruten de zeven hieronder genoemde havens aan. Het kost een dag om de provincie van noord naar zuid of andersom te doorkruisen.

De schepen van Hurtigruten doen de volgende havens aan onderweg van Bergen, Hordaland naar Kirkenes, Finnmark:

Brønnøysund
Sandnessjøen
Nesna
Ørnes
Bodø
Stamsund
Svolvær
Stokmarknes
Sortland
Risøyhamn

Luchtverkeer[bewerken | brontekst bewerken]

In delen van Noorwegen is personentransport via de lucht bijna net zo gewoon als per auto of trein.

In deze provincie zijn er 11 grotere en kleinere vliegvelden en 1 heliport in beheer van Avinor. Gezien hoe ruig het weer kan zijn in deze omgeving en daardoor hoe moeilijk en gevaarlijk personenverkeer wordt, is vervoer per vliegtuig of helikopter een logisch gevolg.

  • Andøya lufthavn, Andenes
  • Bodø lufthavn, Bodø
  • Brønnøysund lufthavn, Brønnøy
  • Harstad/Narvik lufthavn, Evenes
  • Leknes lufthavn, Leknes
  • Mo i Rana lufthavn, Røssvold (Skonseng)
  • Mosjøen lufthavn, Kjærstad (Mosjøen)
  • Røst lufthavn, Røst
  • Sandnessjøen lufthavn, Stokka (Sandnessjøen)
  • Stokmarknes lufthavn, Skagen (Stokmarknes)
  • Svolvær lufthavn, Helle (Svolvær)
  • Værøy Heliport, Værøy

Politiek[bewerken | brontekst bewerken]

Media[bewerken | brontekst bewerken]

Nordland telt nog drie regionale dagbladen: Avisa Nordland, Rana Blad en Brønnøysunds Avis. Daarnaast verschijnen meerdere lokale weekbladen, waarvan sommige meerdere dagen per week.

Bekende mensen van Nordland[bewerken | brontekst bewerken]

Bekende mensen zijn onder andere:

Het wapen[bewerken | brontekst bewerken]

Het wapen is getekend door Hallvard Trætteberg en wordt beschreven als op gouden (gele) achtergrond een zwarte boot met mast en zeil. De gouden achtergrond is de kleur van de zon, het schip is een vereenvoudigde Nordlandsbåt. Dit boot-type is typerend voor deze provincie en het wapen werd dan ook door het fylkesting gezien als "ideëel en karakteristiek voor Nordland, zowel qua aardrijkskunde als geschiedenis".

Het wapen werd goedgekeurd bij besluit van de Kroonprinsregent op 15 januari 1965.

De provinciale bloem[bewerken | brontekst bewerken]

Provincie-bloem Nordland

Zuiltjesteenbreek (Saxifraga oppositifolia), in het Noors rødsildre, is 16 november 1990 door de Fylkesmann aanbevolen als een van de symbolen van Nordland. Deze kruipende plant is vrij zeldzaam in Europa, komt vooral nabij beekjes en vochtige plaatsen op kalkrijke grondsoorten in de bergen voor, tot op 2350 m hoogte. Noordelijk Azië, Noord-Groenland en het noorden van Noord-Amerika zijn andere vindplaatsen. Er is geen historische achtergrond hiervoor, anders dat in 1987 professor Olav Gjærevoll (toenmalig leider van de Noorse Botanische Vereniging) initiatief nam om dit te reguleren voor alle provincies. Over het algemeen werden er bloemen/planten gekozen die typisch (of uniek) zijn voor hun provincie.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]