Regering-Van Acker IV

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Regering-Van Acker IV
Regeringsleider Achiel Van Acker
Coalitie BSP/PSB
Liberale Partij
Zetels Kamer 111 van 212 (11 april 1954)
Premier Achiel Van Acker
Aantreden 23 april 1954
Ontslagnemend 2 juni 1958
Einddatum 26 juni 1958
Voorganger Van Houtte
Opvolger G. Eyskens II
Portaal  Portaalicoon   België

De regering-Van Acker IV (23 april 1954 - 26 juni 1958) was een Belgische regering. De regering bestond uit de BSP/PSB (86 zetels) en de Liberale Partij (25 zetels).

Tijdens deze liberaal-socialistische regering bereikte de Tweede Schoolstrijd een hoogtepunt naar aanleiding van de wet-Collard. Collard probeerde de subsidies aan de katholieke scholen aanzienlijk te verminderen, de voorwaarden voor subsidiëring te verscherpen en te voorzien in de oprichting van een groot aantal rijksscholen.

Ze volgde de regering-Van Houtte op na de verkiezingen van 11 april 1954 en werd opgevolgd door de regering-G. Eyskens II.

Samenstelling[bewerken | brontekst bewerken]

De regering bestond uit 16 ministers. De BSP-PSB had er 9 en de Liberale Partij had er 7.

Ambtsbekleder Functie Termijn Partij
Achiel Van Acker
(1898-1975)
Eerste Minister 23 april 1954 - 26 juni 1958 BSP-PSB
Paul-Henri Spaak
(1899-1972)
Minister
Buitenlandse Zaken
23 april 1954 - 13 mei 1957 PSB-BSP
Victor Larock
(1904-1977)
13 mei 1957 - 26 juni 1958 PSB-BSP
Adolphe Van Glabbeke
(1904-1959)
Minister
Openbare Werken en Wederopbouw
23 april 1954 - 14 januari 1955 Liberale Partij
Omer Vanaudenhove
(1913-1994)
14 januari 1955 - 26 juni 1958 Liberale Partij
Léon-Eli Troclet
(1902-1980)
Minister
Arbeid en Sociale Voorzorg
23 april 1954 - 26 juni 1958 PSB-BSP
Auguste Buisseret
(1888-1965)
Minister
Koloniën
23 april 1954 - 26 juni 1958 Liberale Partij
René Lefebvre
(1893-1976)
Minister
Landbouw
23 april 1954 - 26 juni 1958 Liberale Partij
Piet Vermeylen
(1904-1991)
Minister
Binnenlandse Zaken
23 april 1954 - 26 juni 1958 BSP-PSB
Léo Collard
(1902-1981)
Minister
Openbaar Onderwijs
23 april 1954 - 26 juni 1958 PSB-BSP
Henri Liebaert
(1895-1977)
Minister
Financiën
23 april 1954 - 26 juni 1958 Liberale Partij
Albert Lilar
(1900-1976)
Minister
Justitie
23 april 1954 - 26 juni 1958 Liberale Partij
Jean Rey
(1902-1983)
Minister
Economische Zaken
23 april 1954 - 27 januari 1958 Liberale Partij
Minister ad interim
Middenstand
1 februari 1956 - 13 februari 1956
Antoon Spinoy
(1906-1967)
Minister
Landsverdediging
23 april 1954 - 26 juni 1958 BSP-PSB
Edward Anseele jr.
(1902-1981)
Minister
Verkeerswezen
23 april 1954 - 26 juni 1958 BSP-PSB
Edmond Leburton
(1915-1997)
Minister
Volksgezondheid en Gezin
23 april 1954 - 26 juni 1958 PSB-BSP
Victor Larock
(1904-1977)
Minister
Buitenlandse Handel
23 april 1954 - 13 mei 1957 PSB-BSP
Hendrik Fayat
(1908-1997)
13 mei 1957 - 26 juni 1958 BSP-PSB
Oscar Bossaert
(1887-1956)
Minister
Middenstand
23 april 1954 - 31 januari 1956 Liberale Partij
Léon Mundeleer
(1885-1964)
13 februari 1956 - 26 juni 1958 Liberale Partij
Roger Motz
(1904-1964)
Minister
Economische Zaken
27 januari 1958 - 26 juni 1958 Liberale Partij

Herschikkingen[bewerken | brontekst bewerken]

Verloop[bewerken | brontekst bewerken]

Tweede schoolstrijd[bewerken | brontekst bewerken]

Demonstratie van katholieken in Antwerpen tegen schoolwet-Collard (17 april 1955)
Zie Schoolstrijd (België) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De tweede schoolstrijd, die al sinds 1950 aan de gang was, leidde tot de vorming van een coalitie tussen socialisten en liberalen die de CVP/PSC uitsloot. Vanaf de eerste weken verlaagde de regering de subsidies voor het vrij onderwijs. Een eerste demonstratie ter ondersteuning van het vrije onderwijs vond plaats op 26 maart 1955; meer dan 100.000 mensen namen deel, onder wie de leiders van de CVP/PSC. In dat jaar vonden tal van soortgelijke demonstraties plaats. De demonstratie van 10 juli 1955 bracht 250.000 mensen op de been; een petitie met 2.197.209 handtekeningen werd dezelfde dag aan koning Boudewijn voorgesteld. Théo Lefèvre (CVP/PSC) riep zelfs op tot economische sabotage door te eisen dat zijn geld uit de Caisse d'Épargne zou worden gehaald. Op 18 mei 1958 bracht een nieuwe demonstratie tegen het regeringsbeleid nog eens 200.000 mensen bijeen.

Europese Economische Gemeenschap[bewerken | brontekst bewerken]

De verwerping van het Verdrag tot de oprichting van een Europese Defensiegemeenschap door Frankrijk leidde tot het uitblijven van een politiek Europa. Hierdoor werd dan de oprichting van een Europese gemeenschappelijke markt overwogen, maar het Verenigd Koninkrijk was hier dan weer tegen, terwijl Frankrijk aandrong op opwaartse sociale harmonisatie. In België was ondertussen de betrokkenheid van de koloniën omstreden, omdat Congo algemeen werd beschouwd als het domein van zijn metropool. De genoemde gedeeltelijke overdracht van de staatssoevereiniteit werd aanvankelijk door de koning en premier Achiel Van Acker geweigerd; uiteindelijk ondertekende Paul-Henri Spaak op 25 maart 1957 het Verdrag van Rome tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA). In januari 1958 was België voorzitter van de eerste Raad van de EEG; Brussel, dat oorspronkelijk slechts bedoeld was als voorlopige zetel van de Europese instellingen voor 6 maanden, werd de zetel van de Europese instellingen.