Regering-Pierlot III

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Regering-Pierlot III
Regeringsleider Hubert Pierlot
Coalitie Katholiek Blok
BWP
Liberale Partij
Zetels Kamer 170 van 202 (2 april 1939)
Premier Hubert Pierlot
Aantreden 3 september 1939
Einddatum 5 januari 1940
Voorganger Pierlot II
Opvolger Pierlot IV
Portaal  Portaalicoon   België

De regering-Pierlot III (3 september 1939 - 5 januari 1940) was een Belgische regering. Het was een coalitie van de Katholiek Blok (73 zetels), de BWP (64 zetels) en de Liberale Partij (33 zetels).

De regering volgde de regering-Pierlot II op nadat ze, bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op 3 september 1939, werd uitgebreid met de socialisten om zo een regering van nationale eenheid te vormen. De regering werd opgevolgd door de regering-Pierlot IV.

Verloop[bewerken | brontekst bewerken]

De invasie van Polen door Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie bracht premier Hubert Pierlot ertoe zijn katholiek-liberale regering uit te breiden met de socialisten en zo een regering van nationale eenheid te vormen waarin het parlement volledige bevoegdheden kreeg. Het Belgische leger, waarvan koning Leopold III het bevel voerde, werd gemobiliseerd. Dit was echter een defensieve mobilisatie, waarbij België erop aandrong dat het neutraal bleef in het conflict.

België en Nederland hoopten nog steeds dat een regeling met de Asmogendheden mogelijk was, ondanks de informatie van de Belgische ambassadeurs in Berlijn en Rome. De mobilisatie van het leger had echter zo'n negatief effect op de economie dat sommige militairen terug mochten keren naar het civiele werk. Bovendien pleitten sommige ministers voor een toenadering tot Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, terwijl Leopold III vasthield aan de noodzaak om de neutraliteit van het land te handhaven.

Binnenlandse politieke ruzies waren niet onbestaand. De regering nam ontslag nadat de liberalen de taalkundige dualiteit van het Ministerie van Onderwijs hadden verworpen.

Samenstelling[bewerken | brontekst bewerken]

De regering telde 18 ministers: 6 voor de katholieken, 5 voor de socialisten, 4 voor de liberalen. Daarnaast telde de regering drie experts.

Ambtsbekleder Functie Partij
Hubert Pierlot
(1883-1965)
Eerste Minister Katholiek Blok
Hendrik de Man
(1885-1953)
Lid van de Ministerraad BWP
Paul-Emile Janson
(1872-1944)
Lid van de Ministerraad extraparlementair (liberaal)
Eugène Soudan
(1880-1960)
Minister
Justitie
BWP
Albert Devèze
(1881-1959)
Minister
Binnenlandse Zaken
Liberale Partij
Paul-Henri Spaak
(1899-1972)
Minister
Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel
BWP
Camille Gutt
(1884-1971)
Minister
Financiën
extraparlementair
Hendrik Marck
(1883-1957)
Minister
Verkeerswezen
Katholiek Blok
Henri Denis
(1877-1957)
Minister
Landsverdediging
extraparlementair
Gustave Sap
(1886-1940)
Minister
Economische Zaken en Middenstand
Katholiek Blok
August Balthazar
(1893-1952)
Minister
Arbeid en Sociale Voorzorg
BWP
Arthur Vanderpoorten
(1884-1945)
Minister
Openbare Werken en Werkverschaffing
Liberale Partij
Jules Duesberg
(1881-1947)
Minister
Openbaar Onderwijs
extraparlementair
Albert de Vleeschauwer
(1897-1971)
Minister
Koloniën
Katholiek Blok
Marcel-Henri Jaspar
(1901-1982)
Minister
Volksgezondheid
Liberale Partij
Arthur Wauters
(1890-1960)
Minister
Nationale Inlichting
BWP
Charles d'Aspremont Lynden
(1888-1967)
Minister
Landbouw
Katholiek Blok
Antoine Delfosse
(1895-1980)
Minister
Ravitaillering
Katholiek Blok