The Star-Spangled Banner

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voor de gelijknamige compositie van Stravinsky, zie The Star-Spangled Banner (Stravinsky).

The Star-Spangled Banner (de met sterren bezaaide banier) is het Amerikaanse volkslied. Het verwijst naar de vlag van de Verenigde Staten.

De tekst is geschreven in 1814 door de 35-jarige dichter en advocaat Francis Scott Key nadat hij getuige was van het bombardement van Fort McHenry in Baltimore tijdens de Oorlog van 1812. Key was aan boord van een Brits oorlogsschip om een vriend te bevrijden die was beschuldigd van het beschermen van Britse deserteurs. De Britse commandanten kwamen overeen beide mannen vrij te laten, maar om veiligheidsredenen werden ze nog een nacht vastgehouden terwijl de Britse vloot het fort bestormde.

De volgende dag schreef Key een gedicht met de titel The Defense of Fort McHenry. De muziek waarop het werd gezet was van een populair lied uit die tijd (to Anacreon in Heaven), geschreven rond 1800 door John Stafford Smith.

Het werd aangenomen als het volkslied van de Verenigde Staten op 3 maart 1931. In de meeste gevallen wordt alleen het eerste couplet gezongen. Het lied is moeilijk om te zingen, de ademcontrole tijdens het zingen is lastig omdat de tekst geen natuurlijke adempauze biedt. Gore Vidal noemt het een "muzikale achtbaan" en verklaart de Amerikaanse gewoonte om de hand tijdens het zingen op de borst te houden uit ademnood.

Andere liederen die de status van "onofficieel" volkslied hebben zijn America the Beautiful, My Country, 'Tis of Thee en God Bless America.

Een oud exemplaar van the Star-Spangled Banner

Officiële Engelse tekst[bewerken | brontekst bewerken]

1. O! say can you see
by the dawn’s early light,
What so proudly we hailed
at the twilight’s last gleaming,
Whose broad stripes and bright stars
through the perilous fight,
O’er the ramparts we watched,
were so gallantly streaming?
And the rockets’ red glare,
the bombs bursting in air,
Gave proof through the night
that our flag was still there;
O! say does that star-spangled
banner yet wave,
O’er the land of the free
and the home of the brave?

2. On the shore dimly seen
through the mists of the deep,
Where the foe’s haughty host
in dread silence reposes,
What is that which the breeze,
o’er the towering steep,
As it fitfully blows,
half conceals, half discloses?
Now it catches the gleam
of the morning’s first beam,
In full glory reflected
now shines in the stream:
’Tis the star-spangled banner,
O! long may it wave
O’er the land of the free
and the home of the brave.

3. And where is that band
who so vauntingly swore
That the havoc of war
and the battle’s confusion,
A home and a country,
should leave us no more?
Their blood has washed out
their foul footsteps’ pollution.
No refuge could save
the hireling and slave
From the terror of flight,
or the gloom of the grave:
And the star-spangled banner
in triumph doth wave,
O’er the land of the free
and the home of the brave.

4. O! thus be it ever,
when freemen shall stand
Between their loved home
and the war’s desolation.
Blest with vict’ry and peace,
may the Heav’n rescued land
Praise the Power that hath made
and preserved us a nation!
Then conquer we must,
when our cause it is just,
And this be our motto:
In God is our trust;“
And the star-spangled banner
in triumph shall wave
O’er the land of the free
and the home of the brave

Nederlandse vertaling van Engelse tekst[bewerken | brontekst bewerken]

1. O! zeg, kun je zien
 bij het vroege licht van de dageraad,
 Wat we trots hebben geprezen
 bij de laatste glans van de schemering,
 Wiens brede strepen en heldere sterren
 door het gevaarlijke gevecht,
 Over de wallen hebben we aanschouwd,
 waren zo galant aan het wapperen?
 En de rode gloed van de raketten,
 de bommen barsten in lucht,
 Gaven bewijs door de nacht
 dat onze vlag er nog steeds was;
 O! Zeg! wappert die met sterren bezaaide
 banier nog altijd
 Over het land der vrijen
 en het thuis der dapperen?

2. Op de kust flauwgevallen
 door de nevelen van de diepte,
 Waar is het hooghartige leger van de vijand
 in vreeslijke stilte rust,
 Wat is dat wat de wind,
 over de torenhoge steile,
 Als het op gepaste wijze blaast,
 half verbergt, onthult de helft?
 Nu vangt het de glans
 van de eerste straal van de ochtend,
 In volle glorie gereflecteerd
 nu schijnt in de stroom:
'Het is de met sterren bezaaide banier!
 Moge ze lang wapperen!
 Over het land der vrijen
 En het thuis der dapperen!

3. En waar is die band
 die zo beleefd heeft gezworen
 Dat de verwoesting van oorlog
 en de verwarring van de strijd,
 Een thuis en een land,
 zou ons niet meer moeten verlaten?
 Hun bloed is weggevaagd
 de vervuiling van hun vervuilde voetstappen.
 Geen toevlucht kan redden
 de huurling en slaaf
 Van de schrik van de vlucht,
 of de somberheid van het graf:
 En de met sterren bezaaide
 banier zal triomfantelijk wapperen.
 Over het land der vrijen
 en het thuis der dapperen!

4. O! zo is het ooit,
 wanneer vrijen zullen blijven staan
 Tussen hun geliefde huis
 en de verlatenheid van de oorlog.
Gezegend met overwinning en vrede,
 moge het door de hemel geredde land
 de macht loven die heeft gemaakt
 en ons een natie behield!
 Dan moet we overwinnen,
 wanneer onze zaak rechtvaardig is,
 En dit is ons motto:
"In God is ons vertrouwen;"
 En de met sterren bezaaide banier
 zal triomfantelijk wapperen
 Over het land der vrijen
 en het thuis der dapperen!

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Op andere Wikimedia-projecten